OAuthException: Error validating application. Application has been deleted.

Steven Wilson (47) is zonder meer hét gezicht van de hedendaagse progressieve rock. Als liedjesschrijver, producent en frontman bouwde de Engelsman een imperium op waar menig artiest jaloers op is. In de tussentijd begint zijn solocarrière ook steeds meer vorm te krijgen. Inmiddels zijn we zelfs vier albums verder, met Hand. Cannot. Erase als zijn laatste geesteskind. In een volgepakt (lees volgepropt) TivoliVredenburg laat Wilson de echo van de klassieke jaren zeventig prog in volle glorie horen.

De frontman van het tijdelijk gestopte Porcupine Tree moet duidelijk even wennen aan de ambiance van het oude symfonische Vredenburg. De foyers rondom de zaal hebben ‘hem omsingeld’, meldt hij. “Jullie houden me scherp in de gaten. Ik kan geen onderlinge grapjes meer over jullie maken”, lacht Wilson. Het kenmerkt de Brit die enerzijds op het podium bloedserieus zijn werk doet, maar anderzijds nog in is voor een lolletje.

Hij is ook iemand die de touwtjes graag in handen heeft. De show in de Vredenburg is tot in de puntjes verzorgd. De bühne is omgedoopt tot een huiskamer met een groot tapijt. Vooraan staat een antieke tafel met daarop een laptop en toetsen, achter springt een groot scherm met daarop bizarre beelden in het oog. Later in de set verschijnt er een mooie, doorzichtige vitrage die als een soort sluier tussen publiek en podium hangt. Het oog heeft al met al niets te klagen.

Maar wie de muziek van Wilson een beetje kent, weet dat hij gemakkelijk zonder alle visuele opsmuk kan. De Engelsman brengt een prachtige hommage aan de jaren zeventig progwereld met invloeden van jazz, metal en klassieke werken. De eerste helft van de show staat volledig in het teken van Hand. Cannot. Erase, een conceptueel album waarmee Wilson meedingt voor de prijs van het beste album van het jaar. Zichtbaar trots brengt hij zijn laatste werk bijna volledig ten gehore.

De set begint met het beladen en poëtische nummer ‘3 Years Older’. Een track die klein begint met Wilson op de akoestische gitaar, maar vervolgens uitmondt in funky basmelodieën en psychedelische gitaarsolo’s. Precies zoals we zijn muziek kennen. De sprongen die Wilson als kind maakte bezingt hij op fantastisch mooie wijze en verstopt hij briljant in muzikale tussenstukken. Bij het er opvolgende titelnummer, dat best een radiohit had kunnen zijn, springen de eerste tranen in de ogen van de veelal zittende fans. Zij genieten zichtbaar en zingen zachtjes woord voor woord mee.

Met nadruk op zachtjes, want Vredenburg is uit respect voor Wilson ruim twee uur doodstil. Na een overtuigende uitvoering van Routine (helaas zonder de Israelische zangeres Ninet Tayeb) volgt een verbluffende versie van Index, één van de hoogtepunten in de set. Anders dan normaal start de Brit zonder muzikale begeleiding, zingt de eerste lijnen en knipt enkel met zijn vingers op de maat. Vanuit het niets slaat de band toe met bombastische drums en verpletterende riffs. Een overweldige uitvoering die achteraf een minutenlang applaus van het publiek verdient.

Het is een genot om Wilson bezig te zijn. Met subtiele handgebaren digireert hij zijn bandleden en zo nu en dan tovert hij funky danspasjes uit de trukendoos. Iedere collega krijgt ook even zijn moment om te schitteren. Hoogtepunt is Home Invasion, waarin de duizelingwekkende solo van Guthrie Govan naadloos aansluit op de jazzy King Crimson-passages. Kippenvel. Verrassingen in de set waren er ook en in wel in de vorm van Lazarus en Sleep Together, twee onverwachte pareltjes van Porcupine Tree.

In de toegift komt de sluiter tevoorschijn. Verlaten plekken, vernielde poppen en huiveringwekkende gezichten worden getoond en geven een beklemmend gevoel. Zo ook de minutenlange intro van The Watchmaker, waarbij Vredenburg een oude klokkenwinkel binnenstapt. Wanneer het doek valt sluit Wilson af met het emotioneel beladen The Raven, dat de bezoekers het kippenvel onbedaarlijk over de armen laat stromen. Wat een avond.

 

Deze recensie is geschreven door Sebastiaan Queckel, de foto’s zijn gemaakt door Jos Berbee