Nu het einde van het eerste kwart van 2015 voor de deur staat mogen we langzaam de eerste, voorzichtige conclusies over het muziekjaar gaan trekken. We tekenen een aantal uitstekende platen van artiesten waar we niets minder van hadden verwacht (Steven Wilson, Noel Gallagher, Sufjan Stevens, Kendrick Lamar – ook maar een paar van onze favorieten te noemen), een aantal traditioneel tegenvallende singles van grote namen en een aantal festivallineups waar onze nekharen recht van overeind gaan staan. Net als de beginfases van 2014, 2013, 2012 en 2011 dus.
En weinig nieuws voor u. Als muziekliefhebber had u de plaat van Sufjan Stevens natuurlijk sowieso wel geluisterd. En dat er een nieuwe Muse aan zit te komen hoeven we u ook niet te vertellen. Of Steven Wilson – als u enigszins in de hardere muziek zit had u waarschijnlijk niet anders dan topkwaliteit van hem verwacht. Waar u ons behalve als uw gids door het oerwoud van nieuw te verschijnen werk van artiesten die u al kende dan nog voor heeft? Natuurlijk, voor nieuwe ontdekkingen.
Daar hebben we er vandaag eentje van. Mogen wij u voorstellen aan Tobias Jesso Jr. Sinds zijn magnifieke, breekbare performance op showcasefestival South by Southwest (SXSW) vorige week is hij door verschillende blogs tot meest overtuigende artiest van dat festival gekroond. Opvallend, want het recept van de Canadees is niet bepaald een hele vernieuwende. Singer/songwriter, piano, minimale begeleiding; dan kunnen Billy Joel en John Lennon nooit ver weg zijn.
Dat blijkt te kloppen, want de invloeden die beide heren zijn constant terug te horen op Goon, de debuutplaat van Jesso. Toch verrast de plaat in openheid en eerlijkheid. Als de soundtrack van ’s mans leven. Korte samenvatting: Jesso groeide op in Canada, vertrok naar Los Angeles om het te gaan maken, keerde noodgedwongen terug naar Canada ter ondersteuning van zijn zieke moeder, werd verhuizer en werd vervolgens bekend met een aantal demo’s waarop hij mijmert van de carrière waar hij van gedroomd heeft.
Die mijmeringen, breekbaarheid en eerlijkheid maken Goon tot een hele bijzondere plaat. Hoewel de originele composities waar mogelijk in stand werden gehouden, zijn de nummers geslepen en geproduceerd door een aantal doorgewinterde producers, waarvan Patrick Carney (Black Keys) waarschijnlijk de bekendste is. Dankzij hen blijven eenvoudige, kleine liedjes als Can’t Stop Thinking About You, Can We Still Be Friends en For You even klein als meeslepend, maar single Hollywood krijgt bijvoorbeeld weer nét dat beetje extra dat het nummer nodig heeft om echt te kunnen overtuigen. Een tien voor de productie dus.
Nog veel beter wordt Goon als we kijken naar de tweede verhaallijn van de plaat, de soundtrack van een behoorlijk mislukt liefdesleven. Zoals heel veel platen natuurlijk, maar zo eerlijk, oprecht en trootstend als Goon zijn er niet veel. Met name het tweeluik How Could You Babe (‘When I found out you’d gone and met a new man, I felt so lonely that I cried, how could you babe?’) en Without You, dat fenomenaal openbreekt in het midden van de song, overtuigt in die categorie. Even later volgen nog twee uitstekende nummers, Crocodile Tears en Bad Words, waarna het album wordt afgesloten met misschien wel het kleinste nummer van de plaat, Tell The Truth.
Dat nummer is een uitstekend besluit van deze plaat. Erg origineel is het niet, maar het heeft toch wel wat. Jesso verbloemt niks met opsmuk, bombast en elektronisch toekomstgeluid, maar maakt een album waar hij zelf graag naar zou luisteren. Soms ietwat gedateerd, soms wat te melancholisch, maar door de adembenemende eerlijkheid, de sprekendheid van de nummers en de muzikale eenvoud zal Goon zelfs de meest doorgewinterde luisteraar direct naar de strot grijpen. Als je op 29-jarige leeftijd zo’n plaat kan maken, staat je ongetwijfeld een grote toekomst te wachten. Een album dat je gehoord moet hebben!