Counter Culture shorts nummer #42 alweer. Geen zin om complete albumreviews met hele lange lappen tekst te lezen? Dan hebben wij de shorts voor je. In deze tweeënveertigste editie van shorts vind je acht mooie microreviews van de nieuwe albums van Letters From The Colony, Therion, Machine Head, Phil Campbell And The Bastard Sons, Lizzy Farrall, Tonight Alive, Crossfaith en CVLTVRE.
Letters From The Colony – Vignette (78)
Het Zweedse Letters From The Colony is duidelijk beïnvloed door het machtige Meshuggah. Naast dat metalinstituut hebben deze debutanten ook hoorbaar goed geluisterd naar Gojira. De lat ligt dus hoog! Deze Scandinaviërs weten echter precies wat ze doen. ‘Vignette’ staat vol technische en duistere djent. De sfeer is onheilspellend en dreigend. Een paar slim geplaatste rustpunten zorgen voor de broodnodige rust. Verwacht geen clean vocals, maar bijtende schreeuwzang en retestrak gitaarspel. De heldere productie zorgt ervoor dat alle instrumenten goed naar voren komen. Indrukwekkend debuut!
Recensent: Frank van de Ven
Therion – Beloved Antichrist (82)
Het begrip ‘conceptalbum’ is een beladen term. Of je vindt het pretentieuze onzin of je loopt ermee weg. Therion neemt het begrip in elk geval niet serieus. Integendeel! Deze band verafgood het. ‘Beloved Antichrist’ is een epische, symfonische rockopera bestaande uit 46 tracks verdeeld over 3 albums. Woorden als bombastisch, theatraal en meeslepend dekken de lading nog het beste. Nightwish en soundtracks van Hollywood klassiekers als ‘Ben-Hur’ en ‘Gone With The Wind’ gelden als referentiemateriaal. Een minpuntje is de lange speelduur waardoor de nummers bij vlagen inwisselbaar klinken en in elkaar over lijken te vloeien. De iPod-generatie zal hier niets mee kunnen, maar voor rockliefhebbers met voldoende vrije tijd en een voorliefde voor verhalende albums is ‘Beloved Antichrist’ smullen.
Recensent: Frank van de Ven
Machine Head – Catharsis (76)
Robb Flynn heeft gigantische ballen /een plaat voor zijn kop*. Het brein achter Machine Head schopt met ‘Catharsis’ zijn herwonnen reputatie als gerespecteerd metalicoon snoeihard onderuit. Wat is het geval? Na geflirt met het door oldschool metalheads verfoeide nu-metal, slaagde Flynn er na jarenlang hard werken in om met minder commerciële albums de aangebrachte reputatieschade weg te poetsen. Oude ‘uitglijders’ werden hem vergeven. Het werd de frontman vast te gezapig, want met ‘Catharsis’ schudt hij de scene weer wakker door (nu-)metalcore te maken. Gedurfde zet! Soms klinkt Machine Head als het iets bozere broertje van Linkin Park. Flynn’s (schreeuw)zang is dik in orde, het gitaarspel prima en de composities catchy. Dit album gaat deze Amerikanen gegarandeerd oude fans kosten, maar het siert de bandleden dat ze doen waar ze zelf zin in hebben.
(* doorhalen wat niet van toepassing is)
Recensent: Frank van de Ven
Phil Campbell And The Bastard Sons – The Age Of Absurdity (82)
Gitarist Phil Camplbell stond op de loonlijst bij Motörhead, maar na het heengaan van boegbeeld Lemmy Kilmister moest hij op zoek naar een nieuwe uitdaging. De snarenbeul was nog lang niet klaar met muziek maken en richtte een naar hemzelf vernoemde band op. Hoe dat klinkt? Als een iets toegankelijkere versie van Motörhead zonder de bijtende zang en het metalen laagje. Neil Starr’s soulvolle zang zorgt ervoor dat dit debuut vol energieke, zweterige hardrock anthems zowel rauw als poppy klinkt. ‘The Age Of Absurdity’ schreeuwt erom om op overvolle festivalweides, uitverkochte concertzaaltjes en drukbezette drankholen gespeeld te worden.
Recensent: Frank van de Ven
Lizzy Farrall – All I Said Was Never Heard (77)
De 5 tracks tellende EP ‘All I Said Was Never Heard’ is het debuut van Lizzy Farrall. Op haar visitekaartje klinkt de Britse singer-songwriter als een gebroken versie van Kate Nash. Je hoort de pijn, frustratie en wanhoop in haar stem. Farrall is niet de beste zangeres van deze planeet maar haar oprechtheid zorgt ervoor dat haar liedjes hard binnenkomen. Het minimalistische geluid in combinatie met de persoonlijke teksten leveren een intiem inkijkje in het leven van een gekwetste jonge vrouw op. Indrukwekkende plaat.
Recensent: Frank van de Ven
Tonight Alive – Underworld (55)
Tonight Alive maakt poprock met een vleugje punk. Hoe dat klinkt? Als een kruising tussen het oude Paramore en The Veronica’s maar dan zonder de energie. Deze schijf klinkt als een moetje en niet als een passieproject. De liedjes missen pit, kabbelen doelloos voort en het gas wordt nooit vol ingetrapt. Dit is 80 rijden op een snelweg: het mag, maar niemand zit erop te wachten. Boegbeeld Janna McDougall is vooral bezig met articuleren en niet met zingen, de gitaristen hebben een offday en de drummer verdient wel erg gemakkelijk zijn geld. Jammer. Het feit dat deze gasten Slipknot-icoon Corey Taylor voor een gastrol hebben weten te strikken, geeft aan dat ze blijkbaar wel wat in hun mars hebben. Helaas is zelfs dat duet – ‘My Underworld’ genaamd – een zouteloze bedoening.
Recensent: Frank van de Ven
Crossfaith – Wipeout EP (74)
Het Japanse Crossfaith heeft er zin in! ‘Wipeout EP’ is een erg smakelijk tussendoortje dat fans van het oude Linkin Park en het nieuwe In Flames zeker zal bekoren. Deze mengeling van (nu-)metalcore, electrorock en emopop is energiek, fel en catchy. Bedoeld voor een breed publiek, want de Engelse uitspraak van deze band is erg goed en deze gasten weten waar een goed nummer aan moet voldoen. Deze EP telt drie oorwurmen en smaakt naar meer.
Recensent: Frank van de Ven
CVLTVRE – Act 1: An Act of Letting Go (91)
Het introspectieve ‘Act 1: An Act of Letting Go‘ bestaat uit post-hardcore met ambient klanken. Het uitgestripte geluid in combinatie met de zeer persoonlijke teksten en gedragen zang wekt kippenvel op. Benton Falls en Circa Survive (minus de kinderlijke zang) zijn namen die te binnen schieten bij het beluisteren van deze indrukwekkende EP. Dit debuut klinkt als de soundtrack van een beginnende depressie: sluimerend, wanhopig, angstig en droevig. Toch is er altijd een sprankje hoop te ontwaren in de teksten, de zang of het gitaarspel. Een mooie melancholische plaat.
Recensent: Frank van de Ven