De Cloud Nine-zaal van het Utrechtse TivoliVredenburg is door zijn intieme setting en uitstekende akoestiek een prima locatie voor een avondje singer-songwriters. Logisch dus dat daar op zondag 1 februari Justin Townes Earle geprogrammeerd stond, met in het voorprogramma Andrew Combs. Beide heren brachten onlangs een goed ontvangen album uit, waardoor verwacht mag worden dat er vanavond kwalitatief hoogstaande muziek ten gehore wordt gebracht.
Andrew Combs begint daar in elk geval goed aan. Hij brengt, gewapend met slechts een akoestische gitaar, een aangename mix van pop en alternatieve country. Er wordt aandachtig naar hem geluisterd, iets waar hij naar eigen zeggen niet aan gewend is. “It’s too quiet in here,” zegt hij op bijna nerveuze wijze. Dat is waarschijnlijk het resultaat van zijn innemende persoonlijkheid en zijn openhartige, maar rauwe liedjes. Zo schrijft hij over de keerzijde van social media, maar ook over volwassen worden, depressies en drugsgebruik. Tussendoor krijgt hij de zaal aan het lachen door bijvoorbeeld te vertellen dat zijn moeder een pesthekel heeft aan zijn nummer ‘Too Stoned To Cry’. Hij geeft toe daar zelf ook niet zo verrast over te zijn. Combs is misschien een beetje een bad boy, maar zijn eerlijkheid siert hem. Dat hij dan ook nog voorzien is van een leuke kop en een warm stemgeluid, maakt het optreden helemaal af.
Combs laat met zijn optreden een gemoedelijke sfeer achter. En dat is maar goed ook, want het duurt even voor headliner Justin Townes Earle het podium betreedt. Vernoemd naar Townes van Zandt en als zoon van de legendarische (en tevens zeer beruchte) countryzanger Steve Earle, draagt Earle nogal een beladen naam. Hij betreedt het podium met slechts één ander bandlid, dus keiharde countryrock hoeven we niet te verwachten.
Wat we wel krijgen is een bijzonder cynische, klagerige Earle die gedurende de eerste paar nummers ook nog eens worstelt met z’n timing. Met z’n magere postuur, grote bril en hoge broek heeft Earle nogal een awkward, nerdy uitstraling. Hij lijkt tussendoor dan ook niet zo goed te weten wat hij moet zeggen, dus vertelt hij maar over alles wat er mis is gegaan in z’n leven. Toegegeven: met een vader die maarliefst zeven keer trouwde, verslaafd was aan cocaïne en heroïne en wegens zijn muzikantenbestaan zelden thuis was, kun je geen fantastische jeugd hebben gehad. Earle zocht dan ook al op jonge leeftijd ook zijn heil in drugs, wat de boel er niet bepaald beter op maakte. Hij woonde in Memphis en in New York, maar vond beide steden verschrikkelijk.
Tegenwoordig woont hij voornamelijk in Nashville met z’n vrouw en is daar gelukkiger, maar daar is in z’n muziek weinig van te merken. Earle grijpt nog graag terug op zijn verleden. Zo bracht hij onlangs het tweeluik Single Mothers en Absent Fathers uit; het is natuurlijk heel voorspelbaar waar deze platen over gaan. Hij bezingt zijn kommer en kwel in liedjes als ‘Am I That Lonely Tonight?’, ‘Learning To Cry’, en ‘Mama’s Eyes’. Earle’s gitaarspel wordt wel beter naarmate de set vordert en het optreden wordt aantrekkelijker. Hij is minder hard, en stelt zich meer open voor zijn fans. Er staat dan ook een groepje diehard fans bij de bar die ieder liedje woord voor woord meeblèren. De rest van het publiek applaudisseert, maar houdt zich verder gedeisd. Misschien is Earle’s houding toch iets te afstandelijk. Het zorgt er in elk geval voor dat de avond niet memorabel wordt.
Cynisme en zwartgalligheid voeren de boventoon bij het optreden van Justin Townes Earle. In feite wordt ‘de zoon van’ er gewoon uitgespeeld door zijn eigen voorprogramma. Het is te hopen dat Earle de volgende keer zijn publiek wat meer van zichzelf laat zien, zodat hij de kwaliteit van zijn platen ook kan omzetten in een magisch optreden.