De New Yorkse muzikant Jesse Malin heeft een productief 2015 gehad. Hij bracht twee albums uit en ging op tour, waarbij hij in mei ook Paradiso aandeed. Dat was duidelijk niet genoeg, want nog geen jaar later speelt hij een paar minuutjes verderop in een aardig gevulde Sugarfactory. Erg druk is het niet, maar de sfeer zit er van begin af aan goed in: het belooft een mooie avond te worden.
Malin komt oorspronkelijk uit de punkscene. Hij was de frontman voor de bands Heart Attack (hardcore punk) en D Generation (glampunk). Solo maakt hij furore met muziek die ook gebaseerd is op punkrock, maar ook inspiratie haalt uit americana, folk, soul en indiepop. Hij mag onder andere niemand minder dan Bruce Springsteen tot zijn vrienden rekenen en wordt ook terecht gezien als één van de meest prominente muzikale erfgenamen van The Boss.
De zanger vangt zijn optreden vrij ingetogen aan, maar met behulp van het gemoedelijke ‘Addicted’ schudt hij het publiek wakker. ‘Addicted’ is afkomstig van één van de twee albums die Malin vorig jaar uitbracht. Twee sterke platen, waarvan vooral New York Before the War ook de redactie van Counter Culture goed beviel. Het wat oudere ‘Hotel Columbia’ zorgt ervoor dat het tempo nog wat verder wordt opgevoerd en toont aan hoe Malin in staat is een show snel naar zijn hand te zetten.
Malin is een trotse New Yorker, maar geeft in één van zijn vele praatjes aan dat hij niet altijd een trotse Amerikaan is. Hij vertelt hoe hij tijdens het presidentschap van George Bush uit schaamte aan mensen vertelde dat hij uit Canada kwam; als Donald Trump dit jaar de verkiezingen wint, zal Malin, zelf supporter van de Democraat Bernie Sanders, anderen voorhouden dat hij van een andere planeet komt. Toch benadrukt hij in zijn muziek dat respect bij hem hoog in het vaandel staat. Hetzelfde laat hij op subtiele wijze weten aan een luidruchtige bezoeker die de zanger vanavond meerdere malen op onbeleefde wijze onderbreekt.
Zelf komt Malin altijd gewapend met een gitaar en completeert zijn band met een extra gitarist, bassist en drummer. Vanavond nodigt hij voor de meer folky, soulvolle tracks een aantal muzikanten van zijn voorprogramma’s uit om mee te doen. Met name de toevoeging van een trompettist en saxofonist resulteren in opgetogen, uiterst dansbare uitvoeringen van liedjes die van zichzelf al lekker klinken. Ook bewijst Malin hiermee hoe begaan hij is met allerlei verschillende muzikale genres. Hij spreekt meermaals zijn waardering voor het Nederlandse publiek uit; met name in Amsterdam kan hij naar eigen zeggen rekenen op fans die wat warmer en toegankelijker zijn dan anderen. Er wordt aandachtig geluisterd naar niet alleen Malin’s muziek, maar ook naar de rijke anekdotes over zijn leven in New York: hij is dan ook een verhalenverteller in hart en nieren.
Uiteraard krijgen vooral de New York Before the War en Outsiders vanavond de meeste aandacht. Vorig jaar in Paradiso lag de nadruk meer op de wat tragere, ingetogen nummers, maar vanavond wordt vooral ruimte gemaakt voor de hardere kant van Malin. Zo verandert deze ietwat kille zondagavond ineens in een zweterige dansavond, waar Malin zelf ook aan meedoet te midden van zijn fans. Met ‘You Know It’s Dark When Atheists Start to Pray’ maakt hij een passend einde aan een zeer vermakelijke show. Een ultieme afsluiter van het weekend!