Machine Head staat sinds de prima release van “Bloodstone & Diamonds” voor de tweede run in Europa en doet daarbij, bijna vanzelfsprekend, Nederland weer aan. Waar de band de vorige keer in Utrecht neerstreek, wordt nu het Tilburgse 013 voor de 4e keer in de historie van de band bezocht. Het Netherlands Death Fest (waar sommige bandleden schijnbaar nog even hebben rondgekeken) is nog maar net de deur uit of de banieren en gigantische backdrops met het Machine Head logo sieren dominant de pas verbouwde grote zaal van het poppodium. Op een koude maandagavond met een behoorlijk stevige entreeprijs is het druk, maar net geen uitverkocht huis.

Machine Head anno 2016 heeft nogal wat te melden. De band doet principieel geen festivalshows meer, wil geen fotografen bij de shows, bandleider Robb Flynn mengt zich in menig politieke discussie en de zanger/gitarist komt deze avond ook in Tilburg nog even uitgebreid terug op de racisme “fittie” met Phil Anselmo (ex-Pantera, Down). Bovendien hebben de Amerikanen dit keer geen support act(s) meegebracht, maar heeft men gekozen voor een “An evening with Machine Head” format. Die keuze is voor een metalband van het formaat Machine Head best pretentieus te noemen en de vraag is hoe dat in de praktijk uitpakt?

Laten we die vraag maar meteen beantwoorden: deels slaagt de band in deze missie. Ruim twee en een half uur staat het viertal vol passie en overgave op de planken. Men is zelfverzekerd en vol overtuiging van het concept, inclusief uitgebreide publieksinteractie in de stereotype Amerikaans stijl. De soms ongelukkige setlistkeuze, een redelijk geluid, matig middenstuk en overbodige vullers, zoals een nietszeggende gitaarsolo van Phil Demmel en de clichématig totaal overbodige drumsolo zijn echter spelbrekers die ervoor zorgen dat het nergens tot grote hoogte stijgt, laat staan een legendarische avond wordt.

De band begint voortvarend met een drieluik aan knallers; “Imperium”, “Beautiful Mourning” en “Now We Die”. Bij laatstgenoemde valt op dat niet alleen het intro van tape komt, maar ook een deel van de zang van Robb Flynn vanaf een bandje wordt gedubbeld. Niet erg, wel opmerkelijk. Alle albums komen wel aan bod vanavond en daar is ook tijd genoeg voor. “Elegy” (van Through the Ashes of Empire) is echter de eerste wat merkwaardige setlistkeuze. Deze song kabbelt maar wat voort en wordt live nergens gevaarlijk. Het zorgt samen met “Be still and Know” en de eerder genoemde solo-spots, voor een wat tandeloos middestuk van de set. Vanaf “Bulldozer” is iedereen eindelijk weer helemaal bij de les. Wat een livekraker is dit toch geworden, ondanks dat het afkomstig is van het destijds slecht ontvangen Supercharger (2001). Bij het navolgende “Killers & Kings” lijkt het volume nog iets omhoog te gaan wat zorgt voor wapperende broekspijpen van een beukende bass. Met een spetterende uitvoering van de tijdloze live-kraker “Davidian” wordt er nog een schepje bovenop gedaan en lijkt Tilburg rijp voor de uppercut en genadeslag. “Blood for Blood” van debuut Burn My Eyes is daarna nog wel een verrassende keuze (1994). Niet het beste Machine Head nummer, maar leuk (en zeldzaam) om een keer live te horen. Echter, met “Now I Lay Thee Down” en “Descend the Shades of Night” wordt net daarvoor weer volledig de snelheid uit de setlist gehaald en verslapt de aandacht bij het Tilburgse publiek.

In het laatste deel vormen “Aesthetics of Hate” en “Game Over” voor een prima opmaat naar de voorspelbare toegiften. Voorspelbaar wellicht, maar de niet te versmaden heerlijke uitvoeringen van oudje “Old” en definitieve uitsmijter “Halo” zorgen dat iedereen tevreden de vrieskou in stapt. Toch hinkt Machine Head met het “An Evening With..” concept teveel op twee gedachten. Kiezen voor pak ‘m beet 45 minuten minder speeltijd en alleen maar knallers in de setlist zou dan wél eens kunnen zorgen voor die ultieme knock-out! Less is more? Wellicht.