“Dit is een van de beste festivals waar ik ooit ben geweest.” Supertramp-zanger Rodger Hodgson laat er geen gras over groeien en verklaart tijdens zijn optreden op Bospop direct de liefde aan het Limburgse festival. Normaal halen we onze schouders op voor dit soort uitspraken, maar nu niet. Hodgson is oprecht, goudeerlijk en meent ieder woord van wat hij zegt. ‘Zijn’ Bospop is ‘in alle opzichten uniek’, en daar heeft deze levende legende zeker een punt. Opnieuw was het Limburgse muziekfestijn één groot feest vol memorabele optredens.

Bospop is alweer toe aan de 37e editie en blijft ieder jaar weer groeien. Waar Pinkpop, Lowlands en tegenwoordig ook Best Kept Secret elkaar de tent uitvechten om de grootste namen, blijft Bospop lekker operatief in de eigen vijver: die van de classic rock. We noemden eerder al Rodger Hodgson, maar wat te denken van blueskoningin Beth Hart, de hardrockpioniers van Airbourne of skagrootheid Madness?

Wij van Counter Culture zijn al jaren vaste gast bij Bospop en liepen afgelopen zondag, samen met 17.000 andere festivalbezoekers, de hele dag rond op het gezellige, compacte terrein. Zowaar zonder poncho, en mét korte broek: een unicum! De vloek die al jaren op het festival rust (veel regenval, modderig terrein), lijkt eindelijk opgeheven. Bezoekers slapen in hangmatten, op het gras en genieten onder een blakende zon van een lekker pilsje.

Vroeg in de middag is het aan Wolfmother om de door de hitte bevangen hardrock’ers eens flink wakker te schudden. Dat de groep rondom Andrew Stockdale opnieuw op Bospop te bewonderen is, mag gerust een wonder heten. Door critici werd de groep al bijna afgeschreven, na vele interne ruzies en het vreselijk teleurstellende derde album dat met veel pijn en moeite van de grond kwam.

Met Victorious levert Stockdale echter het overtuigende bewijs dat er nog wel degelijk een toekomst is voor Wolfmother, maar het zijn vooral de oude nummers die Wolfmother als een krachtige orkaan over de festivalweide doet razen. Stockdale hoeft maar de eerste noten van het supersnelle Apple Tree aan te slaan of het publiek verandert vooraan in een stel hongerige wolven. Later zorgt hij met het stuwende California Queen voor honderden zwaaiende vuisten en op en neer deinzende hoofden.

In muzikaal en stilistisch opzicht worden er in Weert geen deuren geopend. Stockdale staat opnieuw met een slonzige afro op de planken en perst zonder moeite de meest knallende riffs en onnavolgbare solo’s uit zijn gitaar. Met net zo veel bevlogenheid en passie doet hij dat bij de nieuwe liedjes. Tijdens de uitvoering van Victorious lijkt Stockdale zich met zijn scheurende uithalen ook echt onoverwinnelijk te voelen.

Dat zelfvertrouwen houdt Stockdale voor de rest van het optreden vast. De Australiër zoekt continu alle hoeken van het podium op en probeert het veld van voor tot achter mee te krijgen. Daarin slaagt de Australiër wonderwel. Zo nemen de fans het opzwepende refrein van publiekslieveling Dimension massaal voor hun rekening. Ook het uiterst swingende Gypsy Caravan komt live aardig uit de verf, al blijven het toch vooral die oude nummers waar Bospop het van moet hebben.


Bezweet van Wolfmother (en vooruit, ook van de hitte) blijven we bij het hoofdpodium wachten voor een artiest die uit een héél ander vaatje tapt: Anastacia. Een oude bekende voor de doorgewinterde bezoekers van het festival, en wat zijn ze blij dat ze opnieuw voor Bospop als festival gekozen heeft.

Onze popkoningin, bijgestaan door twee dansense achtergrondzangeressen, vuurt een salvo aan hits (Outta Love, PaidMy Dues, Left Outside Alone en Sick And Tired) af op het publiek en oogt onvermoeibaar. Haar opvallende gekleurde brillen vallen net zo veel op als die heerlijke, nasale soulstem. Maar mevrouw blijkt ook een echte diva, met haar sexy pasjes, zwoele blikken en haar jeugdige girlpower.

Ze is ook eerlijk. “Ik weet dat ik eigenlijk niet thuishoor op een rockfestival.” En later: “Ik ben echt niet de jongste meer, maar ik ben in elk geval een diva, bitch.” Verrassingen zijn er ook legio. Zo wordt de Foo Fighters-cover Best of You met groot enthousiasme ontvangen, en springt Anastacia tijdens de toegift in het publiek om selfies met haar grootste fans te maken.

Een moment dat minstens zo verrassend was, maar wel echt nérgens op sloeg, was de discomedley, waarbij Anastacia tijdelijk van het toneel verdween, en haar collega’s de boel probeerden op te zwepen met bekende dansnummers. Erg ongemakkelijk en vooral ongepast. Laat Anastacia de volgende keer maar het volle uur op het podium staan.

Onderweg naar de tent moeten we ons in allerlei bochten wringen om een mooi plekje te bemachtigen voor Airbourne. Deze Australische rockers staan op het punt het estafettestokje van hardrockgrootheid AC/DC over te nemen. Vaak worden ze met hun grote voorbeelden vergeleken, en je kan er gif op innemen dat ze daar totaal geen moeite mee hebben.

Wie Airbourne al eerder heeft gezien, weet wat het kan verwachten: blote basten, rondvliegend bier (zowel op de bühne als in het veld), strakke spijkerbroeken en bovenal een lekkere portie hardrock. Zoals altijd treedt de band op voor een enorme muur van Marshallversterkers, en na de eerste paar nummers weten we waarom: de gitaarriffs vliegen ons om de oren.

Airbourne-zanger John O’Keeffe is niet alleen een beganigd gitarist, maar ook een entertainer pur sang. Halverwege het optreden springt hij zelfs het publiek in en klimt hij op de rug van een fan, die hem door de mensenmassa manouevreert. Tegelijkertijd slaat hij een blik bier tegen zijn hoofd kapot en perst hij moeiteloos de ene solo na de ander uit zijn gitaar. Verre van volwassen, maar Airbourne presenteert zich wel opnieuw als de ideale festivalact.

Wanneer het zonnetje langzaam ondergaat, mogen The Dropkick Murphys proberen de intense rockshow van Airbourne te evenaren. Dat lukt zonder meer. Nummers van bijna al hun platen komen in een rap, energiek uur voorbij en de kortgewiekte koppen vooraan het publiek zingen alle refreinen gretig mee. St. Patrick’s Day mag dan al maanden achter ons liggen, maar dankzij de Murphys stort iedereen zich met volle overgave in de snoeiharde, Keltische punkrock.


Even uitrusten zit er dankzij Gogol Bordello niet in. Springen, springen en nog eens springen is hier het devies. Op Bospop wordt het nog maar eens onderstreept: de muziek van dit kleurrijke gezelschap is gemaakt voor op het podium en in het bijzonder voor op festivals. Met een eclectische mix van rock, punk, balkanmuziek en een gestoorde maar vooral energieke podiumpresentatie krijgen de bevriende zigeuners de propvolle tent van voor tot achter aan het dansen.

De eerste klap is een daalder waard. Dus als levende legende Rodger Hodgson goedlachs het podium op komt en meteen de eerste noten van Supertramp-classic Take the Long way Home aanslaat, is dat een voorbode voor een fantastische avond. En fantastisch wordt het absoluut, dankzij een stortvloed aan tijdloze poppareltjes: van School, Breakfast in America tot Dreamer en natuurlijk het luidkeels meegezongen It’s Raining Again.

Hodgson heeft er duidelijk zin in vanavond. “Jullie bezorgen mij iedere keer weer kippenvel.” En: “Dit is echt een van de beste festivals waar ik ooit geweest ben. Ik heb zo lang naar dit concert uitgekeken.” Bij de meeste artiesten waren we met dit soort praatjes allang afgehaakt, maar bij Hodgson niet. De man is een en al vriendelijkheid en schept met zijn charme en passie voor de muziek een geweldige, intieme sfeer in de Bospop-tent.

Een gedenkwaardige afsluiter van een gedenkwaardig weekend Bospop. Tot de volgende editie.