Hij buigt voorzichtig door zijn knieën, neemt een nipje van zijn bier en staart net zo lang naar beneden tot hij weer aan de bak moet. Als je niet beter zou weten, zou je zeggen dat er geestelijk iets mis is met Dan Bejar, het meesterbrein achter Destroyer. Maar wie deze flamboyante Canadees al langer volgt weet dat hij al twintig jaar lang worstelt met een fenomeen dat je geen enkele muzikant ter wereld toewenst: podiumvrees.

Gelukkig staat hij er niet alleen voor. In TivoliVredenburg heeft Bejar een indrukwekkende groep muzikanten om zich heen verzameld. Ze spelen alles door elkaar: van dromerige indie tot zwijmelende blues en van woeste krautrock tot stuiterende jazz. Bijna elk nummer werkt naar een climax waarbij de blazers, toetsenist en de gitaristen dwars door elkaar heen soleren, zonder dat het verzandt in een muzikale chaos. Deze veelzijdigheid aan klanken en instrumenten is precies wat Destroyer al twintig jaar lang kenmerkt.

Destroyer is een echte band, maar het is eigenlijk gewoon een project van Dan Bejar. Hij componeert en schrijft de nummers alleen, en wordt in de studio bijgestaan door wat sessiemuzikanten. Op tournee neemt hij de beste muzikanten mee die hij kent om de nummers live wat meer lading en kracht te geven. Deze acht (voortreffelijke!) muzikanten passen amper op het kleine podium van de Pandora, zo dicht staan ze bij elkaar gepropt. Het geeft de show een intiemere sfeer die de muziek van Destroyer juist ten goede komt.

Niet de beste zanger

Toegegeven, Bejar is met zijn lage mompelzang zeker niet de beste zanger die we kennen. Het is vooral de wijze waarop hij zijn teksten uitdraagt dat zo veel indruk maakt. Bejar is voor ons de liefdesbaby die Nick Cave, Matt Berninger van The National en Lou Reed nooit kunnen krijgen. Gooi daar de muziek van The Cure, David Bowie en Bruce Springsteen overheen en je krijgt het totaalplaatje dat Destroyer heet.

De bezoekers in de TivoliVredenburg krijgen een mooie dwarsdoorsnede van twintig jaar Destroyer: de avond begint nog ingetogen met ‘Sky’s Grey’, maar halverwege de set wordt er vol op het gaspedaal gedrukt met het Lou Reed-achtige Times Square en het tien minuten durende epos Bay of Pigs (Detail). Zonder een woord te wisselen verdwijnt Bejar achter de coulissen, om vervolgens toch nog even terug te komen met een bloedmooie vertolking van Suicide Demo for Kara Walker.

Nee, Destroyer is geen band van de publieksparticipatie en van de energieke podiumpresentatie, het is wel een band die met die prachtige, warme liedjes troost biedt voor de koudere maanden die op ons te wachten staan.