Counter Culture shorts nummer #90 alweer. Geen zin om complete albumreviews met hele lange lappen tekst te lezen? Dan hebben wij de shorts voor je. In deze negentigste editie van shorts vind je zes mooie microreviews van de nieuwe albums van The Wise Mans Fear, The Neverly Boys, Palaye Royale, Vile Creature, Astralborne en Vampire Rex.

The Wise Mans Fear – Valley Of Kings (55)
Vreemde band dit The Wise Mans Fear. Dreigende death metal wordt vermengd met clean vocals die aan het werk van een boyband doen denken. Yep, niet bepaald de combinatie waar hele volksstammen warm voor lopen. ‘Valley Of Kings’ is een opmerkelijke plaat en dat is niet zozeer positief bedoeld. De clean vocals worden hier op een verkeerde manier gebruikt en doen de sfeer direct omslaan. Alsof een woeste knokpartij wordt onderbroken met een balletvoorstelling: deze mengeling werkt gewoonweg niet. Doodzonde, want de gitaarpartijen en grunts zijn erg sterk. Dit alles wordt tenietgedaan door de frivole koorknaap die vanuit het niets in de microfoon blèrt. Het maakt de bandnaam enorm profetisch, want wijze mannen zijn namelijk bang voor de inmenging van tienerpop in hun ruige metal. Terecht blijkt.

Recensent: Frank van de Ven

The Neverly Boys – Dark Side Of Everything (82)
Zelf noemen ze hun stijl fantasycore. Tja. Het beestje moet een naam hebben. Dit derde studioalbum van The Neverly Boys brengt emocore, indierock en folkpop samen. Het heeft geresulteerd in een fijne plaat met mooie arrangementen, refreintjes en melodielijnen. Dankzij de sobere productie klinkt deze schijf authentiek. De liedjes klinken niet te gepolijst en doen bij vlagen denken aan het werk van uiteenlopende bands en artiesten als The Gaslight Anthem, My Chemical Romance en Tom Petty. Wat dit album zo genietbaar maakt, is de diversiteit ervan. De tracks hebben allemaal een eigen identiteit en verschillen behoorlijk van elkaar.

Recensent: Frank van de Ven

Palaye Royale – The Bastards (91)
Palaye Royale slaagt erin ouderwetse rock & roll te kruisen met hippe arenarock en zo een breed publiek te bereiken. Het knappe is dat deze gasten de garage feel van The Strokes weten te combineren met de toegankelijkheid van een band als Kensington. Rauw en radiovriendelijk tegelijkertijd. ‘The Bastards’ is het derde studioalbum van deze formatie. De gruizige sfeer en de rauwe zang blijven plakken door de flinke scheut pop. Deze plaat klinkt oprecht pissig en catchy tegelijkertijd. Als je van rock met een eigen smoel houdt, loont het de moeite om je in deze band te verdiepen.

Recensent: Frank van de Ven

Vile Creature – Glory, Glory! Apathy Took Helm! (79)
Je zult deze plaat maar willen bestellen bij je platenboer… Wat een titel! De ingewikkelde benaming van deze schijf sluit dan weer mooi aan bij de complexe muziek die er achter de platenhoes schuilt. Vile Creature maakt experimentele screamo met een metalen randje. Het schuurt, doolt en explodeert. Het gebruik van een koptelefoon is aan te raden om volledig te verdrinken in deze eclectische koortsdroom vol gitaren, distortion en gepijnigde screams.

Recensent: Frank van de Ven

Astralborne – Eternity’s End (87)
Terwijl In Flames steeds verder van hun melodeath roots afdrijft en voor een metalcore aanpak kiest, komt daar ineens Astralborne om de hoek kijken. Deze Amerikanen klinken als de Zweedse melodeath band ten tijde van ‘Clayman’ en ‘Colony’. De schreeuwzang klinkt net een tikkie minder pakkend, maar verder klinkt deze schijf als een rasecht eerbetoon aan de Scandinavische genre pioniers. Word je blij van metal in de Gothenburg stijl dan is dit je ding! Terwijl In Flames nieuwe dingen probeert, laat Astralborne weten waarom mensen in eerste instantie verliefd werden op het kenmerkende geluid van deze Zweden.

Recensent: Frank van de Ven

Vampire Rex – Vampire Rex (81)
Zonder voorkennis zou je bij de benaming Vampire Rex zomaar aan een personage uit een kinderserie kunnen denken. In dit geval schuilt achter deze cheesy naam echter een band. Een toffe band nog wel. Deze gasten laten zich beluisteren als het boze broertje van het Noorse Kvelertak. Moddervette riffs, lang uitgesponnen solo’s en norse schreeuwzang worden met elkaar gecombineerd. Zo frivool en technisch als het grote voorbeeld wordt het niet, maar dit titelloze album is zeker de moeite waard voor mensen die geen genoeg krijgen van het Noorse fenomeen en vuige, zweterige rock & roll met metalen randjes.

Recensent: Frank van de Ven