Zo op het eerste gezicht oogt Electric Callboy als een slap aftreksel van New Kids, met hun foute pruiken, goedkope trainingsbroeken en afschuwelijke dansjes. Maar in wezen staat deze Duitse band symbool voor eenheid, voor het samenkomen en samenzijn van verschillende soorten mensen. Met hun absurde mix van vlijmscherpe metalcore en aanstekelijke hoempahoempa-schuurmuziek slaat Electric Callboy in poppodium 013 een brug tussen muziekliefhebbers die elkaar elders nooit zouden tegenkomen.

Het gebeurt niet vaak dat je helemaal lamgeslagen een concertzaal verlaat. Overdonderd door wat je hebt gezien en gehoord. Stiekem afvragend of je niet nog aan het dromen bent of toch nog ergens op een verlaat carnavalsfeestje staat. Maar eenmaal terug in de trein daalt bij veel niet-Tilburgers het besef: Electric Callboy is geen grap, ze zijn echt. Zichzelf nemen ze misschien niet zo serieus, maar hun show, de productie, de geliktheid, de chemie, de kracht, de passie en het spelplezier des te meer. Wat is een concert van Electric Callboy een doldwaas festijn!

Het begin is al meteen een schot in de roos. Een stewardess, afgebeeld op een groot led-scherm, vraagt de bezoekers om de stoelriemen vast te maken en voor te bereiden op een doldwaze vlucht. En doldwaas is de zogeheten Tekkno Train zeker. Als een stoomlocomotief raast Electric Callboy naar binnen. Een confettibom gaat af, de vlammenwerpers gaan kriskras door elkaar heen en de twee zangers en drie gitaristen springen over elkaar heen alsof we naar een balletvoorstelling staan te kijken.

Kermisattractie
Electric Callboy – zeg maar gerust een op hol geslagen kermisattractie – weet als geen ander hoe het de 013 moet bespelen. ,,Wij komen uit Duitsland”, zegt de kleine vocalist Nico Sallach. ,,En Duits klinkt eigenlijk gewoon als verneukt Nederlands”, voegt collega-zanger Kevin Ratajczak daar razendsnel aan toe. De twee frontmannen zijn niet alleen briljant op elkaar ingespeeld, ze beschikken allebei ook over een fantastische strot. Zowel in de clean zang als in de grunts walsen ze over de zaal heen. De 013 kolkt anderhalf uur lang van vreugde en plezier. Op steenworpafstand is het onophoudelijk springen, duwen en trekken en komen vrienden elkaar pas na een kwartier weer lachend tegen in de pit.

De show, die gekenmerkt wordt door een gelikte productie met videoschermen, lasers en zelfs een eigen concertregistratie, wemelt van verrassingen en knotsgekke momenten. Een supergezellige schlager die de 013 bijvoorbeeld verandert in een carnavalstent, maar ineens omslaat in de meest gitzwarte metal die je ooit gehoord hebt. Of een drumsolo die klinkt alsof je op een feest van Awakenings staat. Of een kwartier durende karaoke waarin zelfs de meest bebaarde en getatoeerde metalhead luidkeels meezingt met Backstreet Boys of Ronan Keating: Electric Callboy flikt het.

Geen gimmick
We doen de band te kort door te zeggen dat dit slechts een gimmick is. Bij vlagen klinkt Electric Callboy écht als een traditionele metalcoreband. De screams en grunts van de twee zanger gaan af en toe echt door merg en been. En af en toe weet een refrein je zelfs even te raken, zoals die van het emocore-achtige Supernova. Even later verplettert de band alles en iedereen met Crystals, een beest van een track die alles en iedereen verschroeit tot aarde. Dat we vervolgens 5 minuten later met onze handen in onze dij staan te walsen op het foute Hypa Hypa, zegt alles over hoe absurd en tegelijkertijd krankzinnig goed Electric Callboy wel niet is.

Zo dendert de Tekkno Train met volle kracht door de 013. Tweemaal zelfs, want het eerste concert was razendsnel uitverkocht. Het is de vraag waar het voor deze Duitse feestneuzen gaat eindigen. Onze verwachting: de volgende keer in een stampvolle AFAS Live, en met nog wat foute metalschlagers erbij is de Ziggo Dome het toneel waar Electric Callboy al van mag gaan dromen.