Soms zijn liedjes zó onweerstaanbaar goed dat je ze na één keer luisteren al van voor tot achter mee kunt bléren. Dit geldt voor zo’n beetje alle nummers van de progressieve metalband Soen. Verbazingwekkend is het dat het juist frontman Joel Ekelof maar niet lukt om zijn teksten fatsoenlijk te onthouden. Het lijkt soms wel alsof de Zweed een eigen karaokeshow houdt, zaterdagavond in de Melkweg in Amsterdam.

Soen, een van de huidige voorlopers van de moderne prog, worstelt zich vanavond met veel pijn en moeite door de set in Amsterdam. Het geluid is niet al te best. De bas staat storend hard, Ekelof klinkt alsof hij in een badkamer staat te zingen en de moddervette riffs van Cody Lee Ford lijken wel door een trechter te komen. Soen is een band die het van het power moet hebben. Het is normaal een trein die live maar door blijft razen en razen. Maar de intercity in de Melkweg loopt geregeld storing op. En is soms zelfs defect.

Dat komt, gek genoeg, niet enkel door het geluid. Frontman Ekelof, geliefd bij de fans vanwege die heerlijke zalvende stem, heeft niet zijn beste avond. Op de nieuwe langspeler Imperial horen we de beste versie van deze Zweed, met bijtende uithalen die niet zouden misstaan op een metalcoreplaat. Maar in de Melkweg is het vuur dat eeuwig in hem leek te branden uitgeblust. Het moet allemaal diep uit zijn maag komen – Ekelof grijpt er ook dikwijls letterlijk naar – maar de hoge tonen in bijvoorbeeld Savia en de geliefde ballad Illusion haalt hij zelden.

Dat het niet zijn avond is straalt de Zweed ook uit. Een podiumbeest is hij nooit geweest, en zal hij ook niet worden. Een artiest is het evenmin. Dat geeft niet, want zijn stem is zo one of a kind dat hij dat al jaren maskeert. Maar in de Melkweg komt hij zichzelf echt gruwelijk tegen. Het is bijna lachwekkend hoe vaak hij in Amsterdam op zijn spiekbriefje kijkt. Zelfs in de bekende refreinen van Lotus en Deceiver – beide alweer enkele jaren oud – weet hij het gewoon even niet meer. De intro van Fortress moet zelfs even helemaal opnieuw omdat Ekelof de kluts kwijt is. Het is allemaal wat ons betreft reden tot zorg.

Maar toch: zelfs op een slechte avond kunnen maar weinig bands zich meten met de muzikale klasse van Soen. Slecht geluid of niet: de muziek staat als een huis. In de nieuwe liedjes Unbreakable en Memorial komt werkelijk alles samen wat Soen zo goed maakt: de uitzonderlijke drumkunsten en buitenaardse staccato ritmes van drummer Martin Lopez, de grommende riffs van Cody Lee Ford en ja: toch ook die prachtige stem van Ekelof.

Tegen het einde lijkt Soen even op haar normale niveau te komen. Publieksfavoriet Lotus is, zoals altijd, een schot in de roos. Natuurlijk door die legendarische gitaarsolo op het einde. En afsluiter Violence, met afstand het beste nummer van het nieuwe album, moet haast wel een blijvertje worden op de setlist. Wat een schitterende song is dat toch.

Zo hinkt de avond van Soen in de Melkweg op twee gedachtes. Het is enerzijds met afstand de minste show die we van ze gezien hebben. Anderzijds is dat niet per se een grote ramp. Lionel Messi is op een mindere dag nog steeds de beste van de wereld, dus dat zet – een schrale troost – alles wel een beetje in perspectief.