Als je de afgelopen tijd niet onder een steen hebt geleefd, kan het grote succes van Kraantje Pappie je niet zijn ontgaan. De Groningse rapper maakt in 2012 grote furore met zijn debuutalbum Crane en onlangs kwam zijn tweede plaat, Crane II, uit. Ook verschijnt hij sinds kort op je beeldbuis voor het BNN-programma De Social Club en richtte hij samen met Nick Steenge en Steven Mitchell Campbell het eigen label Bankpioniers op. Op 24 april sloot hij zijn Nederlandse Crane II tour af, en hadden wij voor aanvang van zijn show in de Effenaar Eindhoven een kort interview over zijn album en over Bankpioniers.
Je tweede album is onlangs (22 maart jl.) uitgekomen, ben je tevreden met de reacties die je tot nu toe hebt gehad?
Kraantje: “Ja ik mag niet klagen! Bij het eerste album had eigenlijk niemand een idee van wat ik zou gaan doen en toen kwam de eerste single “Waar Is Kraan?”, waardoor iedereen wel een idee kreeg van hoe anders dit was dan de dingen die ik daarvoor deed. In essentie niet, maar de muziek die eronder ligt is anders door Noisia, dat heeft veel meegespeeld. Je vecht toch tegen een soort verwachtingspatroon wat je met het eerste album hebt gecreëerd. Hier had ik het eerst wel lastig mee. Ik had al tien tracks liggen en toen dacht ik: nee dit is niet wat ik met dit tweede album wil en toen heb ik alles weggegooid en ben ik opnieuw begonnen onder het mom van : fuck it ik wil gewoon doen wat ik zelf leuk vind en waar ik zin in heb en toen heb ik dit gemaakt. Mensen gaan er verrassend lekker op! We krijgen veel boekingen en mensen zingen mee dus ik ben erg tevreden.”
Nu was de recensie van Hiphopinjesmoel best kritisch, het album wordt hier per track uitvoerig becommentarieerd.
Kraantje: “Ik had toevallig laatst een interview met HIJS en toen hadden we het ook over die recensie. Hij is eigenlijk heel goed, want zij zijn een echt hiphop blog. De lezers die op dat forum komen die moeten behandeld worden naar hun interesse. Als iemand die van echte hiphop-hiphop houdt, dus de Wu Tang dingen, dan moet je ook een recensie kunnen schrijven over Crane II vanuit die optiek. De eindconclusie was ook ‘het is niet je doorsnee hiphopplaat, maar als je zin hebt in een feestje en harde beats dan is Kraantje Pappie wel wat voor jou.’ Dat is heel terecht.”
Maar kan je album wel zo per track bekeken worden? Of moet het veel meer als geheel gezien worden? Het is toch onderdeel van een drieluik, dus het album op zich zal meer vertellen dan de losse tracks.
Kraantje: “Ikzelf probeer eigenlijk altijd een goed verhaal te creëren in een plaat. Ik ben zelf heel erg fan van als een album als één soort track of boek kan worden gezien. Het is het belangrijkst dat het verhaal voor mij klopt en wat de rest daar dan van vind is dan eigenlijk niet zo belangrijk. En bij recensies van Kraantje Pappie gaat er gewoon één ding vaak niet goed en dat is dat mensen gaan zeggen wat ze missen. Bijvoorbeeld als iemand zegt: “goeie plaat, maar ik mis echt de diepgang”. Het is niet dat ik die mensen heb beloofd dat er diepgang gaat zijn. Dit is de plaat en dit is wat het is. Hetzelfde als ik een plaat van Drake zou moeten recenseren en ik zou zeggen “goeie plaat, maar ik mis de doedelzakken”. Er worden teveel irrelevante dingen gemist terwijl ik nooit heb gezegd dat ik die zou brengen. Diepgang zal bij Kraantje Pappie nooit de boventoon voeren. Crane II heeft wel een paar tracks met diepgang, maar verder moet het gewoon tof zijn. Het gaat erom dat ik kan vertellen wat ik wil vertellen en dat het lekker weg luistert. Plus een recensie is een mening van één iemand. En soms vind ik ze goed en soms wat minder goed. Maar ik doe wat ik zelf wil.”
Ben je nu met deze reacties in je hoofd al bezig met je derde plaat?
Kraantje: “Nee nu niet. Ik heb geleerd om me daar niets van aan te trekken. Met die eerste deed ik dat wel. Aan het begin wilde ik heel graag weer dat doen en dat zelfs overtreffen, maar ik heb dat losgelaten. Als ik tien procent kon bereiken van wat ik met die eerste bereikte, was het ook goed. En het is uiteindelijk muziek voor mezelf, snap je? Ik luister alleen maar naar de mening van de Kraanhangers. Dit zijn mensen waarvan ik zeker weet dat ze de interviews luisteren en lezen, mij op social media volgen, mijn albums echt goed luisteren. Zij weten precies wat ik neerzet en wat voor persoon ik ben. En zij luisteren Kraantje Pappie precies zoals ik het voor ogen heb. Ik heb een bepaalde manier voor ogen hoe je Kraantje Pappie zou moeten zien en hoe je er naar zou moeten luisteren en als je het op die manier doet, dan klopt het ‘t beste met wat ik probeer te zeggen. Op die manier denk ik over mijn platen na.”
Dit album is onderdeel van een drieluik. Ben je tijdens de opnames van je tweede album al bezig geweest met tracks voor de derde?
Kraantje: “Ja er liggen al tracks sinds 2010 klaar voor de laatste, althans, niet klaar maar er liggen al skeletten: bars, misschien wat refreintjes. Alleen het geluid moet dan nog bepaald worden. De track Daar Lag Je Dan van Crane II was eigenlijk voor de eerste, maar die paste toen niet. Op mijn eerste plaat staat het nummer Blitskikker, maar die lag er al sinds 2007, Waar Is Kraan komt uit 2009.”
Waarom heb je ervoor gekozen om Crane II uit te brengen op Noahs Ark en niet bij je eigen label Bankpioniers?
Kraantje: “Omdat ik zo’n grote release nog niet aan kon en ik zit gewoon heel fijn bij Noahs Ark. Ook al zit ik daar al heel lang, zij kunnen mij altijd een soort buitenstaande mening geven. Bankpioniers zijn wij, iedereen nu hier backstage in de Effenaar zijn Bankpioniers. We zitten de hele dag op elkaars lip en we zijn natuurlijk altijd eerlijk tegen elkaar, maar we zullen nooit meer echt keihard voor elkaar zijn, want we vinden al heel snel elkaars dingen heel tof. En die kritische blik geeft Jiggy mij bij Noahs Ark wel en dat is gewoon heel fijn.”
En met het oog op je derde plaat, ga je die wel uitbrengen bij Bankpioniers?
Kraantje: “Nee, die zal ik zeker nog bij Noahs Ark uitbrengen. En ik ben een beetje aan het puzzelen met wat ik daarna wil doen. Misschien wil ik helemaal stoppen, misschien doorgaan of misschien wat anders doen. Er zal in ieder geval geen Crane IV komen. Plus voor die derde heb ik geen rede om weg te gaan bij Jiggy. Ik heb het getatoeëerd dus ik kan ook niet weg. Maar ook als je eenmaal bij Noahs Ark zit, wil je niet meer weg. Jiggy is een van de weinige mensen die ik ken die zo hard meegroeit met de tijd en zo up to date blijft van wat werkt en de manier van muziek promoten en albums verkopen. Hij is altijd bezig met vernieuwen en dat is ontzettend inspirerend.”
Is dat ook een voorbeeld geweest voor jouw eigen label?
Kraantje: “Ja zeer zeker, ik schroom ook niet om hem te bellen en te vragen om tips en dat motiveert ook. Ik heb ook echt met hem overlegd over Bankpioniers en hem gevraagd wat hij er van vond dat ik dit wilde gaan doen.”
Wat zijn de toekomstplannen voor Bankpioniers?
Kraantje: “Ik hoop gewoon op veel nieuwe releases, toffe kleding blijven maken. Ik wil ook langzaam aan het netwerk zo groot maken dat ik net als Jiggy bij Noahs Ark ook kan experimenteren met promotie en dat soort dingen. Maar mijn doel is uiteindelijk dat FATA hier in de toekomst zit en hetzelfde over mij praat als ik nu over Jiggy praat. Dan weet je dat iemand heel tevreden is en dat ze blij zijn dat ze hun muziekcarrière deels in mijn handen hebben durven leggen, dat is het doel.”
Het is misschien een beetje een moeilijke vraag, maar als je een keuze zou moeten maken tussen het maken van je eigen muziek en het beheren van een eigen label, wat zou je dan kiezen?
Kraantje: “Eigen label beheren. Nu, as we speak, zou ik dat echt zeggen. Muziek heb ik al gedaan, dus dan valt er meer te halen in het beheren van een eigen label. Maar ik hoef de keuze gelukkig nooit te maken, dus dat scheelt.”
En dan de afsluitende vraag: met wie zou je heel graag een keer willen samenwerken? Op Crane II staan Jiggy als MC en Fiddox, Abbeye en Roelie Vuitton als samenwerking. Is dit een bewuste keuze?
Kraantje: “Ja. Het zit zo, alleen de jongens uit Groningen en Deventer en ook wel Noahs Ark, al is dat al moeilijk, weten precies wat ik wil met mijn muziek. Zij weten precies hoe ik vind dat het moet klinken en hoe er gepraat moet worden op mijn cd en mijn nummers. En ik ben heel egoïstisch als het gaat om muziek. De allergrootste reden dat ik met niemand wil samenwerken is ten eerste dat ik mijn beats niet wil delen. Ik gun het andere mensen niet om te rappen op de beats die ik van Noisia krijg en twee, ik vind zelf dat ik zo’n bepaalde manier heb van muziek maken en vertellen, dat ik niemand kan bedenken die het nummer beter kan maken. Dan zet ik liever zelf gewoon nog een verse, of dus een van mijn andere jongens. En dat is niet omdat zij niet goed zijn, want er zijn zat rappers die ik tof vind en als die me vragen voor hun plaat hoef ik er ook echt niet over na te denken of ik mee ga doen, want dat doe ik meteen. Maar door iemand erbij te vragen kun je verliezen wat je met je track wil zeggen. Wij in Groningen hebben dat niet. Wij sterken elkaar gewoon aan, zodat het liedje beter wordt en zijn niet op zoek naar betere verses dan iemand anders.
Ik zou wel graag willen samenwerken met Jan Smit ofzo. Wat hij doet qua muziek vind ik fucking gruwelijk. Wij zouden elkaars muziek echt beter kunnen maken. Ik kan iets toevoegen wat hij niet heeft, hij kan iets toevoegen wat ik niet heb. En als je naar het publiek kijkt: mijn publiek ziet er wellicht hipper uit dan dat van Jan Smit, maar qua houding zou hij heel goed op mijn publiek aan kunnen sluiten! En De Dijk bijvoorbeeld. Zulk soort samenwerkingen zijn veel interessanter dan met andere rappers!”
Na dit interview praten we ook nog met FATA en zien we de show in de Effenaar. Het interview met FATA is binnenkort te lezen.