Nog een kleine twee weken en dan vindt in het feeërieke Dessel (België) de Graspop Metal Meeting plaats. Het grootste metalfeestje der Lage Landen pakt dit jaar flink uit met meer dan 100 bands (waarvan 6 headliners), verdeeld over 3 dagen en maar liefst 5 podia. En aangezien de meesten onder ons zich niet à la Hugo Weaving in The Matrix kunnen opsplitsen, kunt u wel eens flink last krijgen van een potje keuzestress. Wij van Counter Culture bekeken de timetable en pakten er een paar ‘vervelende’ keuzes (het blijft natuurlijk een luxe probleem) bij en proberen de keuzestress voor u enigszins wat te verlichten.

Neurosis vs. The Dillinger Escape Plan

Neurosis (zaterdag 21.00-22.00, Marquee): Deze band uit Oakland, Californië mag gezien worden als een van de grondleggers van de post metal. De band timmert inmiddels een kleine 30 jaar aan de weg en heeft diverse klassieke albums op haar naam staan. Daarnaast heeft de band in Neurot Recordings haar eigen label.

Voor: Neurosis treffen we niet vaak aan op een festival. Sowieso is het aantal optredens in Europa bijzonder schaars te noemen. Wanneer u Neurosis dan ook nog nooit live hebt gezien, is dit dé uitgelezen kans. Een van de kenmerken van de live shows van de band, is de afwezigheid van een lichtshow. In plaats hiervan treedt de band op tegen een achtergrond van verontrustende beelden en projecties. Het belangrijkste kenmerk is echter toch wel de enorme muur van geluid die de band weet op te trekken. U wordt er gegarandeerd akelig van.

Tegen: De band oogt redelijk statisch. Verwacht afgezien van de visuals, buiten de muziek om, geen vuurwerk van het podium. Eerlijk gezegd is dit ook niet nodig, want ook al oogt het allemaal wat lauwtjes, Neurosis is live een intense ervaring.

 

The Dillinger Escape Plan (zaterdag 20.40-21.40, Metal Dome): Evenals Neurosis mag deze uit Morris Plains, New Jersey afkomstige band zich grondlegger van een genre noemen. De mathcore welteverstaan. Echter waar navolgers nog verder gingen in het zoveel mogelijk riffs en breaks in een nummer stoppen, daar koos The Dillinger Escape Plan voor een meer songgerichte aanpak (hallo Faith No More!) met hier en daar wat ‘popinvloeden’. Dit heeft de band geen windeieren gelegd, want de band is nog altijd mateloos populair.

Voor: Een show van The Dillinger Escape Plan valt nog het beste te omschrijven als een wervelwind. De band is energiek, speelt retestrak en toont geen genade. De bokkensprongen van gitarist Bill Weinman zijn van die aard, dat zelfs Robin van Persie het er Spaans benauwd van krijgt. Vorig jaar moest de band op Graspop nog verstek laten gaan, omdat Weinman als gevolg van een van zijn capriolen een pols had gebroken. Wedden dat de band hun afzegging van vorig jaar dit jaar dubbel en dwars gaat goed maken.

Tegen: Als je last hebt van epileptische aanvallen, dan kun je een show van The Dillinger Escape Plan, vanwege het veelvuldig gebruik van de stroboscoop beter mijden.

 

Conclusie: The Dillinger Escape Plan wint het hier op punten. De band is live een sensatie die je absoluut niet mag missen. Daarnaast kun je voor een stevig potje post metal dit jaar op Graspop ook nog terecht bij Amenra (die hun grote voorbeelden meer en meer naar de kroon steken qua intensiteit) en Cult of Luna. Degenen die The Dillinger Escape Plan al vaker hebben gezien, valt een bezoekje aan Neurosis zeker niet te ontraden, want ook Neurosis live is een totaalervaring om niet snel te vergeten.

Gojira vs. Amplifier

Gojira (zaterdag 16.50-17.40, Mainstage 1): Gojira is het trotse vlaggenschip van de Franse metal. De band speelt, zoals dat zo mooi heet, technische death metal met ontiegelijk veel gevoel voor groove en heeft inmiddels een vijftal albums op haar naam staan. Hiervan maakten vooral de laatste drie albums erg veel indruk.

Voor: Gojira live is als de vuisten van Bud Spencer. Pure stootkracht! Daar zijn met name de gebroeders Duplantier voor verantwoordelijk. Zo ga je deze Graspop geen krachtiger en dwingender drumwerk horen als dat van Mario Duplantier. Daarnaast tovert zijn broer Joe Duplantier de meest pakkende riffs uit zijn gitaar en kent hij qua gebrul zijn gelijke niet.

Tegen: voor degenen die niet zo bekend zijn met het oeuvre van Gojira, kan het geheel nog wel eens eentonig overkomen. De band heeft één bepaalde soort sound en die klinkt ook in alle nummers door.

 

Amplifier (zaterdag 17.15-18.00, Metal Dome): Deze Engelse band zal voor velen een grote onbekende zijn. Toch bestaat dit viertal alweer zo’n kleine 16 jaar en is ze na diverse omzwervingen bij het Kscope label terecht gekomen. De band maakt progrock in de goede zin des woords en lardeert deze met invloeden van Oceansize, Tool en Soundgarden. De uit 2011 afkomstige dubbelaar ‘The Octopus’ is een heus, maar helaas onderbelicht gebleven, meesterwerk.

Voor: Tussen al het metalgeweld is Amplifier misschien wel een heel mooi ‘rustpunt’. Toch kan ook Amplifier live flink van leer trekken. Dit optreden zou zomaar eens kunnen uitgroeien tot een van de hoogtepunten van het weekend.

Tegen: Voor de recht-toe-recht-aan metalhead is de muziek misschien net iets te avontuurlijk en te soft.

 

Conclusie: De avontuurlijk ingestelde metalhead neemt een gok en gaat Amplifier een welverdiende kans geven. Degene die ‘omverblaasgarantie’ voor zijn geld wil, blijft voor Mainstage 1 staan en laat Gojira over zich heen walsen.

Alice in Chains vs. Death: DTA

Alice in Chains (zondag 17.55-18.45, Mainstage 1): Deze band mag in een adem genoemd worden met die andere drie grote bands uit Seattle, te weten: Nirvana, Pearl Jam en Soundgarden. Achteraf beschouwd, is het album ‘Dirt’ misschien nog wel het beste, in ieder geval meest donkere, album dat de grungescene heeft voortbracht. Een album met als rode lijn de drugsverslaving van Layne Staley. Hoe het met die verslaving afliep, weet iedereen inmiddels wel. Na het overlijden van Layne laste de band een pauze in van een aantal jaar om in 2005 terug te komen met soundalike William DuVall. Met deze nieuwe frontman heeft de band inmiddels ook alweer twee, zeker niet onverdienstelijke, albums opgenomen. Toch zal iedereen vooral in zijn nopjes zijn als er veel ‘modder’-werk wordt gespeeld.

Voor: Het is nog altijd een genot om de band live aan het werk te zien. DuVall doet Staley niet vergeten, maar komt qua stemgeluid akelig dicht in de buurt van zijn voorganger. En als er genoeg oud werk op het programma staat, kunnen kippenvel opwekkende momenten niet uitblijven. ‘If I would, could you?’

Tegen: De nieuwe nummers zijn goed, maar bij lange na niet zo goed als in de tijd dat Staley zijn getergde vocalen aan de nummers meegaf. De pijn en emotie die Staley destijds wist over te brengen, wordt met node gemist.

 

Death: DTA (zondag 17.45-18.40, Marquee)

Death: D(eath)T(o)A(ll): Deze tributeband van het legendarische Death doet Graspop aan met een set vol Death metal klassiekers. Death was natuurlijk Chuck Schuldiner. Chuck zette bijna in zijn eentje het hele death metalgenre op de kaart. Vrijwel elk album dat Schuldiner (die destijds vaker van bandleden verwisselde als van onderbroek) onder de noemer Death opnam, heeft inmiddels een klassieke status. In 2001 overleed ‘The Father of Death Metal’ aan de gevolgen van een hersentumor. Voor Graspop zal Death To All voornamelijk putten uit het in 1991 verschenen album ‘Human’. Natuurlijk zullen ook andere Death klassiekers als ‘Pull the Plug’, ‘Crystal Mountain’ en ‘Leprosy’ voorbij razen.

Voor: Met Sean Reinert (Cynic) – drums, Paul Masvidal (Cynic) – gitaar, Steve DiGiorgio (Autopsy, Testament, Iced Earth) – bas en Max Phelps (Cynic) – gitaar en vocalen, bevat Death To All natuurlijk gelouterde muzikanten. Drie van de vier (alleen Max Phelps niet) tributeleden speelden zelfs enige tijd onder de grootmeester himself. Dus het Death materiaal zal bij deze heren in vakkundige handen zijn.

Tegen: Hoe goed de individuele bandleden ook zijn, het is en blijft (met alle respect van de wereld) een tributeband. Death was en blijft toch voor altijd Chuck Schuldiner.

 

Conclusie: Twee legendarische bands die beiden hun frontman hebben verloren. De een aan de drugs, de ander aan een hersentumor. Een hele moeilijke keus dus. Al zal niet iedereen die van Alice in Chains houdt van Death houden en vice versa natuurlijk. Wij van Counter Culture gaan onze keuze hoogstwaarschijnlijk laten afhangen van het weer. Schijnt de zon, dan Alice in Chains. Regent het, dan lekker schuilen bij Death. Hoewel ‘Rain when I Die’ in de stromende regen vast en zeker ook een genot is. U ziet het: keuzestress!

Voor het volledige programma en alle overige informatie van en over Graspop Metal Meeting 2014 verwijzen wij u naar de site van het festival: www.graspop.be.