In 2012 maakte ik voor het eerst kennis met Sólstafir op Fortarock te Nijmegen. Ik schreef toen dat de band een overtuigend optreden neerzette, maar dat de muziek niet helemaal tot zijn recht kwam op het zonovergoten hoofdveld. Daarnaast waren de vier IJslanders, die zo van de hoes van Fields of the Nephilim’sDawnrazor’ leken te zijn afgelopen met hun lange leren jassen en cowboyhoeden, met hun lang uitgesponnen postrock/metal een beetje een vreemde eend in de bijt tussen al het metalgeweld van die dag. Op Graspop dit jaar zag ik de band weer. In de tent ditmaal. En weer gaven de heren een schitterend optreden weg. Sindsdien ‘spookt’ de muziek van Sólstafir regelmatig door mijn hoofd en ben ik in hun backcatalogue gedoken. Met name ‘Svartir Sanda’ uit 2011 met het wonderschone ‘Fjara’ bleek een album van uitzonderlijke schoonheid.

Nu ligt album nummer vijf ‘Ótta’ voor me. Na beluistering kunnen we direct concluderen dat een tweede ‘Fjara’ er helaas niet op staat. Zo een tijdloos nummer schrijf je als band waarschijnlijk ook maar eenmaal in je carrière. Over tijdloos gesproken. Dat is ‘Ótta’ zeker niet. Niet omdat het album slecht is (verre van zelfs), maar omdat het album is gebaseerd op een oud IJslands tijdsysteem genaamd Eyktir. In dit systeem wordt de dag onderverdeeld in 8 dagdelen van ieder drie uur. Het album trapt af om middernacht met ‘Lágnaetti’. Een track die rustig begint met piano, strijkers en de indringende vocalen van Aðalbjörn Tryggvason. Als na zo’n kleine 2,5 minuut ook de rest van de band inzet, voel je gelijk aan je theewater dat de band met ‘Ótta’ opnieuw een fantastisch album heeft afgeleverd. Dit gevoel wordt alleen maar versterkt naarmate het album vordert. Het duel tussen banjo en elektrische gitaren in de titeltrack bijvoorbeeld is ronduit geniaal. Ook het rustige ‘Midaftann’ en de lang uitgesponnen afsluiter ‘Náttmál’ doen de haren op de armen recht overeind staan.

Als je het album in zijn geheel beschouwd, merk je wel dat de band toch net even iets meer affiniteit heeft met de avond en de nacht dan de ochtend en de middag. De nummers handelend over eerstgenoemde zijn een stuk langer en maken net even iets meer indruk dan de nummers handelend over de ochtend en de middag. Ondanks deze kleine kanttekening, is ‘Ótta’ een regelrecht meesterwerk. Een meesterwerk waarop de IJslanders hun black metalroots meer en meer loslaten en steeds meer invloeden uit de folk en IJslandse folklore muziek in hun postrock/metal toelaten. Jaarlijstjesmateriaal!

 

Sólstafir lost met Ótta alle verwachtingen ruimschoots in
songwriting95%
production95%
originality90%
music95%
94%Totale score