Hoewel in de klassieke wereld de matineevoorstelling al jaren net zo diep toegetreden is tot de wekelijkse tradities als de zondagbrunch dat bij het gemiddelde bejaarde echtpaar is, wordt in de popmuziek nog altijd wat onwennig naar een middagshow gekeken. Dat is eigenlijk best jammer want er zitten absoluut een aantal positieve kanten aan de matineevoorstelling. Oké, het is in de verste verte nog niet een klein beetje rock ’n roll, maar vormt wel een mooie en relaxte vulling van de zondagmiddag. Je bent daarnaast een beetje op tijd thuis en – zoals een van de bezoekers van de matineevoorstelling van Daniel Romano liet optekenen – als de vrijdagmiddagborrel kan, dan kan het zondagmiddagconcert ook best. Hadden we zelf niet beter kunnen verwoorden!

Zo’n zondagmiddagconcert vraagt wel om stemmige muziek. Dat kwam vanmiddag uitstekend uit, want countryheld Daniel Romano stond in Cloud Nine – de zolder van TivoliVredenburg. Romano is tegenwoordig vooral bekend vanwege de geweldige hoes van zijn laatste plaat Come Cry With Me en maakt prachtige nummers op het grensvlak tussen country, low-fi, americana en singer-songwriter. Alles aan Romano ademt Nashville, Louisiana of Kentucky, maar in werkelijkheid komt de artiest uit Ontario, Canada. Zijn unique selling point? Iets wat in de country bekendstaat als de snik. Een prachtige wijze van uithalen met de stem, waarbij de vocalen dusdanig uit de bocht vliegen als uw stem dat doet bij het laatste woord vóór u in huilen uitbarst. Weinigen hebben een goeie snik, maar Romano heeft hem. Wij durven dit zelfs nog sterker te stellen, al sinds de dood van Gram Parsons in 1973 hebben we nooit meer zo’n mooie snik gehoord.

Ach, toen hadden we hem toch wéér genoemd. Gram Parsons, de pionier op het vlak het mixen van country, low-fi en Americana. De man die drie van de allermooiste platen in de muziekgeschiedenis heeft gemaakt en de snik beheerste alsof hij ook in het dagelijks leven ieder woord met snik uitsprak. Helaas kwam de laatste snik van Parsons overigens veel te vroeg, want in 1973 stierf Parsons aan een overdosis op 26-jarige leeftijd.

De eerste keer dat ondergetekende een Romanoplaat opzette was die Parsons ineens terug. Het grote verschil? Romano werd twaalf jaar na de dood van Parsons geboren en heeft inmiddels al meer jaren erop zitten dan Parsons ooit gekregen heeft. Romano zelf is nooit zo blij met de vergelijking met de ‘Grevious Angel’. Hoewel de muziek bijna direct voortborduurt op Parsons zegt Romano in interviews altijd niet echt bekend te zijn met Parsons, en meer van de Neil Young, Johnny Cash en Hank Williams-school te komen. Kunnen wij ook inkomen, overigens.

Als Romano rond kwart voor vier opkomt is de zaal niet erg goed gevuld. Dat komt onder meer doordat Tivoli in haar barbezetting nog niet erg rekening heeft gehouden met de matineevoorstelling. Drie man barpersoneel moet in de foyer van Clound Nine de toch behoorlijk uitgelopen mensenmassa van drank voorzien. De bar in de zaal blijft wegens geluidsoverlast gesloten, gek genoeg tot het moment dat het concert daadwerkelijk begint. Qua infrastructuur kan er dus nog wel wat worden verbeterd.

Maar dan komt Romano op en begint hij te spelen en te zingen. Gelijk alle klachten vergeten – net als alle zorgen, tijd en ruimte overigens. Romano heeft het unieke vermogen om zijn luisteraars in drie noten stil te krijgen, speelt op zeer hoog niveau gitaar en is in al zijn eenvoud ook nog eens een heel interessant en sympathiek figuur om naar te kijken. Daarnaast weet hij zich gesteund door liefst vier uitstekende muzikanten, waarbij vooral Aaron Goldstein positief opvalt als bespeler van de Sad Machine (steelguitar).

Omdat Romano niet heel veel songs heeft komt in pakweg een uur en een kwartier bijna alles van zijn laatste twee langspelers voorbij. Met name de nummers van nieuwste plaat Come Cry With Me blinken uit. Smartlap Two Pillow Sleeper vormt een vroeg hoogtepunt, later overtuigt het tweeluik He Lets Her Memory Go Wild en I’m Not Crying Over You – waarvan vooral de eerste een absolute instantklassieker is – en op het moment dat het publiek net een licht gebrek aan afwisseling constateert is daar het ruige Chicken Bill. Ieder nummer is weer een verhaal an sich, ieder nummer grijpt je weer vol bij de strot.

De setting? Ook perfect. Het oogt allemaal los, maar overal lijkt over nagedacht. Van de cowboyhoed op de versterker tot het halflege wijnglas dat Romano met zich mee zeult zonder ook maar één slok te drinken; het verhoogt allemaal de sfeer. Door de goede sfeer is tijd al snel vergeten, en als na iets meer dan een uur muziek Romano het podium verlaat is de ‘nu al?’ factor dan ook erg groot. Romano besluit – hoogst ongebruikelijk voor hem – nog een keer terug te keren en jamt instrumentaal nog even door met zijn band.

Als hij dan echt weg is gebeurt het iets heel ongewoons. In plaats van dat het publiek uitgebreid klapt en wegbeent richting het centrum van Utrecht – de winkels waren immers nog gewoon open – blijven de mensen even stilstaan. Zelfs als de muziek van de DJ weer aangaat is er eigenlijk geen beweging waar te nemen. Zelden vertoont, maar het geeft wel aan wat Daniel Romano doet met zijn publiek. Van kinderen van zeven tot mannen in de zeventig – iedereen viel vanmiddag als een blok voor Romano. De fijne afwisseling van de schuchtere Romano, de losse doch technisch sterke band en vooral de fijne liedjes maken deze middag tot een die het publiek niet snel gaat vergeten.

Vanmiddag was vijf sterren de enig mogelijke beoordeling van een geweldig concert en een uniek talent. Daniel Romano is op album al sterk, maar is live nog veel beter. De countrysnik is opnieuw uitgevonden. Weergaloze klasse.