De Amsterdamse Bijlmer was op vrijdag 7 november even het epicentrum van harde gitaarmuziek: de Heineken Music Hall verwelkomde Opeth, en eventjes verderop had de Ziggo Dome niemand minder dan nu-metalhelden Linkin Park op de planken staan. Voor laatstgenoemde is het zelfs de eerste Nederlandse headlineshow in ruim dertien jaar; in de tussentijd is Linkin Park een band van wereldformaat geworden. Nu is het de vraag of deze show het lange wachten waard was.

Bij binnenkomst maak ik nog het laatste stuk mee van het optreden van Of Mice & Men. De Amerikaanse metalcoreformatie is voor de derde keer in iets meer dan een half jaar in Nederland, maar moet na twee headlineshows even genoegen nemen met een plekje in het voorprogramma. Austin Carlile en consorten doen hun uiterste best om het publiek op te warmen, maar het klikt niet – logisch, want ze begeven zich vanavond niet bepaald voor hun eigen doelgroep. De Ziggo Dome blijkt voor Of Mice & Men echt een maatje te groot te zijn.

Linkin Park vangt ietsje later aan dan gepland, maar knalt er wel gelijk lekker in. Na een indrukwekkend intro passeren onder andere ‘Guilty All The Same’, ‘Given Up’ en ‘One Step Closer’ al vroeg de revue. Ruim 15.000 bezoekers gillen de songteksten uit volle borst mee: het is dus een slimme move geweest om met deze tracks te openen.

De afgelopen jaren heeft Linkin Park flink wat kritiek te verduren kregen betreffende hun albums: hun sound leek zich steeds meer richting de electro, pop en zelfs EDM te ontwikkelen, wat bij fans niet in goede aarde viel. De meest recente plaat The Hunting Party vertoont hier nog lichte sporen van, maar is verder toch een soort return to form te noemen. Helaas komen er vanavond middenin de set iets teveel van die nummers voorbij die van één van de minder gewaardeerde platen afkomstig zijn, of die het publiek nog niet zo goed kent. Hierdoor kakt de show af en toe een beetje in.

Het hele optreden is heel netjes in elkaar gezet, misschien zelfs iets té netjes. Het is natuurlijk moeilijk om als ervaren band, en ook nog met zo’n grootschalige productie, nog op de proppen te komen met een spontane show. Toch is het jammer dat Linkin Park vandaag een heleboel nummers er snel doorheen jast en daarbij een aantal songs inkort om ze te doen passen in de speeltijd. Zeker in het ietwat saaie middenstuk van de show had de band best wat liedjes mogen weglaten om andere nummers in z’n geheel te kunnen spelen. Maarja, als je zo’n grote catalogus aan hits (en een aantal succesvolle zijprojecten) hebt om uit te kiezen, is het misschien ook wel weer een gigantische crowdpleaser als je ze allemaal voorbij laat komen. Dat zou perfect in de strategie van Linkin Park passen, maar toch blijft het publiek vanavond redelijk tam.

Dat wil niet zeggen dat Linkin Park geen goed optreden heeft gegeven. Integendeel: er zijn weinig bands, zeker binnen het nu-metalgenre, die live zo goed tot hun recht komen als Linkin Park, en zo ook vanavond. Geen van de bandleden wordt tijdens liveshows naar de achtergrond gedrukt; in de geluidmix en in de presentatie klopt alles. Er wordt strak gespeeld, Mike Shinoda en Chester Bennington zijn goed bij stem en de visuals zijn prachtig. Bovendien zijn nummers als ‘In The End’, ‘Crawling’ en ‘Faint’ altijd een schot in de roos: groots, knallend, en typisch Linkin Park. Uiteindelijk zullen zowel band als fans de zaal ongetwijfeld tevreden verlaten hebben.