Dat Vikingen en Metal een goede combinatie zijn bewees Bathory in 1990 al toen het trendsettende vijfde album Hammerheart uitkwam. Bij Skálmöld staat de teller inmiddels op drie en ook hier is de combinatie Vikingen en Metal ruim aanwezig.
Er moet in IJsland iets in het drinkwater zitten dat er voor zorgt dat dit land, met maar 230.000 inwoners, zoveel originele en goede bands produceert. Naast de belangrijkste exportprodukten Björk en Sigur Ros timmeren ook bands als Solstafir en deze Skálmöld aardig aan de weg.
De opener Að Vori laat al direct doorschemeren waar we de komende 45 minuten op getrakteerd worden, onvervalste folk/viking-metal van het zuiverste soort.
Met net 3 minuten op de klok is dit ook direct het kortste nummer op het album. Desondanks is het een zeer krachtige opener die in je hoofd blijft hangen. De samenzang opgedeeld in drie stijlen – hoge krijs, grunt en clean, komt perfect uit de verf en de goede productie maakt het enorm vet.
Van het kortste even naar het langste skippen, Með Jötnum, uptempo met heel wat invloeden uit de oudere metal van de jaren 80 en 90. Vooral het Doom-metal middenstuk doet het goed.
Even terug, Að Sumri, swingende metal die tot heel wat headbangen zal aansporen tijdens hun tour. In Með Fuglum is duidelijk hun Black Metal roots te horen, blastbeats gecombineerd met dreigende ritmes, ik hoor zelf een beetje Slayer langskomen, de solo brengt je even helemaal terug in de jaren 80.
Met hun derde album weet Skálmöld enorm te overtuigen. IJsland is het land van de grote Viking ontdekkingsreizigers, deze heren gaan zeker ook de wereld veroveren.