In de muziek is het soms hard stijgen en soms hard vallen. Dat die twee in uitzonderlijke gevallen niet heel ver uit elkaar liggen, bewijzen The Smashing Pumpkins al jaren. De band schoot begin jaren ‘90 dankzij drie briljante albums (Gish, Siamese Dreams, Mellon Collie and the Infiniate Sadness) als een komeet de muziekwereld in. Nadat de vierde – Adore – het minder deed raakte de band een tijdje compleet in de vergetelheid.

Sinds 2007 is de band weer terug. Althans: leadzanger Billy Corgan is terug met een nieuwe band. Zijn kompanen van weleer, onder wie bassiste en uithangbord D’Arcy Wretsky, zijn inmiddels allemaal uit de band gestapt. Het begin van die comeback, het album Zeitgeist in 2007, was niet bepaald veelbelovend. Een dramatische plaat en een weinig boeiende show op Pinkpop beloofde niet bepaald een succesvolle reünie.

Alweer twee platen verder moet anno 2015 toch worden vastgesteld dat die bewering alvast onjuist is. Opvolger Oceans was weer een ouderwetse Smashing Pumpkinsplaat en na wat personele wisselingen en de inhuur van een aantal kwalitatief sterke sessiemuzikanten draaien de Smashing Pumpkins weer op volle touren. Tijd voor wat ambitie dus!

Dat laat Corgan als zelfverklaard muzikaal meesterbrein zich natuurlijk geen twee keer zeggen. Oceans bleek het eerste deel van het drieluik Teargarden by Kaleidoscope. Opvallende keuze, want tweede deel Monument to an Elegy lijkt eigenlijk van geen kant op Oceans. Koos Corgan in het verleden vaak voor keihard, bombastisch gebeuk, daar staan op het nieuwste album van de Pumpkins vooral rechttoe-rechtaan popsongs uit het wat hardere segment. Zo klinken de Smashing Pumpkins opvallend genoeg op hun nieuwe album vooral als bands die ooit door hen werden geïnspireerd.

Is dat erg? Enerzijds wel, anderzijds niet. Wanneer je voor het gemak vergeet dat we hier te maken hebben met de band die begin jaren ’90 twee van de allerbeste platen uit de muziekgeschiedenis maakte hebben we hier te maken met een degelijke plaat, met een aantal positieve uitschieters. Zo is openingstrack Tiberus een prima rockplaat. De stem van Corgan ligt het hele album niet geweldig in de mix, maar op Tiberus schuurt Corgan exact het nummer binnen zoals je van een Smashing Pumpkinsnummer zou hopen. Dat schurende gaat weg, maar ook op de rest van het album vooral keurige, foutloze nummers. Met Dorian en Anti-Hero vinden we aan het slot van het album ook nog twee prima nummers. We hebben ons bijna veertig minuten niet verveeld.

In de constatering ‘niet verveeld’ schuilt exact het belangrijkste kritiekpunt op de nieuwe Pumpkins. Want hoewel Corgan nog steeds ambitieus genoeg is en hij verwoede pogingen doet om dit ook uit te stralen, hebben de Smashing Pumpkins duidelijk de grens van hun oeuvre nu wel bereikt. Te weinig samenhang, te weinig originele ideeën en teveel herhaling van hetzelfde trucje. Het is moeilijk om te midden van weer een middle-of-the-road nummer die lijkt op haar voorganger Corgans woede nog écht te geloven, en daarnaast leent de tere stem van Corgan zich bij vlagen niet echt voor de gezapige progpop op Monuments…

Onderhoudende plaat, maar toch weer een teleurstelling. We hebben het hier namelijk niet over een of ander debuterend emobandje uit Nieuwegein, dit zijn de Smashing fucking Pumpkins! Die kennen we van ambitie, van een nieuw geluid en van Today, 1974, Zero en Disarm. Het is jammer dat een band met die ambitie en met een musicus van het statuur van Billy Corgan niet meer in staat blijkt te zijn te schuren. Houdbaarheidsdatum bereikt? Geen idee. Wat er wel aan de hand is? Zoals Corgan het zelf zou zeggen: “Despite all my rage I’m still just a rat in a cage”.

“The Smashing Pumpkins is op Monuments to an Elegy te weinig ambitieus”
Overall Score60%
60%Totale score