Het mag dan officieel lente zijn, maar aan het weer was het vandaag niet te merken. Kou, wind en regen zorgden voor een uiterst kille dag. Maar wie ’s avonds in de Tolhuistuin te Amsterdam-Noord naar de show van Chuck Ragan & The Camaraderie ging, zal die kou allang weer vergeten zijn.
Allereerst betreedt support act Skinny Lister het podium. De uit vijf heren en één dame bestaande band komt uit Groot-Britannië en maakt, net als Ragan, punky folkrock, maar klinkt dankzij de muzikale invloeden uit de UK en Ierland toch anders dan de hoofdact van vanavond. De liedjes zijn bijzonder vrolijk en de band heeft het duidelijk naar de zin. Skinny Lister doet de Tolhuistuin voor eventjes veranderen in een Irish pub waarin gezelligheid en muzikaliteit centraal staan.
Chuck Ragan, daarentegen, neemt het publiek mee naar de zuidelijke staten van Amerika, met een sound die het best te omschrijven is als een samensmelting van folk, punk en zogeheten “heartlandrock” – rauwe gitaarmuziek die invloeden kent uit de americana- en countryscene. Op de detailpagina van Paradiso wordt hij dan ook omschreven als een soort hardcore versie van Bruce Springsteen; niet de minste naam om mee vergeleken te worden. Bovendien timmert Ragan al jarenlang aan de weg en is hij intussen een zeer gerespecteerd artiest geworden in zijn genre. Hij is al ruim twintig jaar de frontman van Hot Water Music, organiseert sinds 2005 The Revival Tour, bracht in 2014 zijn vierde soloplaat uit en werkt momenteel aan de soundtrack van de videogame The Flame In The Flood. En dan tourt hij ook eens nog bijna het hele jaar rond. Vanavond strijkt hij met zijn band, The Camaraderie, neer in onze hoofdstad.
The Camaraderie doet in elk geval hun naam eer aan, want er wordt bijzonder strak gespeeld. Met een bassist, steel pedal gitarist, drummer en violist (Ragan neemt de akoestische gitaar en mondharmonica voor z’n rekening) heb je een voor velen misschien ietwat ongebruikelijke samenstelling, maar de timing van de bandleden is nagenoeg perfect en het geluid klinkt bijzonder rijk en helder, wat ook te danken is aan de goede akoestiek van de Tolhuistuin. Vooral violist Jon Gaunt steelt vanavond de show met zijn prachtige solo’s. The Camaraderie klinkt en oogt, samen met hun frontman, ook echt als een kameraadschap.
De punkinvloeden hoor je terug in het tempo van de nummers, maar vooral ook in de stem van Ragan. Zijn stem is hard, rauw, en een beetje hees, maar dat past goed bij zijn repertoire. Aan het begin van de setlist horen we vooral materiaal van het laatste album Till Midnight: ‘Something May Catch Fire’, ‘Vagabond’ en ‘Non Typical’. Halverwege de laatstgenoemde track klimt een meisje van een jaar of tien opeens op het podium, en zingt het nummer samen met haar grote held af. Dit mooie moment zet de toon voor de rest van de avond, en wie Ragan vorig jaar nog in De Helling heeft gezien, weet dat het niet eens zijn eerste duet is met het meisje: ook toen was zij even onderdeel van The Camaraderie. Ragan is aanzienlijk aangedaan door de jongedame, en bedankt haar “for making my year”.
De sfeer is vanavond bijzonder gemoedelijk. Chuck Ragan is zowel in zijn muziek als in zijn persoonlijkheid heel oprecht, nuchter en sympathiek. Hij weet zijn fans met de vrolijke nummers flink op te zwepen, maar raakt ook een gevoelige snaar als hij bijvoorbeeld ‘Survivor Blues’ zingt: een mooie cover van de Amerikaanse singer-songwriter Cory Branan, die enkele jaren geleden nog samen met Ragan te zien was tijdens The Revival Tour. Ook oudere nummers als ‘Rotterdam’ en ‘The Boat’ zijn nog altijd prima te behappen. Er kan dus weinig meer fout gaan deze avond, en dat gebeurt gelukkig ook niet.
De show van Chuck Ragan en zijn Camaraderie is hartverwarmend, een beetje magisch zelfs. Het is te hopen dat deze punktroubadour voorlopig nog lekker druk blijft met muziek maken en touren, want van een avond als deze kun je er nooit genoeg hebben.