“Rauwe gasten met toegankelijk Britpopoeuvre willen binnen vijf jaar uw favoriete band worden”

Laat ik direct met een openbaring beginnen; ik heb wel wat met Britpop. Sterker nog, ik ben er verzot op. In de kleuterklas playbackte ik op Wonderwall van Oasis, jarenlang was Whatever van diezelfde band mijn absolute alltime favorite, later werd ik gegrepen door – achtereenvolgens – The Verve, The Stone Roses en Blur en tot slot ontdekte ik Joy Division en The Smiths. Toen ik een tikkeltje recalcitrant werd – pubertijd – volgde de stormachtige opkomst The Libertines. Toen moesten de Arctic Monkeys – zo’n beetje de soundtrack van de tweede helft van mijn jeugd – nog beginnen.

Zo’n beetje de helft van de huidige generatie concert- en festivalbezoekers moet zich redelijk kunnen herkennen in die muzikale stamboom; mijn generatie is getogen in het rijk van de Britpop. Des te spijtiger is het, dat de stormachtige ontwikkeling van de Britpop na de Arctic Monkeys een beetje stil is gevallen. Want met een beetje fantasie onderscheiden wij de afgelopen tien jaar nog een aantal lievemeisjesgroepen die wel voor Oasis-op-z’n-sufst doorkunnen, maar een échte rauwe Britpopformatie hebben wij Britpoppers jaren niet meer aan onze collecties kunnen toevoegen. Al jaren zijn wij op zoek naar een band die op unieke wijze bravemeisjesliefdesliedjes combineert met snoeiharde noize. Wij zijn op zoek naar een formatie van rauwe persoonlijkheden, met liefst een frontman met het talent van Damon, de finesse van Alex, de gevoelswereld van Pete of de cockyness van Liam. En wij zijn op zoek naar een band die in staat is nummers te maken die in de allereerste luisterbeurt al tijdloos beklijven.

Gelukkig zijn wij niet de enigen die hierna op zoek zijn. Alex Turner is bijvoorbeeld ook al jaren op zoek. Al jaren geeft hij met zijn Monkey-maten jong talent op zijn label een kans om te ontwikkelen. Bij Alex alleen ruimte voor échte Britpop; neosoul, danceinvloeden en rappers komen er in huize Turner voorlopig gelukkig niet in.

“Wie zaait, zal oogsten”, zo luidt het spreekwoord en amper twee jaar geleden was Turner eruit; The Bohicas waren volgens hem de volgende in de lijn van troonopvolging in de Britpop. Een paar stormachtige concerten in voorprogramma’s van de Monkeys deden de buzz groeien, en toen achtereenvolgend singles XXX en Swarm uitkwamen was de reactie in de Britse (underground)pers uitzinnig. Twee bijna QOTSA-achtige, retestrakke en vinnige rocksongs die je bij de lurven grepen zoals alleen de Monkeys dat eerder konden. Retestrak, bijzonder origineel en megacool; hebben we onze nieuwe Britpophelden gevonden?

Dat valt nog te bezien, want inmiddels anderhalf jaar later heeft de band nog niet echt potten kunnen breken. De eerste festivaltour (de formatie is inmiddels op Lowlands en Down The Rabbit Hole geweest) kon niet echt op volle tenten rekenen, de debuutplaat was pas anderhalf jaar na de tease-single echt klaar en de daarop volgende clubtour leidt langs dusdanig trieste oorden dat geconcludeerd zou kunnen worden dat de bubbel rondom UK’s next big thing inmiddels compleet is gebarsten.

Dat lot verdient deze formatie echter niet. Debuutplaat The Making Of… is dan wel wat wisselvallig, maar voldoet wél aan alle eisen van goede Britpop. De tracks nestelen zich als oorwurmen in je gehoor, de plaat kent prachtige gevoelsnummers (voor haar) en een compromisloos postpunkgedeelte (voor hem) en de formatie schijnt zelf nog altijd het idee te hebben dat ze volgend jaar prima Glastonbury kunnen afsluiten, dus met het cockygehalte zit het ook wel goed. Geen enkele reden dus om de formatie live geen kans te geven.

Dat kunt u de vandaag nog doen in Amsterdam, maar de Nederlandse clubpremiere van de Bohicas in Nijmegen heeft de Keizerstad niet bepaald en masse richting Merlyn gekregen. Als de formatie om negen uur – een kwartier te laat, best wel rock ’n roll– aftrapt is de weg naar de bar nog makkelijk begaanbaar. Sterker nog, er hebben zich maar amper vijftig mensen naar Merlyn begeven. Extra uitdaging, want dankzij de gracht die ontstaat tussen band en publiek lijkt het podium wel een onbegaanbaar fort.

De Bohicas hebben daar vanavond maling aan, zoals de Bohicas sowieso maling hebben aan het aanwezige publiek. De formatie doet zijn ding en doet dat goed, zo blijkt eigenlijk al direct bij de snoeiharde opener XXX. Een uitstekende, punkrocksong die prima blijft hangen en absoluut overeind blijft in de kleine Nijmeegse zaal. Na Crush – een nummer dat niet op de debuutplaat van de heren te vinden is – volgt Only You. Met dat nummer laat de formatie zien dat zij ook in staat is om lievemeisjeshits te schrijven. Prima ballad, waarin voor het eerst opvalt hoe goed de samenzang van de vierkoppige formatie is. Mocht die indiebubbel toch barsten zit hier een prima close harmony in.

In lijn met de debuutplaat is ook het middenstuk van dit concert wat gezapig. Tracks als Somehow You Know What I Mean en Upside Down, Inside Out staan ongeveer net zo bol van clichés als de titels doen vermoeden en de formatie loopt in deze fase van de show ook op tegen een nijpend gebrek aan charisma. “Thank you, this is amazing” klinkt op een festival al niet zo oprecht, maar wanneer je helemaal uit Wales naar Nijmegen komt en daar slechts vijfenveertig man treft klinkt het ronduit routinematig.

Net wanneer het concert als een nachtkaarsje dreigt uit te gaan tapt de formatie weer even uit een beter vaatje. Red Raw had in de opening zomaar op een van de Beady Eyeplaten kunnen staan, maar ontwikkelt op Josh Homme-achtige wijze naar een snoeiharde finale. Albumopener I Do It For Your Love is vervolgens muzikaal het knapste nummer van de avond – goeie, spannende ontwikkeling door het nummer heen en wederom loepzuivere close harmony. Na een wat ongelukkige – maar gelukkig ook hele korte – cover van Soldier of Love (Arthur Alexander) komt de band met The Making Of…, de meest hitgevoelige track van het debuut die gek genoeg nog niet als single is her- en erkent. De formatie overtuigt vervolgens definitief het publiek met trio Where you at – Swarm – To Die For, een trio uit het wat harde segment. Na vijftig minuten besluit de band dat het wel voldoende was.

Grote vraag; wat blijft er live over van die enorme buzz rondom deze band? Antwoord: voldoende. The Bohicas zijn nog niet de grote publieksformatie die het zou moeten zijn. Het mist ook absoluut het charisma van – bijvoorbeeld – Circa Waves en The Strypes. Op twee belangrijk punten winnen de Bohicas het echter wél van die formaties; de muzikaliteit en het songmateriaal. Want akkoord, niet alle nummers van de formatie zijn even sterk en op de minder sterke momenten valt het live door een gebrek aan charisma ook wel heel erg stil, maar voor het meer overtuigende deel van de set verdienen The Bohicas een dikke voldoende.

Een succesrecept te pakken, invloedrijke vrienden genoeg, nu een goeie tweede plaat en vlieguren op het podium en wie weet zijn The Bohicas over vijf jaar wel uw favoriete band.

The Bohicas zijn vanavond te zien in Paradiso in Amsterdam. Het debuutalbum van de formatie, The Making Of…, ligt in de betere platenzaak.