Het laatste concert dat ik meemaakte in het Doornroosje was alweer heel wat jaartjes geleden. Iets meer dan zes jaar geleden zag ik The Dillinger Escape Plan de oude zaal tot op de grond afbreken. De band deed dat met mathematische precisie en meer akkoorden en tempowisselingen dan een Zwitsers uurwerk radertjes heeft. Wat betreft akkoorden en tempowisselingen kan het verschil niet groter met vandaag. Sunn O))) houdt het tempo namelijk doorgaans iets lager.

Puce Mary

Echter voordat de dronegrootmeesters hun opwachting maken, mag Puce Mary haar kunsten vertonen. De Deense Frederikke Hoffmeier, die achter de naam Puce Mary schuilgaat, draait naar hartenlust aan de knoppen en tovert de meest vreemde dronebeats uit de hoge hoed. Ook de volumeknop weet ze goed te vinden, want de beats worden naast goed gehoord ook stevig gevoeld. Naast al dit sonisch terreur, draagt Frederikke haar teksten op Kate Tempestiaanse voor. Die teksten in combinatie met de onheilspellende klanken, maken dit aperitiefje tot een aangename kennismaking.

Sunn O)))

Voor het hoofdgerecht moeten we dan even wachten. Gelukkig niet lang, want al snel beginnen de rookmachines overuren te draaien en wordt het podium en een groot deel van de zaal gehuld in nevelen. Wanneer daarna het zaallicht uitgaat en het podium vanachter de rook rood en blauw oplicht, zien we voorzichtig enkele gestalten het podium op schuifelen.

Wanneer Stephen O’Malley en Greg Anderson vervolgens tergend langzaam de eerste noten op ons loslaten, worden we ondergedompeld in de totaalervaring die Sunn O))) is. Alsof we getuige zijn van het ontstaan van de aarde, tergend langzaam worden bergen verzet en troggen uitgeslepen door meanderende gitaarlagen en onheilspellende orgelklanken. Dit alles onder een dik grijs wolkendek, waar slechts de zon doorbreekt als de klanken van de schuiftrompet haar werk doen. Een klein lichtpuntje in een aardedonkere set. Sunn O))) bouwt op, breekt af en bouwt weer op, net zo lang totdat het Doornroosje Droneroosje is geworden.