Het is alweer even geleden sinds de Schotse band The Fratellis een hit heeft gescoord of een noemenswaardige plaat heeft uitgebracht. Desalniettemin staat de band geprogrammeerd in de grote zaal van Paradiso – al zijn de balkons van de Amsterdamse poptempel afgesloten en is de vloer nauwelijks halfgevuld. Toch heeft iedereen er zin in, want het bier vloeit rijkelijk en er wordt enthousiast gereageerd als de lichten uitgaan.

The Fratellis openen met nieuwste single ‘Baby Don’t You Lie to Me’ en vervolgens het oudere ‘Henrietta’, wat goed in de smaak valt: voorin wordt er vrolijk gedanst en gesprongen. Een ingetogen, maar goedgemutste Jon Fratelli (echte naam: John Lawler) is verrassend goed bij stem. Het drietal klinkt samen erg lekker; live bijgestaan door een keyboardist klinkt het geluid van de band wat rijker en voller dan op cd. Bovendien biedt Paradiso een goede akoestiek voor deze alternatieve indierockers. Vooral drummer Mince Fratelli (of Gordon McRory) speelt goed. Hij is de drijvende kracht achter de band en straalt de meeste energie uit.

Helaas worden veel Fratellis-liedjes volgens hetzelfde recept gemaakt en misschien is dat wel de reden dat de heren na het debuut Costello Music (2006) niet mee konden varen op het succes van bands als Franz FerdinandThe Wombats en The Hives. De groep is zelfs eventjes uit elkaar geweest, waardoor ze het momentum al helemaal verloren. De band kan vanavond dan ook niet voorkomen dat de show na een paar nummers als een kaartenhuis in elkaar zakt. Veel bezoekers zullen niet zo bekend zijn met liedjes die niet afkomstig zijn van Costello Music, maar met een setlist die ruim twintig nummers telt ontkom je natuurlijk niet aan nieuwer materiaal. Jon Fratelli’s hoedje zakt steeds verder over zijn ogen, waardoor het moeilijk te peilen is of hij het na die flitsende start nog steeds naar zijn zin heeft.

Het enige praatje van de avond is er als Jon vertelt over het ontstaan van de band. Dat gebeurde ruim tien jaar geleden in een pub in thuisstad Glasgow, en hoewel de heren al snel een bandnaam en albumtitel hadden verzonnen, duurde het even voor de rolverdeling rond was en er daadwerkelijk een band was. Het trio zet vervolgens ‘Got Ma Nuts From a Hippie’ in, de eerste track die ze ooit schreven (voor zover ze zich kunnen herinneren). Het is een klein lichtpuntje in een verder bijzonder saai middenstuk van deze set.

Na dik anderhalf uur spelen is het tijd voor die ene monsterhit uit 2006: ‘Chelsea Dagger’. Alleen met deze track weten The Fratellis het dak er echt af te spelen, al is het maar omdat dit nummer voor veel mensen misschien wel de enige reden is om vanavond aanwezig te zijn. Terwijl er na dit kleine feestje veel mensen al langzaam aan richting de uitgang gaan, nodigt de band een fan op het podium uit omdat die aangaf graag een selfie te willen nemen met duizend mensen op de achtergrond. Dat aantal gaat ‘ie met dit toegestroomde publiek niet halen, maar toch is het een sympathieke actie.

Met ‘Runaround Sue’ komt er vervolgens een einde aan de avond. Het is jammer dat een groep goede muzikanten als The Fratellis live zo’n gebrek aan charisma en variatie heeft, want daarmee zorgen ze er eigenhandig voor dat dit optreden met de minuut saaier wordt. De grote comeback van dit trio laat dus nog even op zich wachten.