“Vloekend, tierend en keihard onsymphatiek richting een genadezesje”

Stel: Er zou een boek uitkomen met de titel Het Groote Boek Van Hoe Een Concert Hoort Te Zijn, en wij zouden samen een hoofdstuk ‘dit moet je écht niet doen’ moeten maken, wat zetten we er dan in? Zonden komen altijd met Zeven, dus maken we er voor het gemak zeven zonden van. Mijn input: Allereerst; het verkeerde voorprogramma uitzoeken. Twee; te laat beginnen en tóch op tijd stoppen. Drie; je technicus uitschelden. Vier; een deel van je band thuislaten. Vijf; je publiek uitschelden. Zes; je band als fontman vergeten voor te stellen. En zeven, en dit is écht een doodzonde, kritiek uiten op je publiek.

Wij zien u denken: één van deze zondetjes los is nog wel lollig en voor te stellen, maar je moet wel echt een flapdrol zijn om al deze zeven zonden keihard te begaan. Vanavond leerden we echter, dat zelfs fantastische muzikanten de zondeladder een aardig eind kunnen beklimmen.

Gezien een negatieve review niet leuk is om te lezen én niet leuk is om te schrijven beginnen we positief: Curtis Harding, want dat is de artiest waar we het over hebben, is een fantastische singer-songwriter. Sinds het uitkomen van het fascinerend goede debuutalbum Soul Power is die plaat niet meer uit onze CD-wisselaar geweest. Zo’n plaat die je absoluut gehoord móét hebben. De perfecte combinatie van frisse pop, vuige soul en rammelende gitaarindie, zo schreven we toentertijd over die plaat. Sterker nog, misschien was het wel het allerbeste album van 2014.

Daarnaast, we blijven het zeggen, de Rondazaal van TivoliVredenburg is qua geluidsbeleving ongeëvenaard. Klonk Harding eerder dit jaar bij andere concerten in het land nog behoorlijk vlak, daar was in Utrecht een mooie, volle geluidsmix te horen. Ook eervolle vermeldingen voor de zeer enthousiaste opwarm-DJ en de nog enthousiastere opwarm-MC en voor de heren in de backband van Harding. Die klonken allemaal retestrak. En oké, ook een compliment voor Curtis Harding zelf, want zo’n fantastische strot hoort niet thuis in de backline van Cee Lo Green en Outkast, die hoort bij een leadzanger.

Fantastisch songmateriaal, strakke band, leuk sfeertje en een gouden strot; muzikaal dus eigenlijk louter goed nieuws. Belangrijk, maar we zijn bij een concert, en dus moet ook de performance tegen het licht worden gehouden. En dan gaat het mis.

De schoen begon al te wringen bij het voorprogramma. The Prettiots heten ze, en ze zijn eigenlijk helemaal niet zo slecht. Ze missen alleen de aansluiting met het publiek. Waarom? Te simpel, te clichématig, te ongeïnspireerd. Voorbeeldje: “These are the the boys that I dated in highschool. I thought they were so nice, I thought they were so cool”. Sloot natuurlijk niet echt bij met name het vergrijsde deel van het (soul)publiek van Curtis Harding. Wel leuk: de Amerikaanse formatie covert wereldhit Boom Boom Boom Boom van de Vengaboys uit ons aller Vlaardingen en is hoogst verbaasd door de (h)erkenning bij het publiek.

Na een klein halfuur komt een eind aan het voorprogramma. Daarna duurt het allemaal net effe iets te lang. Drie kwartier ombouwtijd (waarvan zeker vijfentwintig minuten niet gebruikt) voordat de band van Harding opkomt. Die is fantastisch, maar als frontman loopt niet Harding, maar een sfeermaker op. Die oogt zwaar onder invloed en zet een show neer die vijf minuten leuk is en daarna gênant wordt. Vaak kijkt de entertainer dan ook naar de zijkant van het podium, maar telkens is het signaal hetzelfde; Harding is nog niet present.

Als hij dat na een klein kwartier wel is, is de zaal lekker opgewarmd. Hoe jammer dat Harding de entertainmentshow niet in één keer doorknalt. Harding komt op terwijl de band het eerste nummer al ingezet heeft, maar in plaats van gelijk in te vallen, start Harding met het kloten met apparatuur (had niemand dat van te voren kunnen doen!). Vervolgens opent de set gewaagd met twee b-kantjes. Soul Power had dat overigens zeker niet hoeven zijn, want dat blijkt een uitstekend nummer. Het publiek is door de lange aanloop dan inmiddels een beetje afgehaakt en ook Curtis zelf lijkt er weinig zin in te hebben. Dat is echter van onderschikt belang, want de band van Harding zit er uitstekend in, het songmateriaal is geweldig en veel betere soulzangers dan Harding lopen er momenteel niet veel rond. Ander positief puntje: Harding heeft voor deze liveshow gekozen voor een lekker dik aangezette rockband. De distortion smuikt met name de wat vlakkere bluesrocknummers lekker vet op.

Op de meer dansbare nummers missen echter twee belangrijke ingrediënten van de plaat; Blazers en toetsen spelen op plaat een grote rol, maar ontbreken in de live set-up van Harding. Misschien een geldkwestie, maar een artiest die TivoliVredenburg bijna uitverkoopt moet toch wel een toetsenist en drie blazers kunnen meenemen?

Het publiek begint halverwege de niet erg publieksvriendelijke set van Harding dan ook langzaam te morren, en dat wordt er niet veel beter op als Harding door de microfoon de lichtman een standje geeft; die moet van hem de lichten wat dimmen om wat meer sfeer te creëren. Die sfeer wordt er niet gezelliger op als Harding het richting het einde van het concert – ongeveer 40 minuten na zijn opkomst – bijna aan de stok krijgt met een fanatieke fan op de eerste rij, die hem vraag zijn zonnebril af te zetten. “Je moet niet naar mijn ogen kijken, je moet naar de muziek luisteren”, aldus een zichtbaar geïrriteerde Harding. Nadat de vrede tussen hem en de fan is getekend ontstaat er zowaar connectie tussen Harding en zijn publiek. Bij Heaven’s On The Other Side zien we Harding lachen en het publiek dansen. Even lijkt het goed te komen, maar dan zet de formatie megahit Keep on Shining in – laatste nummer op de setlist. Dat nummer blijft sowieso niet bepaald overeind zonder blazers, maar Harding weet het kleine beetje magie dat nét was ontstaan om zeep te helpen door een buitengewoon onsympathieke kritische speech jegens het publiek. Hij vraagt zich af of die wellicht de volgende keer wat harder kunnen dansen….

Daarmee overtreed hij de belangrijkste wetmatigheid van de livemuziek; je krijgt het publiek dat je verdient. Harding verdient een volle TivoliVredenburg op basis van de plaat, maar verdient bepaald geen enthousiasme op basis van zijn performance. De zaal blijft na een korte toegift – met het fantastische I Need A Friend en een wat vlak Ain’t No Sunshine – een beetje verdwaasd achter.

Curtis Harding is een muzikaal toptalent die ongetwijfeld een gouden toekomst tegemoet gaat. Als hij echter altijd zo omgaat met zijn personeel, band en publiek wordt de weg daarnaartoe wel lang. Hopelijk leert hij snel en kunnen wij hem de volgende keer de hemel inprijzen. Dat verdient zijn talent, en dat verdient zijn publiek. Voorlopig houden we het echter bij een genadezesje.