Het is alweer een tijdje geleden dat Tame Impala voor het laatst voor een clubshow naar ons land kwam. Om precies te zijn was de laatste keer in 2012, toen de formatie amper tien kilometer verderop in de Amsterdamse poptempel Paradiso stond. De groep was toen alternatief net doorgebroken dankzij de warme klanken van Lonerism, de eclectische tweede langspeler van de Australiërs. Vier jaar geleden beschreven we dat concert als ‘puur vakmanschap’ en ‘technisch meesterlijk’. Daar bleef het echter bij; Tame Impala was als een Zwitsers uurwerk; kwalitatief hoogstaand, maar daardoor ook een tikkie degelijk. De verlegenheid van frontman en boegbeeld Kevin Parker speelde daar toen ook nog eens niet erg positief in mee.

Dat Tame Impala drie jaar later wegens teveel populariteit moest verhuizen naar de Bijlmer en aldaar in luttele uren de Heineken Music Hall zou uitverkopen had Parker – in 2012 nog hoogst verbaasd over een uitverkochte clubshow in Paradiso – vermoedelijk zelf ook nooit kunnen dromen. Het ietwat onverwachte, doch daardoor niet minder terechte, megasucces van Currents heeft daar natuurlijk alles aan bijgedragen. Sterker nog, zeker na de bejubelde show op Lowlands en na de uitverkiezing van Let It Happen tot Song van het Jaar had de formatie de naastgelegen Ziggo Dome vermoedelijk ook wel vol gekregen.

De verwachtingen van hen die vanavond wél een kaartje hadden weten te bemachtigen waren dus hooggespannen. Na de geslaagde extended festivaltour van vorig jaar namen de Australiërs een paar maanden pauze om de liveshow voor 2016 te perfectioneren. De show in Amsterdam is daarbij de try-out; de zaal is zeker niet de grootste van de zalen die Tame Impala op het programma heeft staan, en aangezien ook de eerste headline-shows op de middelgrote festivals bekend worden gemaakt is dit zo’n do-or-die avond voor de formatie.

We kunnen er omheen draaien, maar vanaf minuut één is eigenlijk duidelijk dat het honderd procent do wordt vanavond. Na een wel heel wisselvallig voorprogramma (Jagwar Ma – sowieso een bandje voor de fijnproevers), een intrigerende setopbouw door hippe figuren in lange lappenjassen en een opening op het grote, de hele avond met sferische visuals en psychedelische spirografen gevulde scherm komt de formatie op. Kevin Parker, vanavond op blote voeten, is nog altijd even ontwapenend als in zijn beginjaren maar weet het publiek wel beter te bereiken. Het publiek stelt verbaasd een vrolijke Parker vast, die breedlachend naar het publiek zwaait. Hij heeft er overduidelijk goesting in.

De luchtigheid van het bijna kinderlijke zwaaitje is vervolgens snel vervlogen. In plaats van te openen met – bijvoorbeeld –  een van de meer rechttoe-rechtaantracks van Lonerism gooit Parker zijn publiek direct in het diepe. De formatie start met grote hit Let It Happen. Die acht minuten lange track is absoluut de plaat waarvoor het grootste deel van het publiek komt en wordt dan ook met enorm veel enthousiasme ontvangen. Langzaam voert Tame Impala het publiek mee naar de bijna hypnotische brug op ongeveer drie minuten in Let It Happen. Vervolgens komt de climax; het bijna eclectisch openbreken van de track in een van de mooiste repetities uit de muziekgeschiedenis, ondersteund door confetti (ja mensen, confetti in het eerste nummer!) en een heel aantal extra baslagen. Resultaat? Een van de meest sfeervolle concertmomenten uit de geschiedenis van de Bijlmer en al na de eerste track een euforisch, collectief gelukzaligheidsgevoel. Voor dat soort momenten ga je dus naar de concertzaal.

Vervolgens komt in iets meer dan anderhalf uur een mooie dwarsdoorsnede van het oeuvre van de Australiërs voorbij. Dat is op plaat al van aardige kwaliteit, maar wordt live naar een hoger niveau getild. Daarbij mag vooral de rol van Kevin Parker niet worden onderschat. De frontman, die solo verantwoordelijk is voor de volledige muziekproductie en de platen van de Australiërs, zingt nog altijd op een typische maar loepzuivere wijze. Daarnaast is hij uitgegroeid tot een oprecht sympathieke frontman waar bij tijd en wijle zelfs een dansje vanaf kan.

Dat doet hij dus écht alleen als hij het écht naar z’n zin heeft. Dat is vanavond het geval, en straalt zowel van band als van publiek af. De nieuwe nummers doen het live fantastisch, de HMH kent zijn klassiekers ook uitstekend en de duizelingwekkende zuiverheid van het geluid in de verder vrij sfeerloze blackbox van de HMH doet de rest. Een aantal songs springen er in het bijzonder uit. Why Won’t They Talk To Me bijvoorbeeld, een albumtrack van Lonerism die live op een bijzondere manier wordt uitgespannen tot een kernelement in de show. Of The Less I Know The Better, een van de allersterkste nummers van de nieuwe plaat met een tekst die puberaal verlangen verheft tot stilistische liturgie. En wat te denken van Eventually, die wat gekke halve hiphoptrack van Currents die vanavond door de fans wordt ontvangen als een jarenlang gekoesterde fan favorite.

Was dan alles goed? Nee, rondom niemendalletje Yes I’m Changing slaat de show even dood als bier in een vet glas – waarom staat die track überhaupt op de setlist – en als richting driekwart van de show een versterker uitvalt kost het ongeveer anderhalf nummer en drie verschillende roadies om er uiteindelijk op aanwijzing van de dienstdoende bassist achter te komen dat het de voedingskabel is die het probleem veroorzaakt. Buurman en buurman in een lapjas; tikkeltje amateuristisch.

Kniesoor die daar echter op let. Als de versterker weer is aangesloten gaat Tame Impala richting een memorabel slot. De eerste klap is ‘Cause I’m A Man, op plaat niet de beste track van de formatie ooit, maar live misschien wel het meest meeslepende moment van de hele show. Why Won’t You Make Up My Mind – oudje – is daarna één van de allermooiste tracks die de formatie ooit maakte en imponeert vanavond ook weer; de complexiteit van eenvoud werd zelden zo mooi op muziek gezet als in dat nummer. De basisset wordt dan afgesloten met een opgepompte versie van Apocalypse Dreams. Als dat nummer eindigt in een geïmproviseerde jam kan enkel worden geconcludeerd dat Tame Impala het predicaat vakmanschap met zevenmijlslaarzen is gepasseerd.

En toen moest dé track nog komen. Ze openen er de toegift mee; It Feels Like We’re Only Go Backwards. Het intro van die track duurt amper vier seconden, maar hoort bij de allerkrachtigsten die tot nu toe in de tennies op plaat zijn gezet. Vervolgens spreidt de track majestueus open. Opnieuw is er confetti, opnieuw is er de warmte van de klankkleuren en opnieuw vervult de zaal zich met dankbaarheid. Tame Impala sluit daarna nog af met de livepremière van New Person, Same Old Mistakes – beetje gekke afsluiter, vermoedelijk vrij abrupt ingestudeerd want binnenkort in coverversie te bewonderen op de nieuwe plaat van Rihanna.

Tame Impala is al zeker zes jaar synoniem voor vakmanschap. Tot voor kort was het een band voor kenners, maar anno 2016 heeft ook het grote publiek de intrigerende aantrekkingskracht van Kevin Parker en de zijnen ontdekt. Dat de formatie populairder is betekent niet de shows ineens makkelijker zijn geworden; voor anderhalfuur Tame Impala is enige spanningsboog wel gewenst.

Wie zich echter laat meevoeren in de draaikolk van Pakers emoties heeft een onvergetelijke avond. Tame Impala was vanavond bijna op geen foutje te betrappen, speelde met de juiste dosis empathie en zette daarmee de Heineken Music Hall moeiteloos naar haar hand. Conclusie: dit is misschien wel de allerbeste band van dit moment. Tame Impala is vakmanschap voorbij en heeft meesterschap bereikt. Fenomenaal concert. Believe the hype!