“Rechttoe-rechtaan, weinig golfjes, de diepgang van een binnenvaartschip, maar je komt wel precies waar je zijn wil”
Stel: je zit ergens aan het begin van de jaren ’90 met je vrienden bij elkaar. Jullie vervelen je, en dus besluiten jullie en bandje op te richten – in hoogtijdagen van Kurt Cobain immers ongeveer de enige manier om vrouwen te versieren. De eerste jaren lukt helemaal niks en dus besluit je het na vijf jaar helemaal anders te doen; nieuwe naam, nieuwe producer, nieuwe stijl. Filosofie? Een band beginnen met impact op het leven van fans. Hypothese? Wij kunnen in drie dagen het leven van een luisteraar veranderen. Habemus Three Days Grace.
Na deze wat trage, filosofische start ging het vrij snel met de emocore van Three Days Grace. Producer Gavin Brown had vrij snel door dat hij goud in handen af en via platenbons EMI werd debuutsingle I Hate Everything About You al snel internationaal uitgezet. Het succesrecept was simpel; de formatie kon dankzij een genreoverstijgende combinatie tussen tamelijk credible post-grunge, een strakgepolijst emopunkimago en het toen nog behoorlijk vernieuwde nu-metalgeluid rekenen op een enorm publiek en de producties waren erg sterk. Debuutplaat Three Days Grace (2003) is een prima plaat, tweede langspeler One X (2006) is zelfs uitstekend.
Zo ging alles de Canadezen voor de wind, totdat in 2013 – exact tien jaar na Three Days Grace – zanger en boegbeeld Adam Gontier ineens de stekker uit de formatie trok. Tot op de dag van vandaag is niet volledig bekend waarom, maar kern is dat Gontier had het gevoel had geleefd te worden en een andere richting op te willen dan zijn fans. Het vertrek kwam ook voor zijn bandmakkers als een enorme verrassing. Snel besloten zij niet te gaan voor stoppen, maar voor een vervangende frontman. Die was snel gevonden; Matt Walst – broer van gitarist annex bassist Brad Walst én in zijn vrije tijd ook frontman van My Darkest Days – was bereid de vrijgekomen spot in te vullen. I am Machine (2015) was zijn eerste plaat met de formatie en de huidige tour is zijn eerste tour mét eigen werk. Grote vraag in TivoliVredenburg vanavond dus; kan Walst het vocale geweld van Adam Gontier doen vergeten?
Met de populariteit van de formatie zit het anno 2016 in elk geval wel goed. De Rondazaal van TivoliVredenburg is vanavond volledig uitverkocht en dat is voor een formatie uit de nu-metaltijd toch tamelijk uniek. De Canadezen kunnen rekenen op een trouwe fanschare, die voor het grootste deel vermoedelijk al liefhebber waren in de hoogtijdagen, maar waarvan een aanzienlijk deel de formatie pas later heeft leren kennen; ook de (emo)jeugd heeft haar weg naar Utrecht prima weten te vinden. Generatiegebonden termen als schoolexamen, kluisjes en vier cola, alstublieft vliegen vanavond opvallend vaak door de zaal.
Dat geeft wel aan dat de Three Days Grace-formule een behoorlijk tijdloze is. Het publiek wordt opgewarmd met Killing in the Name Of door de speakers en de formatie opent vervolgens de show met I Am Machine – meest succesvolle nummer van de nieuwe plaat. De jongere helft van het publiek zingt woordelijk mee, terwijl het oudere deel vervolgens los mag op Just Like You – een van de allereerste en nog altijd allersterkste singles van de formatie.
In het eerste deel van de show zit het tempo er sowieso lekker in. Tivoli vermaakt zich uitstekend en dat is grotendeels te danken aan nieuwe frontman Walst. Die zingt zuiver, is ook nog prima in conditie en vermaakt het publiek door als een volleerd rockster constant contact te maken met zijn publiek. Veel minder sterke songs als Break en Chalk Outline worden zo alsnog best interessant.
Écht spannend wordt het echter niet. Reden: Three Days Grace trapt iedere open deur in het Huis van de Rockmuziek vrolijk in. Paar dieptepuntjes; schreeuwwedstrijdje-jongens-tegen-de-meisjes, vuisten-in-de-lucht, deze-is-voor-jullie, you-guys-are-awesome; noem een rock ’n rollcliché en Three Days Grace heeft hem vanavond gebruikt. Juist omdat de songs van de Canadezen kwalitatief eigenlijk uitstekend worden gespeeld en omdat Walst van zichzelf zoveel pathos heeft dat deze overdreven volksmennerij totaal niet nodig is, is dat ontzettend jammer. In het sowieso hopeloze Human Race – een nummer waarin Three Days Grace het publiek een ingewikkelde socio-emphatische boodschap wil meegeven over de mens anno 2016 – wordt dit nogmaals extra onderstreept door de meest clichématige solo uit de geschiedenis van de rockmuziek.
“Dat was het dieptepunt”, zo lijkt ook de formatie te hebben gedacht. Een minutenlang en weergaloos drumintermezzo van Neil Sanderson – muzikale motor van de formatie – trekt de show over het dieptepunt in en een paar goedgeplaatste topsongs doen de rest. Painkiller is de beste track van de nieuwste plaat, Fallen Angel is een vrij clichématig doch door Tivoli uitstekend ontvangen meezinger en The Good Life is hoewel sterk verbonden aan de mindstate van voormalig frontman Adam Gontier ook bij Walst van de betere rocksongs van de formatie.
Three Days Grace geeft naar het einde toe nog één keer extra gas en gooit de échte klassiekers er pas aan het einde in. Na The Good Life volgt I Hate Everything About You – een van de meest onweerstaanbare meeschreeuwers uit de rockgeschiedenis. Niemand in de uitverkochte Rondazaal van Tivoli heeft de onmacht die de Canadezen in dát nummer proberen te omschrijven gemist. Never Too Late is vervolgens het motto van de formatie – hoe kansloos je positie ook is, je kunt er altijd nog wat van proberen te maken. Ook die boodschap kan op applaus rekenen. Animal I Have Become is vervolgens om af te sluiten dé bijdrage van Three Days Grace aan de rockgeschiedenis. Muzikaal het meest stekelige en pakkende nummer van de formatie en live het nummer dat verreweg het meest overeind blijft staan.
Dat blijft Three Days Grace sowieso wel. Sterker nog, na de toegift vraag begin je jezelf bijna af te vragen waarom deze formatie niet een wat prominentere rol gespeeld heeft in de geschiedenis van de rockmuziek. Het antwoord op die vraag wordt vanavond door de formatie zelf gegeven; muzikaal is het allemaal dik in orde, de nummers zitten goed in elkaar en ook live valt weinig op de formatie af te dingen. Je komt dus precies waar je zijn moet en de show laat zich tot op zekere hoogte typeren als een ideale punkrockshow.
Daar ontstaat echter ook het probleem; het is allemaal namelijk óók rimpelloos, simpel en zonder diepgang. Daardoor vraag je je soms af of je staat te kijken naar een fantastische rockband, of naar een weinig relevante doch goeie kopie van zo’n revelatie. Three Days Grace is eigenlijk net het Amsterdam-Rijnkanaal; als je van Amsterdam naar de Rijn wil ga je er op het Rijnkanaal mits je niet onderweg bent met een diepgeladen schip lekker snel komen, je gaat op je reis weinig hoeken tegenkomen en het water deint lekker mee maar golft nooit. Mits je komt met de goede verwachten ideaal recept voor een heerlijke avond.
Conclusie? Wij weten het ook niet precies. Aan inzet geen gebrek, geluid retestark en goed maar helaas ook wel heel weinig vernieuwend. Three Days Grace weet hoe je een rockshow moet neerzetten en doet uiteindelijk ook gewoon precies waar ze voor zijn geboekt. Uitstekend lesje in effectiviteit.