De grootste teleurstelling van de tweede Pinkpopdag hadden we al gehad vóór we ook maar één voet op het festivalterrein hebben gezet. Rocksensatie en duivelspredikers Ghost, voor een deel van het publiek op de ‘zwarte’ Pinkpopzaterdag een belangrijke pullfactor om naar Landgraaf af te reizen, moest alsof de Heer er zelf mee speelde hun Hoogmis in het Katholieke Zuiden afzeggen wegens ernstige stemproblemen bij frontman Papa Emeritus III. Gelukkig bleef er genoeg over voor een dag muzikaal topvermaak. Wij waren erbij en vonden er het volgende van!

The Sore Losers

Op Rock Werchter wordt nog wel eens geklaagd over het aantal Nederlanders dat naar die festivalweide afreizen, maar de Belgen worden op Pinkpop prima ontvangen. Gebroederlijker dan bij de jonge Belgische Garagerockers van The Sore Losers wordt het sowieso niet meer. De formatie, nota bene afkomstig uit Belgisch Limburg, speelt een thuiswedstrijd en dat is te merken ook. Iedere Limburger én ieder Belg is gekomen om de heren te zien spelen. Zij krijgen een kranige rockshow voorgeschoteld van een formatie die met de plaat volwassener lijken te worden. Hoogtepunt is een cover van Radar Love, waarmee de heren naar eigen zeggen ook het Nederlandse deel van het publiek wil pleasen. Dat is een absoluut overbodig signaal, want dat deel was allang om. Niet onvergetelijk, wel een vet begin van de dag.

 Lucas Hamming

Is er ooit een artiest geweest die in aanloop naar Pinkop zó uitgesproken uitkeek naar het festival als Lucas Hamming? Wij kunnen het ons in elk geval niet heugen. Hemming brak dit jaar door als huisartiest van De Wereld Draait Door en liet daar eens vallen dat een plek op Pinkpop de grootste droom is die de man nog had. Jan Smeets en zijn kompanen van Mojo bleken niet te flauw en boekten de overigens zeer symphatieke zanger. Een goede keuze zo bleek, want de tent is de rest van het weekend nog niet zo vol geweest. Daar geniet Hamming zichtbaar van. In woord en gebaar toont de zanger zich ontzettend blij met de aandacht die hij krijgt. Dat is sympathiek, maar kan niet verbloemen dat de nummers van Hamming nou niet echt om over naar huis te schrijven zijn. Die niet bepaald onvergetelijke songs worden wel vol passie gebracht door Hamming en de zijnen. Het speelplezier druipt er vanaf en werkt aanstekelijk. Toch blijft het allemaal een beetje binnen de lijntjes en wordt het na verloop van tijd zelfs behoorlijk clichématig. Exemplarisch; na een uitgebreide voorlichting over veilig stagediven laat Hamming zich op handen naar de geluidstoren dragen. Dat is een kekke gimmick die Hamming zeker naar de Pinkpopuitzending op televisie brengt, maar zegt ook veel over diens show. Keurige rockshow, mooi binnen de lijntjes en vol pathos. Lucas Hamming is vandaag goed, maar kan morgen wel eens veel beter worden.

Parquet Courts

Misschien wel de meest verrassende boeking van deze Pinkpopeditie is de Amerikaanse indiekwaliteitsformatie Parquet Courts. Die groep is al jaren favoriet bij Pitchfork, Hypem en andere plekken waar hipsters samenkomen om muzikale tips uit te wisselen. Zo’n band verwacht je dus op Down The Rabbit Hole en Best Kept Secret, maar zou je niet direct aan het vaak vrij brave Pinkpop koppelen. Dat was ook te merken aan de opkomst; twee minuten vóór de show waren er slechts een handvol mensen in de tent, en ook tijdens de show liep Stage 4 maar amper vol. De publieksstand bleef daarbij ongeveer gelijk, want de postpunk van de Amerikanen is niet bepaald voor iedereen weggelegd. Het recept van Parquet Courts is simpel; het mag een beetje vals zijn, het mag schuren langs de artistieke randen van het toelaatbare en het moet vooral niet te pretentieus overkomen. Met name aan het begin levert dat, zeker niet geholpen door het verschrikkelijke geluid, vooral een bak onuitvlechtbare teringherrie op. Naar mate de show verder vordert en de geluidsman grip krijgt op de zaal wordt de show beter. En wordt duidelijk waarom dit zo’n hype is. Duo Master of my Craft / Borrowed Time klinkt bijvoorbeeld als het ideale midden tussen The Strokes en Pavement. Dé track is echter slottrack Black and White. Daar weet Parquet Courts furie en verveling het beste te combineren en rammelen we naar een herrie-hoogtepunt. Geweldige band, tikkeltje misplaatst.

Skillet

In de categorie opvallende boekingen moeten wij toegeven dat onze wenkbrauwen ook even fronsten toen wij zagen dat Skillet dit jaar op Pinkpop stond. De formatie opende niet lang geleden voor Nickelback en sloot een paar jaar daarvoor ook nog de EO-Jongerendag af. Dat heeft deze christelijke rockers een enorme wereldwijde fanclub opgeleverd, maar die zijn bij Pinkpop niet echt vertegenwoordigd. Wanneer frontman John Cooper vraagt wie Skillet voor vandaag al eens gezien hebt, steken exact vijftien mensen hun vinger de lucht in. Die vijftien kunnen trouwens alles meezingen. De rest van het publiek krijgt een wat eentonige mix van melodische pop en snoeiharde, compromisloze metal voorgeschoteld. Dat doet de formatie met beleid. Het is aan Skillet af te zien dat ze vaker op het podium staan. Bij de Amerikanen is die metal overigens maar het halve verhaal. De andere helft is een Verhaal met hoofdletter V. In een bijna ontelbaar aantal speeches – je zou er een omnibus van kunnen maken –  leert Cooper ons hoe we grote hoogten kunnen bereiken door te geloven in onszelf. Die mooie, lieve boodschap, afgewisseld met kanonharde gitaarsalvo’s maakt Skillet toch tot een uniek verschijnsel. Wanneer we die dubbele laag vergeten levert Skillet vooral een iets te trage rockshow met de voorspelbaarheid van een Zwitsers uurwerk.

Lucky Fonz III

De Pinkpopzondagavond is voor de pop-in-je-moerstaal. Natuurlijk zijn er de metaalsmartlappen van de Duitsers van Rammstein en de klassiekers van Doe Maar, maar op Stage 4 is er het Belgische Bazart en onze eigen Lucky Fonz III. Die heeft geen makkelijk slot; op de toch al geluidstechnisch ingewikkelde Stage 4 dient Fonz in zijn eentje een etende massa te trotseren. Aan het begin lukt dat matig. Het lijkt wel een braderie; er wordt gezellig gekletst, er is pizza, er is een marktje en er zijn verse frietjes. Fonz was er trouwens ook, maar die hoorden we soms even niet. Tot het omslagpunt, good old Ik Wil Een Meisje. Vanaf dat moment is Fonz even de baas van Pinkpop. Het emotionele Ik Mis Je Nu Al krijgt de tent prachtig stil en tracks als Zeilmeisje en Seks is Leuk worden ontvangen met bijna cabaretesk gelach. Vervolgens begint het slot van het concert. Dat brengt ons eerst bij Leugens, de eigentijdse versie van Doe Maars De Bom. En dan moeten Fonz’ twee beste nummers nog komen. Was Ik Maar Een Robot heeft de mooiste Nederlandstalige tekst die de laatste vijf jaar geschreven is en maakt zeer veel indruk. Fonz heeft het publiek dan allang ingepakt, maar Linde met een E is de meest indrukwekkende zegetocht die we dit jaar op Pinkpop hebben gezien. Aardige trek, door de volledige tent uit volle borst meegezongen. Hoe al die mensen dat nummer kennen? Weten wij veel. Feit is dat Lucky Fonz III op Pinkpop een klasse show geeft, en dat Stage 4 veel te klein was voor de vandaag grootse troubadour. Verrassendste optreden van de dag.

Doe Maar

Gelukkig hebben jullie geen appels bij je”, refereert Henny Vrienten aan de legendarische Doe Maar show op Pinkpop in 1983. Die show was de materialisatie van de problematiek waardoor de Nederpopformatie op hun hoogtepunt besloot te stoppen; op de eerste rijen adoratie door volslagen idolate vrouwen, daarachter een enorme kritische massa die al appelgooiend – de belhamels! – de formatie vooral verzocht weg te blijven en nooit meer terug te komen. Terugkomen, dat deden ze dus toch. Drie-en-dertig jaar later is Doe Maar terug op de planken van Pinkpop. Dat is wel een beetje raar, maar de keuze om Doe Maar op Pinkpop te laten spelen blijkt een gouden. Met een spervuur van hits – Sinds Een Dag Of Twee, Belle Helene, Is Dit Alles – krijgt de formatie zelfs de meest verstokte Rammsteinfan aan het dansen. Dat is een onverwacht succes, dat zelfs zanger Henny Vrienten lijkt te raken. Hoogtepunt is een lang uitgesponnen versie van Nederwiet, waarbij Joost Belifante zelfs mag komen opdraven voor het tekstuele gedeelte. Na die tien minuten heeft Doe Maar Pinkpop, in tegenstelling tot 1983, wel ingepakt. Niet hoogstaand vernieuwend, misschien iets teveel classic voor Pinkpop, maar wél gewoon heel erg goed.

Puscifer

Maynard James Keenan sloot tien jaar geleden de eerste festivaldag op Pinkpop af met zijn formatie Tool. Tool was toen een band voor fijnproevers, maar ondertussen wel dé grootste alternatieve formatie van het moment. Daarom stond die band dus ook op Pinkpop; die maakten van het boeken dat soort spannende headliners een sport. Wie zaterdag naar Puscifer, het soloproject van Keenan, ging zag direct waarom een band als Tool Pinkpop nooit meer zou kunnen headlinen. Het veld vóór de 3FM-stage is op het beste moment halfvol, en op de slechtste momenten bijna leeg. Dat deert Keenan en de zijnen niet. Puscifer is een act met een knipoog, en dus heeft ook de show genoeg knipoog-elementen om een uur te boeien. Sterker nog, op het podium wordt een bizar theaterstuk opgevoerd met een ouwerwets potje worstelen als centraal thema. Die show is zo eigenzinnig dat die bijna los komt de staan van de briljante doch ietwat apathische industrial van Keenan en de zijnen. Zij staan overigens wél uitstekend te spelen. Het blijft fantastisch om Keenan, nog altijd getooid met hanekam en voor de gelegenheid ook met een boksmasker, in opperste concentratie zijn tracks te zien spelen en de samenzang met Carina Round valt live ook uitstekend uit. Zo wordt het geheel gedurende het uur zowel verrassender als verwarrender. Zeker tijdens een robotisch hanengevecht aan het einde van de show begin je je af te vragen of je überhaupt wel naar een serieus concert zit te kijken. Die constante verwarring, gecombineerd met de retestrakke metal maakt van Puscifer een unieke concertervaring die veel meer mensen hadden moeten zien dan zich rond de 3FM-stage verzameld hadden. Zij die het gezien hebben, hebben in ieder een verhaal om mee thuis te komen.

Rammstein

Wie zijn band vernoemd naar een vliegtuigramp kan in ieder geval niet beticht worden van slechte branding. Goeie naam ook wel, want Rammstein heeft wel wat van een militaire vliegtuigcrash. Er zijn ontploffingen en er is vuurwerk, er is altijd een onbeholpen militaristische bijsmaak, het geheel heeft de subtiliteit van een olifant op volle snelheid, de gitaarriffs worden als geweersalvo’s de kant van de bezoeker opgevuurd en de humor is soms – sorry voor de woorgrap – een beetje gecrashed.

Er zijn echter ook verschillen. Achter het vuurwerk en de herrie gaat er achter Rammstein ook een artistieke gedachte schuil. Meerdere dingen aan Rammstein zijn een lust voor het oog, maar het allermooiste is misschien wel de focus waarmee alle betrokkenen – van geluidsman tot vuurwerkbeambte en van drummer Christoph Schneider tot muzikaal geweten en leadgitarist Richard Kruspe  – hun werk staan te doen. Het is dankzij die focus dat Rammstein zowel qua productie als muzikaal aan de top van de voedselketen staat. De formatie is bijna op geen fout te betrappen, terwijl zij ondertussen tart met de wetten van het mogelijke. Dat is extra knap, want de formatie werd vrijdag in Engeland nog geconfronteerd met zeer zeldzame doch forse technische problemen. Al die technische problemen lijken te zijn verholpen, op één issue na; tijdens Feuer Frei werkt het vuurspuwmasker van slaggitarist Paul Landers aanvankelijk niet.

Het tempo ligt ondertussen ongelofelijk hoog. Rammstein neemt geen pauzes, maar verduistert na ieder nummer de set even, waarna (vermoedelijk) uit alle hoeken en gaten van het podium roadies komen die instrumenten wisselen en special effects voorbereiden. Als na exact 30 seconden rust Schneider met de drum instrueert weer te beginnen start de volgende track. Die tracks hebben allemaal hun eigen, spectaculaire effectenshow. Hoogtepunten? Teveel om op te noemen, maar we lichten er een paar uit. Om te beginnen opener Ramm4, dankzij een in brand staande rookwolk en een tapdancende Till Lindeman mét exploderend hoedje. Iets later volgt Zerstören, waarbij Till Lindeman een bomgordel draagt die uiteraard aan het einde van de song explodeert. Een tijdje later volgen showklassiekers Feuer Frei en Ich Tu Dir Weh, waarbij de bandleden respectievelijk vlammen spuwen dankzij mega vlammenmaskers en elkaar overgooien met melkbussen vol vuurspetters. Maar het hoogtepunt volgt in Du Hast, waarbij het vuurwerk letterlijk langs draden over het publiek scheert en vlammenwerpers tot ver op het veld blijken te zijn geplaatst. Het is misschien wel de allermooiste en meest spectaculaire truc die Rammstein ooit in haar repertoire heeft gehad.

Dan de muziek, want die verdient ook aandacht. Pinkpop krijgt een mooie dwarsdoorsnede door het repertoire van Rammstein voorgeschoteld. Hits als Sonne, Reise Reise en Links 2-3-4 worden afgewisseld met rariteiten als een cover van Depeche Modes Stripped, dat overigens fenomenaal in Amerikaansduits wordt gezongen door Lindemann. Die komt nog altijd enorm krachtig over, niet in de laatste plaats vanwege de karakteristieke wijze waarop hij met zijn gespierde armen deuken probeert te slaan in zijn dijen. In de toegift volgt grote hit Amerika, dat de formatie de laatste vijf jaar slechts één keer speelde. Zo krijgt Pinkpop zelfs een klein verrassinkje, in een show die verder in beton gegoten is.

Met Seeman en hoogtepuntje Du Riechst So Gut krijgt men twee tracks die de formatie ook al speelde in 1997. Toen, tijdens een van de allereerste festivalshows die de Duitsers ooit gaven, haalde de formatie ook al de kranten dankzij een voor die tijd onbeschrijfelijk interessante pyroshow. De formatie speelde toen nog gewoon overdag en de stunts die Lindemann en co toen uithaalde zijn anno 2016 te vergelijken zijn met het ontsteken van sterretjes. Er was toen echter één nummer waarvan de show écht indruk maakte. Die track staat vandaag ook op het programma. Pinkpop maakte toen kennis met de vleugels van Lindemann bij Engel. Vandaag komt de track voorbij in de toegift. Wie de show in ’97 bekijkt en vergelijkt met de show van gisteren zal zien dat er in wezen niks veranderd is; vuurwerk, tanzmetal, zes woeste oostblokkers on-stage, en ruig uitziende randfiguren in het publiek.

Dat zou bij normale bands gaan vervelen, of door ons muziekpers als ‘voorspelbaar’ worden betiteld. Maar dat durven wij bij Rammstein niet. Deze liveshow zou je ieder jaar wel willen zien, en de formatie lijkt zich daarnaast te hebben herpakt van de wat plichtmatige en flauwe tour waarmee men in 2012 rond de wereld ging. En deze liveshow is zo sterk dat je haast zou vergeten dat de heren daarnaast ook nog een muzikale metal-masterclass serveren. Conclusie? Rammstein is weer helemaal terug – of zoals de heren het zelf zouden zeggen – Wir sind wieder da. Hopelijk niet voor het laatst. Fantastisch optreden.

Verslaggever Camiel van Houdt is dit weekend voor CounterCulture.nl op Pinkpop als verslaggever. Foto’s van het festival volgen na het weekend. Naast het dagelijkse verslag op de website doen we live verslag via twitter. Benieuwd wat er zaterdag en zondag langskomt? Check ons verslag van dag 1!