Pinkpop lijkt dit jaar wel met de dag ouder te worden. Zagen we vrijdag nog jonge meisjes, die speciaal voor jeugdhelden als Bastille en Years & Years naar de festivalweide waren gekomen, daar zagen we zaterdag vooral mannen van middelbare leeftijd en van vaak niet middelbare omvang die de teksten van Rammstein uit volle kracht meescandeerden. Zondag is gereserveerd voor de ouderen. Mensen, die al meededen in een tijd dat muziek nog puur was. Zij komen uiteraard maar voor één persoon. Sterker nog, heel Pinkpop draait dit jaar eigenlijk om één persoon. Verslag van een dag die begon met zorgwekkende hoeveelheden regen, maar eindigde in dé natte droom van festivalbaas Jan Smeets.

Jungle by Night

We sluiten dus af met een oude legende, en we openen met een formatie die qua uitstraling vooral doet denken aan een over het paard getilde schoolband. De heren van Jungle By Night zijn net te oud om nog te puberen, maar jong genoeg om de heren te bestempelen als supertalenten. De Amsterdammers hebben net een nieuw album uit, The Traveller, en hebben dezer dagen een festivaltour om je vingers bij af te likken. Glastonbury volgt over twee weken, maar daarvoor speelt de formatie voor het eerst op Pinkpop. Daar doet de formatie exact waarvoor zij zijn ingehuurd. In een uur wordt feest afgewisseld met retestrakke afrobeat. Dat alles voltrekt zich in behoorlijk moordend tempo, en met behoorlijk veel gevoel voor show. Jungle by Night is daarin uniek; de formatie heeft zo’n gunfactor en is zo aanstekelijk enthousiast dat hun instrumentale muziek zelfs voor een groot veld op een mainstreamfestival toegankelijk blijft. Met Pinkpop is het hoogst haalbare in Nederland inmiddels bereikt, Engeland is de volgende stap. Let op onze woorden; na Glasto zijn de Engelsen ook om!

Douwe Bob

Ook Douwe Bob zal niet heel lang geleden geen plekje op Pinkpop hebben verwacht. De olijke singer-songwriter won pas vijf jaar geleden de eerste editie van De Beste Singer-Songwriter van Nederland, maar leek de populariteitsstrijd in eerste instantie te verliezen van medefinalist Nielson. Inmiddels is Douwe echter terug en populairder dan ooit. Dat is deels te danken aan prima langspeler Pass It On, maar voor een veel groter deel te wijten aan het feit dat Douwe Bob mocht deelnemen aan het Songfestival. Het nummer waarmee Bob dat deed, Slow Down, is ook vandaag de eerste keer dat zijn wat lauwe publiek reageert. Het blijkt het begin te zijn van een uitstekend slot. Ondersteund door zijn uitstekende begeleidingsband en gewapend met een aantal prima songs is het goed toeven bij Douwe Bob, die op dat moment nog in de zon speelt. Die zon was van korte duur, want zij die Douwes show uit wilden kijken moesten een enorme hoosbui overleven. Zij zagen de Amsterdammer wel uitstekend eindigen, met eerst Pass It On, stiekem zijn beste song, en vervolgens Multicoulored Angles, die eindigt in de eerste Hey Jude-singalong van de dag. Ondanks de regen bleven er een hoop mensen staan, en dat was voornamelijk te danken aan Douwe zelf. Hij deed uitstekend zijn best, nam een goeie band mee, en gaf een strakke show op de mainstage. Morgen zijn we hem vermoedelijk weer vergeten, maar voor vandaag is het bij Douwe Bob goed toeven.

Slaves

Hét moment van de show van Slaves vinden we terug ergens diep in de tweede helft van hun set. Een net iets te heftige moshpit eindigt vrij abrupt als een meisje behoorlijk hard ten val komt. De heren van Slaves zien het fout gaan en besluiten zelfs de stekker uit hun concert te trekken. Bijna een kwartier heeft Stage 4 de kans om bij te komen van de ziedende eerste vijfendertig minuten van de show van Slaves. De punkrockers werden door de BBC tot talent van 2016 gekozen, en laten Pinkpop zien waarom. Het schuurt aan alle kanten, is soms zo vals en aritmisch dat de lokale harmonie het beter zou doen en de mannen zijn cockyer dan Liam Gallagher in z’n beste dagen. Aanvankelijk bleef de relatie tussen Slaves en haar (mainstream)publiek dan ook nogal apathisch, maar des te langer de show bezig is, des te beter Slaves haar publiek weet te bereiken. Met de moshpit des doods tot vrij extreem gevolg. De schrik zit er echt even in, maar gelukkig kon het meisje in kwestie vrij snel worden afgevoerd. Na een applaus voor het securitypersoneel zetten de heren undergroundhitje The Hunter in. Daar blijkt, dat Slaves zich niet laat tegenhouden door een ongelukje. Het lijkt wel of het tweetal er nog een extra tandje bijdoet. Hun beste tracks hebben de Engelsen namelijk voor het laatst bewaard. In dat slot doet het tweetal wel wat denken aan een collaboratie tussen The Streets en Arctic Monkeys in hun allerbeste tijd. U begrijpt het al, dat is precies wat Pinkpop nodig heeft; jong, fris, scheef en met een beetje peper in hun reet. Veni, vidi, vici.

Kygo

Ongeveer tegenover Slaves in het muzikale spectrum vinden we Kygo, de jonge Noor die met zijn brutale petje en zijn typische Malibu-EDM vorig jaar de wereld veroverde. De truc is simpel; je neemt een wat zijige en lome beat, plakt er een subtropisch keyboardmelodietje overheen en vraagt – om het af te maken – een bevriende zanger of zangeres om er een al even lome tekst overheen te komen zingen. Vrij voorspelbaar en weinig spannend concept, maar vorig jaar volgde na Cut Your Teeth – nog altijd de enige écht vernieuwende track die de Noor uitbracht –plotsklaps nog vier wereldhits, die wij niet van elkaar kunnen onderscheiden. Waarom Pinkpop dacht dat het een goed idee was om de Noor op Pinkpop te boeken? Wij hebben eigenlijk geen enkel ander idee dan dat Smeets dit gedaan heeft om het jonge volk te pleasen die van de heren Richie en McCartney nog nooit gehoord hebben. Feit is daarnaast, dat Younger, Firestone en Cut Your Teeth zich hebben ontwikkeld tot ware anthems. Tot zover niets dan lof, maar dan zijn we nog niet bij de liveshow. Die  bestond uit drie live ingezongen bijdragen en twee stukjes playback op een verder totaal overbodige vleugel. Daarmee is Kygo exact twee songs relevant, en is het verder alleen het CO2-kanon en het vuurwerk dat nogal vaak (lees: bij iedere drop) wordt aangesproken dat zorgt voor dynamiek in de verder doodsaaie en vlakke mix. Op het midden van de show wordt het ronduit vervelend. Net op dat moment, als je denkt dat het echt niet erger kan, komt Tom Odell het podium op. We kenden hun duosingle Fiction nog niet, maar hopen dat het bij deze ene liveperformance blijft. Draak van een nummer, in een liveshow die het complete EDM-genre volledig te kakken zet. Op Tomorrowworld hadden ze Kygo zonder twijfel van het podium afgesmeten.

Bring Me To Horizon

Het meer alternatieve klootjesvolk zat zondag goed op de 3FM stage, waar achtereenvolgens All Time Low en Bring Me The Horizon (voor vrienden BMTH) optraden. Die laatste is een Engelse metalcoreband die snoeiharde metal combineren met poppy emoteksten, zoals u wellicht gewend bent van Linkin’ Park. De formatie grossiert vooral in het opjutten van het publiek. Daar slaagt de formatie uitstekend in; de meisjes op de eerste rij kijken alsof ze geraakt worden door een golf emoties van de buitencategorie, en de mannen op de rijen erachter gooien zich in moshpits alsof hun leven ervan afhangt. Wie alleen naar het publiek kijkt zou zomaar het idee kunnen  hebben dat hier een ongelofelijke show wordt gegeven. Helaas is dat net wat teveel eer; de overgeproduceerde en door emotie gedreven show van de Sheffielders is vooral een vrij voorspelbare en behoorlijk platte rockshow met enkele hoogtepunten. Iets minder emotie en iets meer pure pit, zoals op prijsnummer Throne, en we kunnen zo nog eens fan worden.

Lionel Richie

De boeking van Lionel Richie is eigenlijk exemplarisch voor de ontwikkeling die Pinkpop heeft doorgemaakt in de afgelopen tien jaar. Ging het vroeger vooral om het programmeren van de top van de alternatieve muziekscene, daar gaat het tegenwoordig vooral om afstrepen. Pinkpop richt zich op het boeken van bands die je gezien móét hebben, en vult dat aan met beginnende en net iets minder beginnende formaties die dankzij een paar meezinghitjes meestal ook wel overeind blijven. Daarmee gaat het festival met zijn tijd mee, want bij de andere major festivals zien we dezelfde trend. Richie stond bijvoorbeeld vorig jaar nog op Glastonbury. Dat leverde historische en ietwat vervreemde beelden op; de vader aller popartiesten die de moeder aller alternatieve festivals toezong. Richie, zo dachten we vóór die show, past tegenwoordig toch meer in Vegas en bij mega-evenementen als Symphonica in Rosso. Daar moeten we na Richie’s show op Pinkpop absoluut van terugkomen. De goedlachse en duidelijk ietwat strakgetrokken popster bleek perfect geschikt voor Pinkpop. Vanaf moment één is duidelijk dat zowel Richie als zijn tamelijk ongevaarlijke formatie – voor de gelegenheid in rocksamenstelling – zin hebben om er een onvergetelijke vijf kwartier van te maken. Sterker nog, na wat kleine geluidsproblemen zijn verholpen tijdens opener Running With The Night wordt tijdens Easy al duidelijk dat het een legendarisch optreden gaat worden. Tijdens de lang uitgesponnen versie van die song laat Richie zien naast de beste entertainer ook één van de betere zangers van deze Pinkpop te zijn. Zijn band is ook uitstekend, zo horen we in een furieuze uitvoering van Commodoresklassieker Brick House. Nadat het vervolgens even tandenknarsen was met overgeproduceerde versies van Angel en Endless Love – wat een draak van een plaat is dat toch – pakt Richie Pinkpop definitief in met de beste vier slotnummers van deze editie. Dat begint bij een heerlijk clean gespeelde versie van Dancing On The Ceiling en gaat naadloos over in een woordelijk meegezongen Hello. Na een korte shoutout naar vriend Michael Jackson wordt vervolgens collectieve meezinger We Are The World ingezet. Lionel Richie sluit vervolgens af met All Night Long, naast Hey Jude toch een beetje dé anthem van deze Pinkpopeditie. Zo geeft Richie precies wat Pinkpop anno 2016 vraagt; meezingers, hit-na-hit en een loeistrakke popshow. Als iedereen dat met zoveel enthousiasme en muzikaliteit komt doen als Richie, kun je Smeets en kompanen daarop onmogelijk veroordelen.

Paul McCartney

Pinkpop eindigt met de show waar het dit weekend om gaat; de meest invloedrijke nog levende musicus (ja mensen, dit is een statement) beklimt na bijna vijftig jaar eindelijk het podium van het Limburgse festival. Dat is op voorhand dus al een sessie voor in de boeken, maar lijkt zelfs even een plek te gaan claimen in de eeuwigheid. Niemand minder dan The Boss zou achter de schermen zijn gespot, en zou een gastoptreden doen bij The Beatle. Totale nonsens, zo zou blijken. Springsteen was in geen velden of wegen te bekennen.

Niet dat iemand hem écht gemist heeft, overigens. Het Pinkpopschip had al genoeg aan één luxekapitein, en met Sir Paul McCartney als de kartrekker van je laatste festivaldag maak je sowieso al uitstekende sier. De Engelsman staat naast Pinkpop ‘slechts’ op Rock Werchter en Roskilde en kiest dus overduidelijk zijn festivals uit op naam. Dat Pinkpop, een in vergelijking met die festivals relatief klein opgezet feestje, nog altijd in die eredivisie staat is een compliment die de Pinkpoporganisatie sowieso in haar zak mag steken.

Pinkpop of geen Pinkpop, alles moest en zou zondag in het teken staan van Sir Paul. Hij werd per privéjet ingevlogen, er werd een volledig vegetarisch backstagerestaurant voor hem ingericht, er werd een extra groot podium besteld voor zijn enorme setup en de backstage moest zondagavond zelfs een tijdje helemaal op slot, zodat The Beatle van zijn veilige compound naar het podium kon lopen. Het meest gedupeerd was de Belgische formatie Balthazar, wiens show voortijdig werd afgekapt om ruimte te maken voor de uitgebreide introtape van Sir Paul. Ook DJ Prime maakt een kans op een goeie verzekeringspremie; hij was toen zelfs al naar huis gestuurd door het management van de Engelsman omdat zijn show op Stage 4 qua geluid kon interfereren met de show van McCartney. Dat wil natuurlijk niemand.

Veel gedoe dus, maar na een iets te lange intro mét verschrikkelijke medley, waarbij we collectief jeugdfoto’s van Paul konden bekijken op de grote schermen, stond hij daar opeens. De man die de popmuziek zoals wij hem kennen heeft uitgevonden, met een prachtige roze roos in zijn revers. Nog altijd even stijlvol als vijftig jaar geleden, in keurige spijkerbroek en sneeuwwit overhemd. Je zou hem geen 73 jaar geven, als je hem zo ziet huppelen.

Eigenlijk is er aan het recept McCartney weinig veranderd in de laatste vijftig jaar. Hij pakt z’n bas, slaat een toon aan, en opent zijn set met A Hard Days Night, dat ook bij de Beatles vroeger vaak de eerste track was. Wat Sir Paul levert klinkt al vanaf het begin allemaal wat moeizaam, alsof hij een uiterste krachtsinspanning moet doen om zijn noten te halen, maar zakt niet in. Dat komt vooral door de backingband die hij heeft meegenomen. Die kunnen zowel het stilistisch en minimaal bezette werk van The Beatles, als de bombastische solo- en Wingsplaten van The Beatle prima aan. In die band zitten twee gitaristen die zo weggelopen hadden kunnen zijn uit Bon Jovi, maar is dé publiekstrekker de drummer, een bijzonder vriendelijke jongeman die met zijn vrij imponerende uiterlijk zo uit Compton zou kunnen komen. Waar McCartney dat olijke drumtalent gevonden heeft weten we niet, maar het is zijn strakke tempo dat McCartney op de moeilijke momenten in de show houdt.

Want het is op het randje, soms. McCartney vraagt duidelijk het uiterste van zijn stembanden en klinkt in zijn babbeltjes vaak heser dan je zou hopen. Je zou hem graag een beetje thee met honing willen geven. Je zou willen zeggen ‘Paul, praat maar niet meer; spaar die stembanden’. Maar Paul spaart niet, en hij drinkt tijdens z’n show ook niks. Hij gaat stug en koppig door en zit vandaag waarschijnlijk stemloos thuis op de band bij zijn derde vrouw Nancy. Zij, gisteren ook aanwezig in Landgraaf, zal dat vermoedelijk niet erg vinden, want zij werd gisteravond getrakteerd op een ode in de vorm van My Valentine – het nummer dat hij voor haar schreef.

Niet alleen Nancy kreeg een ode. Ook John (Here Today), Linda (Maybe I’m Amazed), George Martin (Love Me Do) en George Harrison (Something) krijgen een ode van de legende. Allemaal mooie momenten, waarmee McCartney het gevoel van eeuwigheidswaarde weet over te brengen op het overwegend jonge pinkpoppubliek. Dat eeuwigheidsgevoel werd versterkt door de uitvoering van In Spite Of All The Danger, een nummer dat Paul, John en George onder de naam The Quarryman opnamen in 1958. Tussen die song en de jongste track van de setlist – het vreselijke FourFiveSeconds – zit liefst 47 jaar verschil.

Gedurende de show geeft McCartney ieder wat wils. Voor de mensen die voor het eerst naar The Beatle komen zijn er de Beatlehits – Lady Madonna, Ob-La-Di-Ob-La-Da, We Can Work It Out en Eleanor Rigby bijvoorbeeld. Wingsfans komen vooral aan het begin en in de toegift aan hun trekken, via bijvoorbeeld het strak gespeelde Letting Go of via Hi, Hi, Hi in de toegift. En voor de meer doorgewinterde Bealtefan zijn er albumtracks als I Got A Feeling en Being For The Benefit Of Mr. Kite!

Zo is de show van Paul McCartney een geschiedenisles, als een overzichtstentoonstelling in een museum. Zoals een museum betaamt zitten ook hier de klapstukken aan het einde. Daar vinden we bijvoorbeeld Band on the Run, waarop McCartney en zijn band verreweg het best uit de verf komen. Daar vinden we ook Back In The U.S.S.R., aangekleed met een paar Rusland-anekdotes die McCartney zo vaak live heeft voorgeschoteld dat zelfs je demente oma gek zou worden van de repetitie. Echt emotioneel wordt het bij collectieve meezinger Let It Be, bij de met een bizar vuurwerkspektakel ondersteunde versie van Live And Let Die en bij afsluiter Hey Jude.

Dat moment, waarop 70.000 mensen collectief La Lala Lalalala meeschreeuwen, dát is het moment waarvoor je Paul McCartney boekt. Collectieve gelukzaligheid en een veld aan de voeten van een man wiens muziek zeker de helft van deze Pinkpoplineup blijvend heeft geïnspireerd. Zo’n figuur die je live gezien moet hebben en zo’n track die je live gevoeld moet hebben. De siddering van die emotie; het komt allemaal samen aan het slot van Hey Jude. Wat een man, wat een verhaal, wat een moment.

Dat hij niet even All You Need Is Love speelde, dat Bruce er niet was, dat hij het vocaal allemaal niet helemaal meer aankon, dat het allemaal wel heel erg op de automatische piloot is en dat zijn toegift een beetje een anticlimax was; je vergeeft het hem allemaal op dat ene moment. Paul is Paul, en Paul is de padre familias van de muziekindustrie anno 2016. En als die op bezoek komt, kan dat onmogelijk tegenvallen.

Zelfs als de eerste sporen van afbreuk bij die padre zichtbaar worden. Ontwapenend goed concert.

Verslaggever Camiel van Houdt was het hele weekend voor CounterCulture.nl op Pinkpop. Foto’s van het festival volgen na het weekend. Naast het dagelijkse verslag op de website deden we live verslag via twitter. Benieuwd naar de verhalen van vrijdag en zaterdag? Check ons verslag van dag 1 en bekijk wat we van dag 2 vonden!