Wanneer krijgen de Truckfighters in Nederland de erkenning die ze verdienen? Het antwoord op die vraag blijft al jaren uit. Terwijl aan de andere kant van de oceaan alle stonerliefhebbers met een poster van het Zweedse trio boven hun bed slapen, wil het in ons kikkerlandje nog niet echt vlotten. En dat terwijl niemand minder dan Josh Homme, toch wel de absolute grootmeester van de stoner, ooit eens zei de Truckfighters de beste band van de wereld te vinden.
Zo ver willen we niet gaan in dit stuk, maar de show in 013 van vrijdagavond onderstreept wel het onmiskenbare talent en het onvermoeibare karakter waarover deze gestoorde mannen beschikken.
Je zou het bijna vergeten, maar de Zweedse truckers maken alweer vijftien jaar diverse podia en festivals onveilig. Niet voor niets zijn ze, met vijf albums op zak en honderden vlijmscherpe liveshows achter hun naam, uitgegroeid tot een gevestigde naam in het stonergenre. Met ‘V’, de toepasselijke naam voor hun vijfde album, houden de fighters zich vast aan hun geluid: klassieke stoner, smerige desertrock en een vleugje metal.
De kleine zaal in Tilburg is goed gevuld als Ozo, Dango en Poncho – hun kolderieke artiestennamen – op geheel eigen wijze de bühne bestijgen: vuist omhoog, tong uit de bek, highfives met fans op de voorste rij en natuurlijk met een moddervette openingsriff. ‘Mind Control’ schiet als een vuurpijl binnen en is eigenlijk de belichaming van vijftien jaar Truckfighters: grommende gitaren, melodieuze solo’s, brommende bass en genadeloze drumroffels.
Net als bij alle voorgaande Truckfighters-shows, zijn alle ogen in de 013 gericht op priegelkunstenaar Niklas Källgren, beter bekend als Dango. De behaarde mafkees met het ontblote bovenlijf staat werkelijk geen seconde stil. Hij deinst voortdurend op en neer, maakt korte, hilarische vreugdesprongetjes, draait rondjes terwijl hij een ronkende solo uit zijn gitaar perst en trekt hele tijd gekke bekken naar de fans op de eerste rij. De fans slikken het als zoete koek.
Door zijn geschifte houding en jeugdige onbevangenheid zou je bijna vergeten dat er een groot gitarist in deze meneer schuilt. Zonder enkele moeite bouwt Kälgrenn een lang uitgesponnnen nummer als ‘Calm Before The Storm’ als een meester op met zijn funky, fuzzy stijl. Om vervolgens aan het einde verwoestend uit te halen met een pakkende riff. Op dit soort momenten zijn hij en zijn collega’s op z’n sterkst en krijgen ze de hele zaal van voor tot achteren mee.
Aan de andere kant moeten we ook eerlijk zijn: écht veel nummers met een onderscheidend karakter heeft Truckfighters niet. ‘Monte Gargano’ komt met die fantastische riff en groove nog het meest in de buurt van een hit, of afsluiter ‘Desert Cruiser’ natuurlijk, maar echt stonerklassiekers hebben de Truckfighters nog niet achter hun naam kunnen schrijven.
Dat zorgt ervoor dat de show in 013 weinig gedenkwaardige momenten kent. Of dat erg is? Wij denken van niet. Fans gaan naar een Truckfighters-show om anderhalf uur lang te raggen en zichzelf in het bier (en het onvermijdelijke zweet) te baden.
En dat gebeurt in Tilburg zonder meer. De emoties lopen tegen het einde van de show zelfs zo hoog op, dat de schoonmakers dit weekend flink hun best moeten doen om die stinkende combinatie van bier en zweet uit de zaal te krijgen. Smerig en heerlijk tegelijkertijd, die Truckfighters.