De eerste tien jaar van zijn carrière bracht Bonobo (Simon Green voor vrienden) thuis op zijn zolder door. Daar bewerkte hij met zijn basgitaar dancesamples tot triphop-achtige hangmatplaten. Omdat daar niemand naar luisterde, ging Bonobo vanaf 2008 de clubs in met veel vetter aangezette beats op het grensvlak van triphop, hiphop en ambient techno. Daar schijnt hij inmiddels ook wel klaar mee te zijn. Dus horen we op de nieuwste plaat van Green vooral naar wereldmuziek neigende ambient.

Welkom in de wereld van Bonobo, waarin iedere plaat anders maar toch hetzelfde is. Het randje is telkens anders, maar de basis blijft electronica, met vage zang en fluwelen wereldmuzieklijnen. Die vlieger gaat ook live op. Daardoor, en door Bonobo’s wat vlakke band, worden ‘s mans liveshows nog wel eens saai genoemd.

Dat kan van de show in Paradiso, pas de derde in huidige livebezetting, bij vlagen ook worden beweerd. Zeker voor hen met een wat zwakke spanningsboog duren de soms minutenlang zorgvuldig georkestreerde soundscapes wel erg lang. Met andere worden: zij die komen om los te gaan op de breakbeats van succesalbum Black Sands (2010) komen er met slechts drie flarden van nummers wat bedrogen uit. Voor alle andere liefhebbers is het prima toeven bij Bonobo.

Bijvoorbeeld bij het tweeluik aan het begin van de show. Green opent zijn show met het bijna minimal-klassieke Migration. Daarin start hij alle instrumenten en productiemachines langzaam op en werkt hij vervolgens toe naar een eerste climax. Daaruit ontstaat de lekker voortkabbelende ambienttrack Towers. Tijdens die track wordt voor het eerst gebruikgemaakt van de schitterende visuals op de enorme schermen die Bonobo heeft meegenomen tijdens deze liveset. Zeker tijdens de wat lome tracks van diens nieuwste plaat hebben die zo’n enorme toegevoegde waarde dat je je afvraagt waarom Bonobo in vorige tours niet iets meer aandacht heeft besteed aan het visuele plaatje.

Na ongeveer twintig minuten stuurt Bonobo zijn band voor het eerst van het podium af. Gewapend met vier elektronische instrumenten en zijn basgitaar is het tijd voor het eerste salvo clubhits. Dat begint met het heerlijke vioolgedreven Kiara, waarbij nog onduidelijk is wat Green precies zelf doet. De loops in Ten Tigers worden door Bonobo vervolgens live virtuoos in elkaar geplakt, en als hij daarna zijn basgitaar pakt voor Kong levert dat een eerste moment van extase op bij het publiek.

Die extase vasthouden is vervolgens een bijna onmogelijke opdracht. Surface valt vervolgens dus een beetje in het water omdat zowel op als voor het podium scherpte wordt gemist. Bonobo constateert het, breekt snel af en start door met het prachtige First Fires en het met een vette bas aangezette Bambro Koyo Ganda, de spannendste track van de nieuwe plaat.

Het is misschien wel de rust waarmee Bonobo dat soort tracks opbouwt waarmee hij zich onderscheidt van andere downbeatproducers, maar het zijn juist de hardere en wat snellere tracks die het live verschil maken. Tijdens een in een spontane jamsessie uitlopende versie van Cirrus zien we Bonobo en zijn bandleden plezier maken, op EP-track Flash Light danst heel Paradiso mee en We Could Forever wordt door het publiek extatisch ontvangen. Dat euforische effect heeft later alleen Kerela, de meest dansbare track van Bonobo’s nieuwste plaat.

Wie tijdens die diepe, lome track in het rond kijkt zou zich kunnen verbazen over de omvang van de zaal. Het is eigenlijk een mirakel dat de lome slaapkamermuziek van Bonobo zo’n enorm publiek heeft weten te bereiken. Het is voor Bonobo zowel een zegen als een zorg. Zegen, omdat dat hem in staat stelt om met een band in flinke bezetting en met fantastische visuals en lichteffecten de wereld rond te touren. Zorg, omdat zeker de helft van zijn publiek vooral komt voor de hooks uit Kiara, Kong, Cirrus en We Could Forever.

Zij die daarvoor kwamen kunnen zijn liveshows voortaan beter overslaan en zullen ongetwijfeld een wat saaie avond hebben gehad. Zij die juist de afwisseling met de betere ambient-met-beat kunnen waarderen zagen vanavond Bonobo op z’n allerbest. Messcherp laverend tussen kalmte en expressie, tussen rust en ruimte en tussen bandleider en solist.

Zo blijft Bonobo een sterrenchef voor iedere fijnproever die hem op waarde weet te schatten. En de rest heeft nog altijd die paar gelukzalige loops. Fascinerende artiest, boeiende show.

Bonobo is vanavond te zien in de Oosterpoort in Groningen, morgenavond in TivoliVredenburg in Utrecht en op 7 maart in de AB in Brussel. Al deze shows zijn uitverkocht. Tussen 23-25 juni is Bonobo te zien op Down The Rabbit Hole in Beuningen.