Geen enkele bespreking van Bear’s Den ontkomt eraan om paralellen te trekken met dat andere indiefenomeen, Mumford and Sons. Beide groepen hebben hun wortels in Engeland, koesteren een grote voorliefde voor de banjo en pakken hun fans in met diepzinnige, liefdevolle herfstliedjes. Toch is er één wezenlijk verschil: concerten van Bear’s Den maken wél altijd indruk. Zo ook de stijf uitverkochte gig in de grote zaal van 013.

Bear’s Den, tegenwoordig een tweekoppige band, is een verworven smaak, iets waarmee je langzaam vertrouwd moet raken. Zonder climax of bombast klinken hun liedjes op het eerste gehoor weinig bijzonder, maar luister goed en je komt tot de conclusie dat Bear’s Den groots is in zijn kleinheid. Dat weten de fans in Tilburg maar al te goed: ruim anderhalf uur lang kun je een speld horen vallen in de pikdonkere zaal van de 013.

De op akoestische gitaar en banjo gespeelde liedjes klinken vanavond teder en betoverend, met lichte snik bezongen door frontman Andrew Davie. Het door synthesizers gedragen ‘Red Earth & The Pouring Rain’ is meteen een schot in de roos en klinkt als de liefdesbaby die The War on Drugs en The National nooit zullen krijgen. Er zit nul beweging in de band, maar je voelt de energie op het podium.

Woody Allen-brilletje

Dat komt voor een groot deel door de frontman. Hij is de man met de baard, met het bruine Woody Allen-brilletje en het cliché houthakkershemd. Hij is de man van de prachtige poëtische teksten over verloren en teruggevonden liefdes. Deze Andrew Davie heeft misschien niet de charme van Guy Garvey of deelt dezelfde energie als aartsrivaal Marcus Mumford, maar wát hij doet, doet hij als geen ander.

Je gelóóft Davie op alles wat hij doet vanavond. “Jullie zijn wel heel erg stil vanavond”, roept hij halverwege de show. “Dat is mooi, maar ergens ook angstaanjagend.” En inderdaad: erg op zijn gemak lijkt hij niet in Tilburg. Gelukkig geeft dat niets, want de zingende beer laat met zijn warme stemgeluid en dat heerlijk Britse accent het kippenvel onbedaarlijk over onze armen stromen.

Onuitwisbare indruk

Als het betoverende ‘Above the Clouds of Pompeii’ naar de finale werkt merk je dat er wat gebeurt, zowel in het publiek als op het podium. Dat gebeurt opnieuw bij de akoestische en onversterkte uitvoering van ‘Bad Blood’, die als een mokerslag aankomt.

In krap anderhalf uur laat Bear’s Den een onuitwisbare indruk achter in Tilburg. De band hoeft niet te improviseren of muzikale intermezzo’s aan elkaar te rijgen, de liedjes, die louter goed zijn, doen al genoeg hun werk. Zo is Bear’s Den live misschien niet de meest vernieuwende band, maar wel een van de mooiste in zijn soort. Mumford & Sons kunnen aan de bak om hun positie als vaandeldrager van banjorock vast te houden. De beren zitten ze op de hielen.