Voetbalanalist en groot bluesliefhebber Johan Derksen bombardeerde hem tot het grootste talent de blues van dit moment. En daar kan de bekendste bromsnor van Nederland nog eens gelijk in hebben ook. Laurence Jones – jong, knap én sympathiek – begon op zijn zeventiende al zijn eigen bluesband en sleept sindsdien de ene gitaarprijs na de ander in de wacht. In de kleine zaal van 013 geeft Jones zijn langste en beste optreden tot nu toe.

Van Grolloo, Texel tot Culemborg en Weert: noem een plaats in Nederland waar men zweert bij de blues, en Laurence Jones heeft er vast ooit wel eens gestaan. Ons land houdt van Jones, en hij houdt van ons. ,,Daar zijn we weer, Holland!”, schreeuwt de jonge gitaarheld uit. ,,Nederland is toch een beetje ons tweede thuis. We gaan er weer iets moois van maken, goed?”

Probeer na zo veel optredens er nog maar iets bijzonders van te maken, maar de goedlachse Jones krijgt het voor elkaar, met alweer die lekker dik aangezette bluesrock en heerlijke, poppy meezingrefreintjes. Opener What’s It Gonna Be nestelt zich na het eerste refrein al in je hoofd, en in het daaropvolgende Touch Your Moonlight horen we zowaar flarden van Joe Bonamassa.

Zelfs zijn poses lijken op die van de grote bluesmeester. Even een stapje naar voren, benen uit elkaar, gitaar omhoog, lelijke grimas op gezicht en soleren maar. Het speelse gemak waarmee Jones de ene waanzinnige solo na de ander uit zijn gitaar perst, is overdonderend. Vooral Fall From The Sky, een van de eerste nummers die hij als puber schreef, doet de adem in de zaal stokken, waarna een minuut of tien een oorverdovend applaus voor de jonge Brit volgt. Terecht.

En wat een leuke gast is Jones ook. Totaal geen sterallures of arrogant gedrag, gewoon een sympathieke knul waarbij het plezier en de passie voor de blues voorop staat. ,,We leven in zware tijden”, vertelt hij halverwege zijn shows. ,,We worden op avonden als deze aangevallen. Maar er is één ding wat ze niet van ons af kunnen pakken, en dat is muziek. En liefde. En als je die twee dingen combineert, dan krijg je iets moois zoals ik vanavond hier in de zaal zie.”

Zo wordt Lead Belly-cover Good Morning Blues op een respectvolle manier opgedragen aan de mensen die dit jaar zijn omgekomen bij een terreuraanslag. Everyday I Have The Blues is nog zo’n sterke cover, maar voor de rest put Jones in een bijna twee uur (!) durende show volledig uit zijn eigen repertoire, en dat is een behoorlijke prestatie van een jonge knul die nog maar een paar jaar bezig is met muziek uitbrengen.

Aan Laurence Jones gaat de bluesliefhebber in Nederland de komende jaren nog héél véél plezier beleven.