Saxon is de Robert de Niro onder de metalbands. In de jaren tachtig waren ze legendarisch, een inspiratie voor velen. Maar in de loop der jaren verloor de Britse band steeds meer aan status en aan fans. Desondanks weten de oervaders van de New Wave Of British Heavy Metal maar van geen ophouden: deze maand verscheen de 22e (!) langspeler Thunderbolt, en ter gelegenheid van dat album stond Saxon gisteravond in de grote zaal van 013 in Tilburg.

Saxon behoort al tientallen jaren tot de vaste inboedel van de metalmuziek. Of je nu in een rockcafé staat of op Graspop in het veld ligt te chillen: Saxons muziek is er altijd. Vooral in de jaren tachtig grossierden de Britten in het schrijven van pakkende songs en prikkelende teksten. Dit unieke talent zorgde zelfs voor een van de beste platen uit de metalgeschiedenis: Wheels of Steel.

Het onmiskenbare succes van dat album heeft Saxon nooit meer kunnen evenaren, maar de band ging nooit uit elkaar en bleef onverminderd hard werken. Dat verdient respect. Om de zoveel jaren strijken de zestigers weer ergens in Nederland neer, en dit keer fungeert de 013 als decor. Met Diamond Head in het voorprogramma verwacht je een stormloop op de kaarten, maar niets blijkt minder waar: het achterste gedeelte en de bovenste ring zijn afgesloten.

Kopie van Ivo Niehe

Of dat erg is? Wel nee. Vooral op steenworpafstand van het podium staan louter mensen die Saxon al tientallen jaren volgen. Het zorgt voor een gebroederlijke en gemoedelijke sfeer: elke Saxon-song – nieuw of oud – wordt met volle overtuiging en met gebalde vuist meegebruld. Zanger Biff Byford leunt voorover en geeft de fans op de eerste rij een highfive. ,,Het voelt goed om weer terug te zijn!”

Of je nu van zijn stijl houdt of niet: Biff Byford, 67 jaar alweer, blijft een indrukwekkende verschijning. De man lijkt een exacte kopie van Ivo Niehe, maar dan eentje met lange witte lokken en een voorliefde voor zwarte legerjassen en glimmende zwarte schoenen. Hij ziet er niet echt uit als een metalfrontman, maar zijn rauwe strot bewijst het tegendeel.


Simpel maar effectief

Dan de liedjes, die blijven simpel maar effectief. De fans krijgen in een bijna twee uur durende show een behoorlijke bloemlezing uit Saxons repertoire. Opener Thunderbolt, van het gelijknamige laatste album, is een lekkere binnenkomer, al gebeurt er niet bijster veel in de track. Dat is wel anders in Motorcycle Man, een van Saxons grootste klassiekers. Terwijl het geluid van een scheurende motor door de zaal galmt, walsen gitaristen Scarratt en Paul Quinn over de zaal met hun verpletterende riffs.

Het samenspel tussen deze twee blijkt Saxons belangrijkste wapen. Moeiteloos geven de heren een vervolg op elkaars gitaarsolo’s. Het heerlijke Power and the Glory, waarbij het publiek massaal meezingt, ontaardt in een epische gitaarwedstrijd die zijn weerga niet kent. Paul Quinn vestigt hierbij de aandacht op zich, maar dat komt waarschijnlijk door hoe hij er uitziet: met zijn ringbaardje, petje, brilletje en motorjackje lijkt hij eerder op een automonteur dan op een metalgitarist.


Matig middenstuk

Saxon gaat dus voortvarend van start, maar weet helaas het niveau niet vast te houden. Halverwege valt de band in herhaling, en dat komt voor een groot deel door het nieuwe album dat zo’n beetje helemaal gespeeld wordt. Nummers als Sniper en Predator worden nog opgesierd door stevig gitaarwerk, maar erg spannend wordt het allemaal niet. They Played Rock and Roll, opgedragen aan wijlen Lemmy Kilmister, is met zijn snelheid eigenlijk het enige lichtpuntje.

Het maakt allemaal weinig uit. Saxon onderstreept met deze show dat de band nog springlevend is en volop bestaansrecht heeft. Het is afwachten wat de Britten voor hun 40e jubileum in petto hebben voor de metalheads. Dat het speciaal gaat worden, lijkt overduidelijk.