Afzeggingen op het allerlaatste moment. Voor de fan een teleurstelling, voor de programmeur een nachtmerrie. Want ja, hoe zorg je last-minute voor een waardige vervanger? Afgelopen weekend ondervonden de programmeurs van Netherlands Deathfest dit aan den lijve. Door het extreme winterweer in het noorden van Europa moesten meerdere bands met pijn in het hart het Nederlandse metalfeestje afzeggen. Jammer. Toch werd de derde editie van Netherlands Deathfest een groot succes.

Netherlands Deathfest is, net zoals Roadburn, een festival van internationale allure. Nadat Neurotic Deathfest er na twaalf edities de brui aan gaf, hoefden fans van de extreme metal niet lang op hun honger te zitten. De initiatiefnemers achter het gerenommeerde Amerikaanse Maryland Deathfest wilden uitbreiden en sloegen daarom de handen ineen met 013, dat daarmee opnieuw (!) een festival van internationale klasse binnenhaalde.

Net als bij Roadburn en Woo-Hah! komen hier muziekliefhebbers van heinde en verre om grote namen in een intieme setting te aanschouwen. En van ver komen ze zeker. Grote kans dat wij Nederlanders hier niet eens oververtegenwoordigd zijn. Waar we ook gaan of staan: overal zien en horen we Duitsers, Britten, Fransen, Belgen en zelfs Italianen. Voor een stad als Tilburg, dat al sterk leunt op het binnenhalen van internationale studenten en toeristen, is dat alleen maar fantastisch.


Wie wilt een Deathfest-menu?

En wat vielen ze dit weekend toch op: het trouwe en sympathieke Deathfest-legioen. Uiteraard volledig in het zwart, aardig wat baarden en veel tattoe’s en kettingen. De restaurants in het centrum zagen zwart van de mensen, figuurlijk en letterlijk. De terrassen speelden op ludieke wijze in op het feest en schotelden diverse Deathfest-menu’s voor. Speciaal voor de waaghalzen.

De bescheiden opzet van Netherlands Deathfest is min of meer hetzelfde gebleven. Het buitenterrein rond de 013 is tijdelijk omgedoopt tot de metalstraat van de stad, met voldoende eettentjes en pop-up winkeltjes waar fans obscure platen en pikzwarte shirtjes kunnen kopen. Honderden metalliefhebbers vermaken zich hier prima, staan gezellig buiten een pilsje te drinken terwijl het programma binnen in alle hevigheid is losgebarsten.

Toch blijft dit programma, net als bij Roadburn, het paradepaardje van Deathfest. Bands waarvan je dacht dat ze allang ter ziele waren gegaan, blijken hier gewoon springlevend. Soms in de originele bezetting, vaak met hier en daar wat aanpassingen. Het geeft helemaal niets. Dit blijven toch de bands die in de jaren negentig een cruciale rol speelden in het ontstaan en de groei van deathmetal. Neem bijvoorbeeld Emperor, pioniers van de Noorse blackmetalscene. Zij zijn er nog steeds en blijken dit jaar zelfs de grote klapper op Deathfest.


Schiet als een vuurpijl binnen

Counter Culture was er ook bij op Deathfest, maar bezocht het festival in het bijzonder voor maar één naam: At The Gates, de band die in de jaren negentig aan de wieg stond van de Zweedse deathmetal. Na een onderbreking van twaalf jaar kwam At The Gates terug voor een reeks reünie-optredens, met daarbij de belofte dat er nooit meer een studioalbum onder hun vlag zou verschijnen. Want – zo zeiden ze zelf – kon Slaughter of the Soul (een klassieker in de metal) nooit meer geëvenaard worden, laat staan overtroffen.

De reünie werd echter een doorslaand succes. At The Gates besloot daarop toch weer de studio in te gaan. Dit comebackalbum – het waanzinnige At War With Reality uit 2014 – en het genrebepalende Slaughter Of The Soul eisen op Deathfest het leeuwendeel van de set op. Een briljante zet: At The Gates schiet met Death and the Labyrinth als een vuurpijl binnen en houdt het daverende tempo ruim een uur lang vast.


Door de Duivel achtervolgd

Grote kracht achter de band is frontman Tomas Lindberg. Met zijn blonde krullen, motorjack en petje ziet hij er niet echt uit als een bloeddorstige deathmetalzanger. Toch heeft hij in het genre misschien wel de beste stem. Zijn gebrul in het loodzware At War With Reality gaat werkelijk door merg en been, en in Raped by the Light of Christ spuugt hij zijn teksten zo snel uit alsof hij door de Duivel achterna wordt gezeten. Precies zoals op de plaat, en dat is onder al dat gitaarwereld onwijs knap te noemen.

Ook het gitaarwerk knalt net zo lekker. De kracht van At The Gates is dat het, in tegenstelling tot de meeste genregenoten, agressie verbindt met melodie. Juist doordat de gitaristen in bepaalde stukken gas terugnemen, komen de riffs een stuk harder binnen. De gloednieuwe single To Drink From the Night Itself is hier het schoolvoorbeeld van: de song begint explosief, heeft een korte onderbreking in het midden en walst tegen het einde als een bulldozer over het publiek. Heerlijk nummer.

Zodoende kon Netherlands Deathfest zich eigenlijk geen betere afsluiter op het hoofdpodium wensen. Ondanks de lage temperaturen en de vele afzeggingen werd deze editie weer een groot succes. En alvast een ‘goedmakertje’ voor volgend jaar: Deathfest vindt in 2019 niet in maart, maar in mei plaats. “When it’s not so bloody cold!”