Op zaterdag 29 juni bereikt Rock Werchter letterlijk zijn kookpunt. Met 34 graden op de thermometer is het een dagje zweten, maar in ieder geval wel op goede muziek. Hey ho, let’s go!
Miles Kane laat publiek warmlopen
Hittegolf of niet, the show must go on, moet Miles Kane gedacht hebben. De Engelse altrocker is bij het grote publiek misschien wel het meest bekend als de helft van The Last Shadow Puppets. Als soloartiest heeft hij een punkier sound. Kane gooit direct alle remmen los met ‘Silverscreen’. Gekleed in een wit pak gaat hij vol gas over de festivalweide heen, die helaas (onterecht) nog angstvallig leeg is. Als het niet de zon is die het publiek opwarmt, is het de retemuzikale Kane wel.
Tourist LeMC wint thuiswedstrijd
Toch altijd leuk om een buitenlandse artiesten te zien in hun eigen land. Tourist LeMC, geboren Antwerpenaar, trekt op Rock Werchter al relatief vroeg op de dag een goedgevulde Barn. Als zanger, rapper en cabaretier is hij van veel markten thuis. De 34-jarige, die in het dagelijks leven Johannes Faes heet, maakte grote indruk met zijn nieuwste album Wij Begrijpen Mekaar. Hij rapt voornamelijk in het Antwerpse dialect en gebruikt zijn geboortestad ook als muze. Liedjes over zijn jeugd, zijn liefdesleven en alledaagse gebeurtenissen vormen het decor van zijn oeuvre. In plaats van een Macbook gebruikt hij een band om zijn liederen muzikaal vorm te geven. Hierin zijn veel Invloeden terug te horen uit soul en reggae. Het geheel oogt en klinkt enorm ontspannen. “Mijn bestaansrecht zit in u,” zegt Faes dankbaar. Speciaal voor dit optreden is ook de populaire Vlaamse zanger Raymond van het Groenewoud aanwezig, om samen de hitsingle ‘Spiegel’ te zingen. Als Tourist vervolgens ‘Tramontane’ inzet, met de bijbehorende singalong, is het duidelijk: deze thuiswedstrijd heeft hij gewonnen.
Two Door Cinema Club piekt te vroeg
De Ierse indierockband Two Door Cinema Club is al jaren een vaste waarde op de grote festivals. De band heeft dit jaar een hit te pakken met het aanstekelijke ‘Talk’, waar gelijk mee wordt geopend op Rock Werchter. Gooi daar gelijk doorbraakhitjes ‘Undercover Martyn’ en ‘I Can Talk’ achteraan en je hebt gelijk een dansende Barn. En daar zit ook gelijk het probleem: Two Door Cinema Club piekt te vroeg. Als de meeste hitjes al vroeg voorbij komen en het bovendien veel te warm is om lekker te dansen, kakt de show al vroeg in. De band speelt goed, de lichteffecten op de achtergrond zijn simpel maar doeltreffend, en de liedjes zitten prima in elkaar, maar al met al haalt Two Door Cinema Club de finish net niet.
Macklemore als vanouds duivels goed
“I’m going to sweat the devil out of me!” roept de Amerikaanse rapper Macklemore als tegen half acht plaatsneemt op het hoofdpodium. En hij is duidelijk niet gekomen om half werk af te leveren. Ook op een lome zaterdagavond in de hitte slaan de maatschappijkritische teksten van Macklemore in als een bom. Hij heeft al enkele jaren geen noemenswaardige hit meer gescoord, wellicht doordat hij tegenwoordig zonder Ryan Lewis opereert. En als er al een kritische nood aan dit prima optreden toegevoegd moet worden, is het wel dat Macklemore zonder Ryan Lewis een beetje voelt als Bert zonder Ernie, Samson zonder Gert of Bassie zonder Adriaan: het is vermakelijk, maar er mist wat. Desalniettemin, met solide uitvoeringen van ‘Thrift Shop’, ‘Same Love’, ‘These Days’ en ‘Can’t Hold Us’ laat Macklemore horen weer als vanouds goed te zijn.
The Good, The Bad & the Queen is het moeilijkste project van Damon Albarn
Damon Albarn vindt het fijn om op Rock Werchter te zijn. Vorig jaar sloot hij met Gorillaz de eerste festivaldag af. Dit jaar is hij er met een van zijn (vele) andere projecten: The Good, The Bad & The Queen. Niet zomaar een band, maar een heuse supergroep: naast Albarn (Blur, Gorillaz) staan ook Paul Simonon (The Clash), Simon Tong (The Verve) en Tony Allen (Fela Kuti) op de planken. De band moet het doen met een nog niet halfvolle Barn. Muzikaal zit The Good, The Bad & The Queen dan ook in een moeilijke hoek. Op het nieuwe album Merrie Land werkte de groep samen met David Bowie-producer David Visconti. Dat is te horen, want op Werchter laat de band ontzettend Bowieaanse, zweverige maar intrigerende artrock horen. De ervaring van de bandleden hoor je terug in de strakke uitvoering, maar erg spannend is het concert niet. Er wordt veel gejamd en ieder nummer wordt eindeloos uitgerekt, maar het publiek kan er niet zoveel mee. Langzaam aan raakt de tent toch steeds leger, wellicht omdat het op de mainstage bijna tijd is voor de headliner van vandaag.
Mumford & Sons kan niet zonder banjo
In een tijd waarin EDM en hiphop steeds populairder werden, was het een unicum dat een bandje dat vooral leunde op banjo’s en akoestische gitaren ineens enorm populair werd. Dat is nu pakweg tien jaar geleden, en Mumford & Sons is inmiddels al jaren een gewilde headliner op de grote festivals. Maar van die aanstekelijke feelgoodfolk is tegenwoordig nog maar weinig over. Vanaf derde album Wilder Mind en nu ook vierde plaat Delta maakt de band wat algemenere altrock. Dat komt het optreden van de band niet ten goede. Er wordt nog veelbelovend geopend met ‘Guiding Light’, ‘Little Lion Man’ en ‘Babel’. De timing van frontman Marcus Mumford is twijfelachtig en hij kijkt wat moeilijk, maar hij zingt zuiver. Maar dan breekt er een blokje met veel, veel muziek van die laatste twee platen. En dan blijkt dat Mumford & Sons eigenlijk niet zonder banjo’s kan. Het ontbreekt deze nieuwe nummers aan identiteit, en dat de band er vaak ook nog vrij uitgeblust bij staat helpt de zaak ook niet echt. Naast de welkome afwisselingen in de vorm van ‘The Cave’, Nine Inch Nails-cover ‘Hurt’ en ‘I Will Wait’ zijn het vooral de vuurwerk- en confettikanonnen die dit optreden nog redden.