Het jaar zit er weer bijna op en dus is het tijd om de balans op te maken. En wat voor een jaar. Vrijwel alle festivals en concerten geschrapt als gevolg van COVID-19. Jullie redacteuren misten dan ook de geur van het vers gemaaide gras en het schrale bier op de festivalweides. Gelukkig stroomden de goede albums wel nog elke dag binnen. De komende dagen stelt iedere dag één reviewer een aantal platen aan je voor die je móét luisteren vóór 2020 voorbij is. In deze eerste aflevering is het de beurt aan Jeroen Voncken. Zijn eindlijst bevat van alles wat. Waarom deze platen? Lees het na in zijn vuistdikke longread, voor het gemak aangevuld met sleuteltracks die je direct kunt aanklikken en bekijken.

10. Thurston Moore – ‘By the Fire’

Zo bevlogen als op ‘By the Fire’ heeft Thurston Moore (ex-Sonic Youth) al jaren niet meer geklonken. De ingenieuze gitaartapijtjes die Moore en kornuiten weven, doen terugdenken aan de hoogtijdagen van Sonic Youth. Mooi ook, dat de band uitgebreid de tijd neemt om die tapijtjes te weven. Anderhalf uur gitaarnoise van een plank zo hoog dat er een ladder aan te pas moet komen om erbij te komen.

9. Moses Sumney – ‘Grae’

‘Grae’ is ongetwijfeld een van de meest intrigerende platen van het jaar. Moses Sumney is een Ghanees-Amerikaanse singer songwriter die zich met name bedient van R&B en soul. Doorgaans totaal niet mijn ding. Maar deze plaat, met de term ‘insula‘ (afzondering, eiland) als centraal thema, bleef mij op de een of andere manier boeien. Is het zijn uitzonderlijk hoge falset, zijn het de vreemde sprongen die de liedjes op dit album maken? Ik kan er moeilijk een vinger op leggen. Een ding is zeker, met ‘Grae’ maakte Moses Sumney een van de beste platen van het jaar.

8. Jerry Joseph – ‘The Beautiful Madness’

Mocht de goede man ooit een biografie krijgen, dan is de schrijver niet binnen een paar hoofdstukken klaar. Jerry Joseph heeft een behoorlijk turbulente levensloop gehad. Dit vertaalt zich in een bijzonder spannende, maatschappijkritische rootsplaat. En als je die rootsnummers dan laat inspelen door Drive-By Truckers, dan weet je bij mij wel een gevoelige snaar te raken. Sugar Smacks!

7. Neptunian Maximalism – ‘Éons’

Over deze plaat wil ik eigenlijk niet al te veel zeggen. Simpelweg omdat een paar zinnetjes gewoon te weinig is om een treffende omschrijving te geven. ‘Éons’ is een plaat die je moet ondergaan. Horen is geloven! In de categorie ‘experimentele power jazz metal’ maakt dit Belgisch collectief in ieder geval de absolute plaat van het jaar.

6. Fiona Apple – ‘Fetch the Bolt Cutters’

Of het aan de lockdown heeft gelegen geen idee, maar dit jaar veel minder zware gitaren in mijn lijst dan voorgaande jaren. Ook bij Fiona Apple geen ‘zware gitaar’ te bekennen. Wel potten, pannen, deksels en andere huisraad. Zelfs de honden van Fiona blaffen een deuntje mee. Wat dat betreft is ‘Fetch the Bolt Cutters’ een echte COVID-19 plaat. Alles werd thuis opgenomen. Voor de vele lovende recensies hoef je maar even op Google te speuren. Geen lijstje is compleet zonder Fiona zo lijkt het.

 

5. Sevdaliza – ‘Shabrang’

Van hetzelfde laken een pak als Moses Sumney is Sevdaliza. Deze Nederlands Iraanse artieste zal ik pakweg een paar jaar geleden niet zo snel hebben opgepikt. Op ‘Shabrang’ stuitte ik per toeval via de algoritmes van de welbekende streamingdiensten. Evenals ‘Grae’ bleef ‘Shabrang’ mij intrigeren en groeide uit tot een van mijn favoriete platen van dit rare jaar.

4. Oranssi Pazuzu – ‘Mestarin Kynsi’

Niet zo ‘verwonderlijk’ en ‘raar’ als Neptunian Maximalism, maar deze Finse psychedelische black metalband maakt toch wel een van mijn favoriete harde plaatjes van dit jaar. Hard, psychedelisch en zo nu en dan ook nog eens dansbaar. Al was mijn gezin het daar niet altijd mee eens.

3. Greg Puciato – ‘Child Soldier: Creator of God’

Het eerste solo-album van Greg Puciato (ex-The Dillinger Escape Plan, Killer Be Killed, Black Queen) is direct een voltreffer. Puciato haalt alles uit de kast en verwerkt al zijn invloeden in een zeer afwisselend album. ‘Child Soldier’ klinkt als een mengelmoes (zonder gefragmenteerd aan te doen) van zijn huidige bands, zijn voormalige band, Nine Inch Nails en Faith no More. Puike plaat van een puike artiest, die een veel groter publiek verdient.

2. Jason Isbell and the 400 Unit – ‘Reunions’

Naast dat Jason Isbell al een deuntje meespeelt met zijn oude werkgever Drive-By Truckers op de plaat van Jerry Joseph, maakt hij voor mij met ‘Reunions’ ook nog eens de beste rootsplaat van het jaar. Isbell verstaat als geen ander de kunst van het liedjes schrijven. Daarbij geen teksten over ‘ditjes en datjes’, maar teksten die ergens over gaan. Prachtplaat!

1. Phoebe Bridgers – ‘Punisher’ 

Als er een nummer is die dit COVID-19 jaar mooi samenvat voor mij, dan is het wel ‘I Know the End’ van Phoebe Bridgers. Die Bright Eyes-achtige kakofonie op het einde, die schreeuw waar meer woede en frustratie in zit dan alle brute death metal grunts van dit jaar bij elkaar opgeteld. Yes! Phoebe maakte voor mij verreweg het mooiste liedje. En niet alleen het mooiste liedje, maar ook dus het mooiste album! Oh ja, ze draagt vaker zo’n outfit met een skelet erop. Dus toch een beetje metal nog.

Heeft die zelfverklaard gitarengek dan helemaal geen harde gitaren geluisterd vraagt u zich af. Jawel hoor! De meeste harde plaatjes dit jaar stonden nog wel op mijn shortlist, maar zijn uiteindelijk toch afgevallen. Voor de volledigheid hieronder nog even die andere bands/artiesten die dit jaar plaatmateriaal uitbrachten dat je eigenlijk niet mag missen.

Motorpsycho, Torres, Deftones, The Ocean Collective, Puscifer, Kameel, Run the Jewels, DOOL, Pain of Salvation, Ray Lamontagne, Huntsmen, Code Orange, Draconian, Sólstafir en Katatonia.