Wat zou het een gigantische aderlating zijn als Soen er besluit mee op te houden. De Zweedse band behoort na vijf albums tot de absolute top van de sferische progmetal, maar moest desondanks een crowdfunding op touw zetten om de coronacrisis zonder kleerscheuren door te komen. Dat verdienen deze mannen niet, zo hebben ze gisteravond nog maar even onderstreept in hun langverwachte optreden in de Melkweg in Amsterdam.

‘Beoordeel een boek niet om zijn kaft’, het is een gezegde die Soen past als een jas. Dit zijn geen jongens van de vele woorden of waar het charisma van af druipt. Soen is een nederige band, met een ietwat ongemakkelijke frontman, een schuwe drummer met podiumangst en drie langharige gitaristen die moederziel alleen in een kroeg zouden zitten. Pak er een video op Instagram bij en je ziet het meteen: ze hebben geen flauw benul hoe ze hun fans pakkend moeten aanspreken.

Achter de schermen doet Soen maar wat, maar op het podium en in de studio kent deze groep eigenlijk geen gelijke. Contactgestoord of niet: elk album is tot nog toe een schot in de roos, met de koninklijke langspeler Imperial als laatste hoogtepunt. Die plaat en voorganger Lotus lopen als een rode draad door het bijna twee uur durende optreden in de Melkweg, waarin de groep hoogtepunt na hoogtepunt aan elkaar rijgt.

Het begint al meteen met het verwoestende Monarch, opgeluisterd met sirenes die knijterhard door de Amsterdamse popzaal loeien. De kenmerkende combinatie tussen spetterend riffwerk en dromerige progrock is iets wat meteen opvalt en wat de fans zichtbaar gemist hebben. Zanger Joel Ekelof kiest sinds de tour in Zuid-Amerika voor een stoere bikerlook met zonnebril. Nogal fout als je het ons vraagt, maar het tekent ook het ongemak wat Soen vaker uitstraalt.

En wat maakt het eigenlijk ook uit. Zet die man in de schmink en geef hem een clowsneus, en alsnog weet hij met zijn ongeƫvenaarde zalvende vocalen voor een hypnotiserende ervaring te zorgen die je voor de volledige lengte van het concert niet meer loslaat. Of hij nu als een verliefde schooljongen neuriet als in het Riverside-achtige Lunacy, of als een boze buurman loopt te brullen in Lumerian: Soen heeft met deze ongemakkelijke wereldvent gewoon goud in handen.

Je zou bijna vergeten dat de voormalige Willowtree-zanger zich door een waanzinnige groep muzikanten heeft laten omringen. De langharige drumgod Martin Lopez, bekend van Opeth, steekt er natuurlijk met kop en schouders bovenuit. Met zijn uitzonderlijke drumkunsten en buitenaardse staccato ritmes drukt hij een flinke stempel op de muziek en geeft hij het een uniek karakter. Wie in de Melkweg goed naar de geluidsexplosie in Savia luistert zal precies weten wat hiermee bedoeld wordt.

Hoewel Soen er niet voor terugdeinst om flink wat metalgeweld over het publiek te spugen, wordt nooit de balans met de dromerige, melancholische progrock uit het oog verloren. Het prachtig emotionele River klinkt alsof Pink Floyd uit de as is herrezen, en Illusion is op momenten weliswaar mierzoet, maar de band komt ermee weg door zijn gitaren op een fantastisch mooie manier te laten huilen.

Natuurlijk is het concert niet zonder fouten. Zo vergeet Ekelof een paar keer zijn tekst en kijkt hij af en toe wel heel vaak naar beneden om de lyrics te checken, wat de afstand met het publiek vergroot. Aan het einde van de show denkt hij zelfs dat de groep later dit jaar nog twee keer terugkeert naar Amsterdam. Een oplettende fan op de eerste rij wijst hem nog even terecht: het is in Zoetermeer.

En zo belanden we automatisch bij wat Soen zo kenmerkt: het is een ongemakkelijk zootje bij elkaar, maar wel een van de beste bands van het moment.