Het jaar zit er bijna op en dus is het weer tijd om de balans op te maken. De komende weken stellen onze reviewers een aantal platen aan je voor die je móét luisteren vóór 2023 voorbij is. In deze eerste aflevering is het de beurt aan Jeroen Voncken. Zijn eindlijst bevat van alles wat. Waarom deze platen? Lees het na in zijn vuistdikke longread, voor het gemak aangevuld met sleuteltracks die je direct kunt aanklikken en bekijken.

12. Jason Isbell and the 400 Unit – Weathervanes

Jason Isbell is de laatste jaren uitgegroeid tot een van mijn favoriete Americana artiesten. De goede man schudt de prachtige liedjes bijna achteloos uit zijn mouw. Zijn songs worden altijd prachtig verpakt in geweldige arrangementen en de refreinen zijn doorgaans al even memorabel. In zijn teksten houdt hij de verhalen veelal klein. Maar de boodschap die hij probeert mee te geven is universeel. Wereldartiest! Slechts op plaats 12 omdat de persing van de plaat te wensen over laat. Anders was hij paar plaatsjes hoger geëindigd.

11. Steven Wilson – The Harmony codex

Eindelijk weer een ouderwets goede Steven Wilson plaat! Zijn laatste solo- en Porcupine Tree plaat waren niet helemaal overtuigend. ‘The Harmony Codex’ tikt met momenten (zoals bij het onderstaande ‘Impossible Tightrope’) het oude niveau weer aan. Nu nog Marco Minneman en Guthrie Govan terughalen in de band, dan wordt de volgende poging vast weer ‘de plaat van het jaar’ voor mij.

10. Arooj Aftab, Vijay Iyer, Shahzad Ismaily – Love in Exile

Haar vorige album ‘Vulture Prince’ was nummer 3 in mijn jaarlijst van 2021. Met ‘Love in Exile’ maakt Arooj Aftab het iets moeilijker voor mij. Waar het vorige album ‘afgeronde’ liedjes bevatte, is ‘Love in Exile’ meer een groot experiment van Aftab en haar partners in crime Viya Iyer en Shahzad Ismaily. Verwacht langzaam opgebouwde soundscapes van piano en bas met daarover heen de betoverende zang van Aftab zelve.

9. Boygenius – ‘The Record’ 

And a record it is! Een band waarop je de term supergroep met een gerust hart kunt loslaten. Wanneer drie getalenteerde singer songwriters (Phoebe Bridgers, Lucy Dacus en Julien Baker) de handen ineen slaan om samen – tja, want we hebben het zo leuk saampjes- een album te maken, kan er weinig misgaan. En dat gaat het ook niet. Prachtige nummers, prachtige samenzang, prachtplaat!

8. ANOHNI and the Johnsons – My Back Was A Bridge For You To Cross

Ik heb een zwak voor de stem van ANOHNI (The Artist Formerly Known As Antony). Ook nu hij zij is geworden, is daar niets aan veranderd. Op het vorige album, het in 2016 verschenen ‘Hopelessness’, kwam deze stem als gevolg van de veelal elektronische accenten in de muziek veel te weinig tot haar recht. Nu de elektronische spielereien weer overboord zijn gegooid en the Johnsons het schip weer hebben betreden, klinkt ANOHNI ook weer als vanouds. Kippenvel!

7. DeWolff – Love, Death & In Between

Nederlands hardst werkende rock ‘n’ roll band pakte dit jaar flink uit in de studio. Waar de band doorgaans met ‘slechts’ zijn drietjes te vinden is op haar plaatwerk, werd op ‘Love, Death & In Between’ een heel leger aan gastmuzikanten ingehuurd. Extra percussie, achtergrondzangeressen, een bassist en een blik blazers werden toegevoegd aan de recepten van het Limburgse drietal. Resultaat: een van de meest meeslepende en dampende rock ‘n’ roll releases van Nederlandse bodem van de laatste jaren! Are you ready for the Nighttrain!?!

6. Sleep Token – Take me Back to Eden

Tot in den treuren geplugd door mijn collega’s hier op Counter Culture. Een band waar ik in het begin helemaal niks, maar dan ook echt helemaal niks mee kon. Onder het motto van – mijn collega’s zijn wel gestoord, maar niet zo gestoord – toch doorgezet. En uiteindelijk viel het kwartje! De combo van metalcore, R&B en weet niet wat nog meer allemaal vond een plekje in mijn hersenpan om die vervolgens niet meer te verlaten.

5. Die Wilde Jagd – Ophio

Mijn eerste kennismaking met Die Wilde Jagd was op Roadburn Redux (de online Corona versie van Roadburn). Dat klonk toen al behoorlijk interessant. Het jaar daarna zag ik ze, op een reguliere Roadburn editie, voor het eerst live. En dat maakte pas echt indruk! Nu is er dan een nieuwe plaat en daar kan ik eigenlijk heel kort over zijn: lelijke hoes (een foto van een gele trui?), schitterende muziek! Producer en songwriter Sebastian Lee Philipp weet op ‘Ophio’ psychedelische krautrockgeluiden met poëtische Duitse teksten te weven tot een atmosferisch web van romantiek en melancholie.

4. Jaimie Branch – Fly Or Die Fly Or Die Fly Or Die ((world war))

Absoluut het meest opzwepende plaatje van deze lijst. Jazz met de attitude van punk. Niks moet, alles mag! Branch kan naast erg goed trompetteren ook nog een aardig stukje rappen zo blijkt. Jammer dat dit haar laatste album is, mevrouw schijnt iets te veel uit de verkeerde snoeppot te hebben gegraaid. Doodzonde van zo’n immens talent!

3. Takh – Takh

Een band waar ik voor het eerst kennis mee maakte toen ze speelde in het voorprogramma van Psychonaut. En toen zoveel indruk maakte, dat ik ze snel nog een keer live heb bezocht en vervolgens gelijk hun gelijknamige debuut heb aangeschaft. De band weet met behulp van (bas)gitaren, mandoline, drums en harmonium een indrukwekkend klanktapijt neer te leggen. Tel daarbij op de emotionele stemexpressie van zanger Pieter Uyttenhoven met op de achtergrond het wat meer zoetgevooisde stemgeluid van drumster Annelies van Dinter en het resultaat is een fantastische donkere postrock/metal plaat. Een plaat die alle genre elementen van de postrock/metal aantikt, maar die als gevolg van het stemgebruik en het instrumentarium nergens exemplarisch klinkt. Een geheel nieuw geluid binnen het genre!

2. Lankum – False Lankum

Een plaat die weg luistert als ware het een spannend boek van Stephen King. Een betere aanbeveling kan ik niet doen denk ik. Luister alleen al naar het bijna verstikkende ‘Go Dig my Grave’ en ik denk dat je vannacht geen oog dicht doet. Gelukkig zijn niet alle nummers op ‘False Lankum’ zo donker als het voornoemde ‘Go Dig my Grave’, maar komen er geregeld ook wat ‘lichtere’ nummers voorbij die als spreekwoordelijke zonnestralen door het donkere wolkendek heen breken.

1. Einar Solberg – 16

Een plaat die ik in eerste instantie wel tof, maar eigenlijk ook een klein beetje overbodig vond (klinkt het niet immers als een soort Leprous-light?), is door het jaar heen uitgegroeid tot mijn plaat van het jaar. Ik heb het hier over het solodebuut van Einar Solberg, dagelijks beroep: zanger Leprous. Met ’16’ heeft Solberg een zeer persoonlijk album gemaakt dat haar geheimen heel langzaam, maar dan ook heel langzaam prijsgeeft. De vele samenwerkingen (o.a. met Ben Levin, Asger Mygind en Ihsahn) maken dat ieder nummer net even een subtiel andere sfeer uitdraagt dan het voorgaande nummer, maar de grootste sterkhouder van dit album is de imposante stem van Solberg zelve (wat een bereik!) en de stuk voor stuk schitterende nummers welke hij schreef.

Dan zijn er natuurlijk nog de eervolle vermeldingen. Albums die het net niet haalden, die ik nog niet aangeschaft heb op vinyl, die niet op vinyl verschenen en/of die nog op vinyl moeten verschijnen. Zo leverden PJ Harvey, Sigur Ros, Katatonia, The Ocean Collective, Foo Fighters, King Gizzard and the Lizard Wizard en Wilco ook meer dan prima albums af.