Gehoord: Monster Magnet & Church of Misery, 17-02-2014, Utrecht (Tivoli Oudegracht)

Iedere Utrechter kent het gevoel wel. Je fietst op een normale dag over de Oudegracht en ter hoogte van de Arm en het oude Pothuys bekruipt je een melancholisch gevoel. De daar gevestigde poptempel Tivoli is namelijk bezig aan zijn bisronde en slechts 31 concerten scheiden ons van het afscheid van de meest iconische poptempel van Midden Nederland.

In 31 concerten mag dus langzaam het dak van Tivoli af worden geblazen. Opvallend en spijtig echter, dat er in de afscheidsserie Tivoli Tijdloos weinig écht hard werk langskomt. Tussen Marco Borsato, De Dijk en Van Dik Hout komen slechts Soulfly (5 maart) en ‘ons eigen’ DeWolff (1 mei) in aanmerking om de verouderde decibelmeter nog één keer tegen ‘niveautje-gehoorschade aan te laten komen.

Vlak voor we aan de afscheidsserie beginnen is er echter nog een concert dat absoluut in aanmerking komt om een aanval te doen op het fundament van Oudegracht 245. Want overal waar de Amerikaanse stonerrockers van Monster Magnet komen, mogen de boxen net wat harder. De band wordt gezien als één van de grote drie van het stonergenre, naast Fu Manchu en Kyuss. De sound van Monster Magnet is echter wel onderscheidend van haar genregenoten, want allereerst is het geluid van de band iets toegankelijker dan bijvoorbeeld Fu Manchu’s duistere stoner en ten tweede schuurt het geluid van Monster Magnet duidelijk aan tegen de heavy metal van – bijvoorbeeld – Black Sabbath. Qua geluid een blend tussen Queens of the Stone Age, Kyuss en Black Sabbath dus. Qua bandperikelen doet de band het meest denken aan eerstgenoemde. De Josh Homme van Monster Magnet heet Dave Wyndorf en alle andere muzikanten worden regelmatig vervangen. Wyndorf is dan ook absoluut de blikvanger van Monster Magnet en doet uiterlijk denken aan een 10 jaar oudere versie van Dave Grohl (Foo Fighters, Nirvana) met de maniertjes van Jesse Hughes (Eagles of Death Metal).

Veelbelovend dus, maar alvorens we bij Monster Magnet aankomen moeten we ons eerst door de set van voorprogramma Chruch of Misery heenwerken. En dat is geen straf, want deze Japanse doommetalgroep staat al jaren bekend als een van de strakste uit het genre. Gefundeerd op het sterke basswerk van Tatsu Mikami – een van de allerbeste bassisten ter wereld – weet de groep het in behoorlijke getalen uitgelopen publiek te vermaken. Enig nadeel is het buitengewoon excentrieke gegrunt van lead’zanger’ Hideki Fukasawa, die met zijn slecht getimede gegrom meer kwaad dan goed doet, en de sound daarnaast met het elektronische apparaat waar hij af en toe op staat te rammen compleet kapotbeukt. Jammer, want wanneer Church of Misery eens een fatsoenlijke zanger zou aannemen kan de groep absoluut in de voetsporen van Fu Manchu en Kyuss treden.

Om half 10 precies – de heren van Monster Magnet zijn professioneel – is het dan plotseling tijd voor het hoofdprogramma. Geen spectaculaire opkomst, gewoon de starttonen van I Live Behind the Clouds, opener van het nieuwe album. Door wat technische malaise (niet alle instrumenten blijken te zijn aangesloten op het geluidssysteem, slordig!) duurt het intro van dit nummer in plaats van 13 seconden liefst 3 minuten. De rest van de track valt ook een beetje weg, de band moet er duidelijk inkomen.

De twijfel slaat vervolgens toe wanneer Wyndorf ons toevertrouwd dat hij vandaag zijn hele nieuwe album gaat spelen. Want ondanks dat deze plaat zeker niet slecht was, wil je bij een show van Monster Magnet toch vooral de klassieke stonertracks van de band horen. De band wint het publiek echter terug met de uitstekende uitvoering van de titeltrack van het laatste album Last Patrol. Na een kern waarin een aantal nummers redelijk dichtbij hun origineel worden uitgevoerd, is de band in het tweede deel van de show echt klaar om Tivoli naar het kookpunt te brengen. Een aantal heerlijke stonerjams tijdens Mindless Ones en The Duke of Supernature brengt de band naar het absolute hoogtepunt van de reguliere set: het op album ook al uitstekend bevallende End of Time wordt dankzij het tamelijk briljante gitaarwerk van sologitarist Garret Sweeny – die zat er vandaag sowieso heel lekker in – tot grote hoogte getild. Op dat soort momenten hoor je dat Monster Magnet tot de top van het stonergenre hoort.

Na de werkelijk tenenkrommende ballad Stay Tuned neemt de band afscheid van het publiek. Dat heeft dan een prima show gezien, maar is toch ingetogen. Want zo’n laatste album integraal spelen is natuurlijk leuk, maar échte topnummers zijn op Last Patrol schaars en helaas zitten er wel een aantal miskleunen bij, waarvan afsluiter Stay Tuned het beste voorbeeld is. Het achterste deel van het publiek raakt dan ook halverwege het concert zijn aandacht wel kwijt, en besluit er een gezellige borrelavond van te maken. Als er toch een manier zou zijn dat soort idioten naar de bridgeclub te trappen….

Nee, zo kun je een zaal als Tivoli Oudegracht dus écht niet achterlaten, dat snapt ook Dave Wyndorf wel. En dus komt hij samen met zijn kompanen terug voor een toegift. En wat voor een. Eindelijk mag de band in de topversnelling om wat ouder werk af te vuren op de eindelijk exploderende menigte. Het begint allemaal met het snoeiharde Twin Earth van tweede langspeler Superjudge. De stonerliefhebber komt vervolgens volledig aan zijn trekken bij Look To Your Orb For The Warning, misschien wel het beste nummer dat Monster Magnet ooit gemaakt heeft. In dit nummer valt ook de nog altijd uitstekende zangstem van Wyndorf op. Als Tivoli dan de gitaarrif van Dopes to Infinity herkent verschijnen de eerste scheurtjes in het fundament van de zaal. En wanneer de eerste tonen van Space Lord klinken is Tivoli helemaal om – óók de achterste rijen.

Want het concert van Monster Magnet was een uitstekende psychedelische stonertrip, waarbij aan het laatste album Last Patrol echt een extra dimensies wordt meegegeven, maar de basisset kon zich vanavond op geen enkele manier meten met de briljante toegift. Om die te beschrijven volstaan namelijk drie woorden: Veni, vidi, vici. Komen, zien en overwinnen. De Monster Magnetmachine is na 25 jaar nog altijd niet te stoppen.