De Effenaar staat deze zaterdagavond in het teken van onvervalste stonerrock. Inclusief afterparty mogen we maar liefst vijf bands noteren. De aanvang om 18.30 uur blijkt voor velen erg vroeg en hierdoor staat Lord Dying voor een half lege zaal te spelen. Ook wanneer The Shrine aantreedt is het nog steeds niet heel druk. The Shrine trekt in ieder geval alle registers open om degene die er wel al zijn te overtuigen. Met het volume op maximaal lukt dat de heren dan ook prima.
Tegen 20.00uur mogen we de vier bierdrinkers uit Portland, Oregon op het podium verwelkomen. De populariteit van Red Fang groeit nog altijd en met de nieuwe plaat ‘Whales and Leeches‘ op zak en de eerder twee topplaten ‘Murder the Mountains’ en ‘Red Fang’ heeft de band inmiddels een aardige repertoire waar het uit kan putten. Vreemd genoeg is de inmiddels aardig volgelopen grote zaal dit keer niet uitverkocht. In 2013 samen met The Sword en Komatsu was dit nog wel het geval.
De show van vanavond lijkt in alle opzichten op de show van vorig jaar. Niets verrassends, maar wel wederom erg overtuigend en strak. De dubbele zang van Bryan Giles en Aaron Beam mist ook live zijn uitwerking niet. Melodie en er rauw op los scheuren gaat bij Red Fang hand in hand. De vier heren zijn vol zelfvertrouwen en geef ze eens ongelijk als je zo verdomd goed staat spelen.
Nieuwe tracks ‘DOEN’ en ‘Blood Like Cream’ doen het live erg goed en sluiten naadloos aan bij het oudere werk zoals ‘Into the Eye’ en ‘Malverde’. Met ‘Wires’ wordt de reguliere set afgesloten en uiteraard komt publieksfavoriet ‘Prehistoric Dog’ in de toegift voorbij.
Wie na dit drieluik nog geen pijn in de oren heeft, mag zich verplaatsen naar de kleine zaal. Zamora en Monomyth verzorgen hier de afterparty. Vooral de instrumentale spacey stoner van Monomyth maakt hierbij veel indruk. Al met al een fijn avondje stonerrock met laatstgenoemde en Red Fang als grote uitblinkers.
Gezien: Red Fang, Lord Dying, The Shrine, Monomyth, Zamora.
Waar: Effenaar Eindhoven, 22 maart 2014.
Tekst: Reno van der Looij | Foto’s: Paul Verhagen