Ondanks dat we alweer tien jaar wachten op nieuwe concerten van The Libertines, was het wachten nooit zo moeilijk als tijdens de show van Circa Waves in hun eigen voorprogramma. Gaven de heren bij de start van het concert nog aan fan te zijn van The Libertines, daar is in de verdere show beroerd weinig van dat feit te merken. Helemaal geen slechte liedjes, kabbelend zingend over meisjes en afspraakjes; helemaal tweeduizendveertien en echt slecht is het allemaal niet, maar zo is Britpop echt nooit bedoeld.

Tijd dus voor een korte geschiedenisles. Als je een tijdlijn van Britpop zou moeten maken dan staan daarop natuurlijk de Rolling Stones, Beatles en The Who. Later kwamen The Clash, The Jam en The Smiths. Weer iets later Joy Division. Begin Jaren ’90 kregen we dan natuurlijk Blur en Oasis. En toen kwam in dit rijtje The Libertines. In het begin van het vorige decennium werd de muziekwereld opgeschrikt door een post-punk wervelwind met alles erop en eraan. Onbegrijpelijke teksten, rommelige opnamen, schurend valse gitaren en – vooral – liedjes die een hele generatie Britten diep in de ziel trof. Hate them or love them, maar debuutplaat Up The Bracket is en blijft een van de invloedrijkste Britpopplaten ooit. In het rijtje met What’s The Story…, Parklife, Urban Hymnes en Unknown Pleassures.

The Libertines was een uitstekende band, maar werd legendarisch om alles daarbuiten. De haat-liefde relatie tussen frontmannen en straatschoffies Carl Barat en Pete Doherty blijft een van de meest fascinerende en intense uit de muziekgeschiedenis. Het ene moment met de lippen tegen elkaar samen zingend in één microfoon, het andere moment rollend en vechtend over de vloer. Met name de drugsproblemen van probleemkind Doherty bracht de band constant aan de rand van de afgrond. Er werd in die tijd geschreven dat er pakweg drie mogelijkheden waren bij ieder concert van The Libertines: De heren kwamen niet, de heren kwamen en waren teveel onder invloed om ook maar één rechte noot te spelen of de heren kwamen en speelden een onvergetelijke show. Een aantal shows waren met recht legendarisch (zoals de laatste en enige Nederlandse solopassage in Amsterdam in 2002), maar daartegenover staat een leger aan dramatische concerten.

In 2004 was het – twee jaar na het uitbrengen van het debuutalbum – definitief gedaan met The Libertines. Doherty had na een aantal maanden in afkickklinieken en definitieve terugval, raakte steeds verder aan de drugs en moest zelfs een periode de cel in vanwege verboden wapenbezit. Barat besloot hierop niet verder te willen onder de naam Libertines, en in 2004 trad de band in Parijs voor de laatste keer op – in een klein zaaltje, tijdens het voorprogramma van PJ Harvey. Het verhaal gaat dat de heren ’s avonds een biertje dronken op de trappen voor de Sacré-Cour en daar afscheid namen. Voor altijd.

Doherty had vervolgens nog wel redelijk succes met zijn band Babyshambles, maar de projecten van bassist Hassal (Yeti) en van Barat en drummer Gary Powell (Dirty Pretty Things) werden enorme flops. De gedachte aan een Libertinesreünie bleef dan ook altijd hangen. In 2010 kwam een deel van de band bij elkaar voor een concert op het Reading/Leeds festival. Deze lente werd echter de échte reünie van de Likely Lads aangekondigd; op 5 juli stonden de Libertines in originele bezetting voor een uitzinnig Hyde Park. Het werd hét concert van het jaar; de sfeer was zelfs zo extatisch dat het concert een aantal keer moest worden stilgelegd om het publiek een beetje tot bedaren te krijgen.  Op deze succesvolle concerten volgde een tour. Tien concerten slechts, en één van die concerten vond gisteravond plaats in Amsterdam. Met Circa Waves als matig voorprogramma.

Zaal niet echt lekker opgewarmd dus. Het is sowieso niet erg druk in de Amsterdamse muziekzaal;  de balkons blijven vanavond gesloten en er passen nog heel veel mensen bij in de zaal. Van het publiek is het overgrote deel ook nog eens Brits. Het blijkt maar weer dat de populariteit van The Libertines Nederland heeft overgeslagen.

De hele sfeer slaat echter om dankzij een introductiefilmpje annex minidocumentaire die voor het concert wordt afgespeeld. Beelden van vier anarchistische straatschoffies, meestal in bedenkelijke toestand, pak en beet tien jaar geleden. De legende komt weer tot leven en we herinneren ons weer de tijd dat Britpop nog gelijk stond aan rock ’n roll. Interessant is ook het gedeelte waarin wordt gerefereerd aan het eerste gesprek tussen Doherty en Barat na hun breakup: “Aren’t you going to ask me how I’ve been?’ – ‘How’ve you been?’ – ‘Oh, don’t ask”. Toon gezet.

Als de heren zelf het podium opkomen is het publiek niet meer te houden. Niet zo gek ook, want voor het grootste deel is dit de eerste keer Barat en Doherty. Vanaf moment één wordt – met name dankzij de euforische Engelsen –  alles woordelijk meegezongen. Als tijdens tweede nummer Campaign of Hate Barat en Doherty weer gebroederlijk in dezelfde microfoon zingen is allang duidelijk dat het een legendarische avond gaat worden, maar wordt helaas ook pijnlijk duidelijk dat de Libertines er een tijdje uit zijn geweest. Een beetje rommelen hoort bij The Libertines, maar Doherty mist wel erg veel noten en de band oogt aan het begin wat plichtmatig.

Het begin van het concert is al met al niet geweldig. Dat heeft ook te maken met de setlist. The Libertines hebben slechts twee korte albums uitgebracht, goed voor in totaal ongeveer vijf kwartier aan muziek en kunnen mindere nummers dus niet echt weglaten. Er wordt verder niet bepaald begonnen met de beste nummers van de band. De show groeit echter gedurende de avond. Time For No Heroes is de eerste hit en wordt uitstekend vertolkt. Bij Music When The Lights Go Out neemt het herstel echt concrete vormen aan. Misschien wel het mooiste nummer van de band wordt meegeschalt door 3000 dolgelukkige fans. En daarna wordt het alleen maar beter.

Want wát een ongelofelijke hoop klassiekers heeft deze band toch. De tweede helft van de show wordt gekenmerkt door een aantal geweldige oplevingen. Bijvoorbeeld op ongeveer driekwart van de show, als The Boys In The Band en Can’t Stand Me Now worden gespeeld. Het laatste van die twee  – een duet over de moeilijke relatie tussen Barat en Doherty – is een van de meest memorabele momenten van dit concert. Dé grote vraag boven deze reünie wordt door de heren samen gezongen: “Have we enough to keep it together?”.

Muzikaal komt alleen de toegift daaroverheen. Een viertrapsraket, met eerst het tot op heden laatste Libertinesingle What Became of the Likely Lads (2004), dan de kneiterhard schurende liveklassieker Up The Bracket, dan een fenomenaal What a Waster en om af te sluiten I Get Along, misschien wel het meest hardste nummer dat The Libertines ooit maakte.

Even voor elven zijn de heren weer weg. In de zaal blijft een razend enthousiast publiek achter. Je voelt de opwinding van een uniek concert. Het was zeker niet altijd even goed en was niet strak, maar het was wel een onvergetelijke avond. Gedurende anderhalf uur zagen we een vloekende, tierende, schurende en vooral écht rockende muzieksensatie. Britpop zoals britpop oorspronkelijk bedoeld is. Een stukje muziekgeschiedenis. Geschiedenis, want we zagen ook dat deze band echt geen nieuwe klassieker meer gaat maken. Daarvoor zijn de heren te vertroebeld. Je hoopt bijna dat ze niet tevergeefs de studio induiken en het bij deze reünie blijft. Als dat zo is dan heeft de band in ieder het beste uit zichzelf naar boven gehaald. Beste reünieshow in tijden.