Counter Culture shorts nummer #32 alweer. Geen zin om complete albumreviews met hele lange lappen tekst te lezen? Dan hebben wij de shorts voor je. In deze tweeënendertigste editie van shorts vind je zes mooie microreviews van de nieuwe albums van Black Anvil, John Garcia, Dario Mars and The Guillotines, Blackfield, Deaf Havana en The Black Angels.

Black Anvil – As Was (85 punten)

‘Looks can be deceiving’, zo niet in het geval van Black Anvil. De heren zien er uit als een zwaar opgewaardeerde versie van Black Label Society. En bij zulke looks hoort natuurlijk een portie stevige muziek. In het geval van Black Anvil betekent dit een portie onvervalste black metal. Evenals op hun vorige album ‘Hail Death’ laat Black Anvil horen dat ze naast black metal ook nog regelmatig andere muziek tot zich nemen. Zo horen we op ‘As Was’ ook heavy metal, doom en zelfs proginvloeden terug. Daarbij wordt er ook nog eens regelmatig afgewisseld tussen screams en cleane zang. Al deze elementen maken ‘As Was’ tot een zeer genietbaar album en een topper in het genre.

John Garcia – ‘The Coyote Who Spoke in Tongues’ (80 punten)

John Garcia, is dat niet die zanger die in de jaren 90 furore maakte met Kyuss? Juist ja! Na Kyuss heeft de goede man ook nog in Hermano, Unida en Slo Burn gezeten. Inmiddels maakt hij samen met Brant Bjork (eveneens oud-Kyuss) en Bruno Fevery deel uit van Vista Chino. Drie jaar geleden verscheen zijn eerste solo-album. En nu is de tijd rijp voor zijn tweede solo-album, getiteld ‘The Coyote Who Spoke in Tongues’. Fans van voornoemde bands kunnen dit kleinood blindelings aanschaffen. Want wat is het geval, ‘The Coyote Who Spoke in Tongues’ staat vol (afgezien van enkele nieuwe songs) met akoestische versies van songs uit de catalogi van voornoemde bands, allemaal erg smaakvol gearrangeerd en overtuigend ingezongen door Garcia.

Dario Mars and The Guillotines – The Last Soap Bubble Crash (70 punten)

Dario Mars and The Guillotines laten op ‘The Last Soap Bubble Crash’ op z’n zachts gezegd een nogal aparte mix van soul, garage, country, surf en (hard)rock horen. Origineel? Dat zeker! Geslaagd? Slechts ten dele. Helaas maken niet alle nummers even veel indruk. Op hun best komen Dario Mars and The Guillotines (in de wat ruigere tracks) akelig dicht in de buurt van The Bellrays. Al is laatstgenoemde een stuk onstuimiger en heeft zangeres Lisa Kekaula een wat ruigere strot dan Bineta Saware van Dario. Waar de band op plaat dus duidelijk nog moet groeien, schijnt de band live een ware sensatie te zijn. Dus de concertagenda zeker even in de gaten houden.

Deaf Havana – All these Countless Nights (60 punten)

Mensen die niet van 3FM-rock houden, kunnen maar beter direct stoppen met het lezen van deze recensie. De rock die Deaf Havana maakt is namelijk zo ongevaarlijk als een omaatje dat haar kunstgebit op het nachtkastje heeft laten liggen. De band laat nergens echt haar tanden zien. Wat dan wel? Nou, 13 zoetgevooisde pop/rock nummers in de beste Kings of Leon en Kensington traditie. Kan jij iets met die bands? Dan kan Deaf Havana best wel eens jou ding zijn. De nummers op ‘All these Countless Nights’ zitten namelijk goed in elkaar en zanger James Veck-Gilodi heeft de juiste snik in zijn stem. Ik kan er helaas weinig mee.

The Black Angels – Death Song (85 punten)

‘Death Song’ is het vijfde studio album van The Black Angels. Of de albumtitel een verwijzing is naar het nummer ‘The Black Angel’s Death Song’ van The Velvet Underground weet ik niet, maar de gelijkenis is op zijn minst opvallend. Evenals The Velvet Underground maken The Black Angels gruizige gitaarrock. The Black Angels gooien over deze gruizige gitaarrock ook nog eens een flinke shoegazesaus. Deze combo smaakt heerlijk in plaatopeners ‘Currency’ en ‘I’d Kill for You’. Met deze twee nummers hebben we ook wel gelijk twee van de sterkste nummers van ‘Death Song’ te pakken. Andere hoogtepunten zijn ‘Comanche Moon’ en de Bowie-achtige afsluiter ‘Life Song’. Erg fijn plaatje!

Blackfield – V (80 punten)

Nummertje vijf alweer van Aviv Geffen en Steven Wilson. Qua recensie kunnen we in principe kort zijn. Is V zo goed als I en II? Nee. Is V beter als III en IV? Ja. Waar ligt dat aan? Toch de invloed van Wilson. Op III en IV had Geffen meer de overhand en verrichte Wilson min of meer alleen maar hand- en spandiensten. Op V doet Wilson weer volop mee en dat resulteert in een paar klasse composities, waarvan ‘October’ misschien wel de mooiste is. Dat belooft wat voor het later dit jaar te verschijnen solo album van Steven Wilson.