Ongeveer halverwege het concert begint Fiction Plane-boegbeeld, zanger, bassist en frontman Joe Sumner te mijmeren. ‘It’s good to be back on the road with the guys (…) we’ve got kids now’. Wat volgt is een akoestische versie van places, de ballad die Sumner schreef over zijn kind op de nieuwste Fiction Planeschijf.

Het feit dat die track nou niet bepaald het allerspannendste nummer is in het sowieso al niet bol van de spanning staande Fiction Plane-oeuvre geeft ondergetekende tijd om over die uitspraak te mijmeren. Ze zijn inderdaad oud geworden, de jongens van Fiction Plane. Tien jaar geleden alweer zette Fiction Plane zichzelf op de kaart met Left Side of The Brain. Toen was Joe Sumner nog vooral bekend als de zoon van die ene andere Sumner. Inmiddels is hij zelf vader, is hij zijn mooie wilde haren kwijt en is hij niet meer de activistische student milieukunde die ooit fel aan zijn bassnaren trok. Steker nog: in de wijze waarop hij met z’n stem moduleert, in zijn wat onhandige sprongen vanaf het drumstel, in zijn wijkende haargrens; in alles doet Sumner eigenlijk steeds meer denken aan z’n vader.

Toch blijft Fiction Plane meer dan een goedkope Sting-tribute. Op de beste momenten waant De Helling zich zelfs bij een concert van een stadionformatie in een clubzaal. Fiction Plane heeft een aantal fantastische nummers en is in staat die retestrak te spelen. Uitstekende gitarist, prima drummer en excentrieke en spannende frontman die naast een uitstekende popzanger ook nog een meer dan getalenteerde bassist is. Maar de échte credits zijn in De Helling voor de geluidsman. De geluidsmix was werkelijk subliem.

De beste tracks van Fiction Plane zijn die waar de formatie net wat meer gas weet te geven. Het beste voorbeeld daarvan is Death Machine, een rocksong waar de Peppers zich niet voor hadden hoeven schamen. Op de setlist staan nog wel een paar van dat soort pareltjes. Hate bijvoorbeeld, een Stereophonics-achtige stadionknaller van de debuutplaat. Of de razende combinatie Two Sparks – Two Sisters, aan het einde van de set.

Two Sisters is natuurlijk dé claim to fame van Fiction Plane. Een hoekig en pakkend popnummer dat echt een van dé radiohits van de zeroes had kunnen worden. Uit een tijd dat Fiction Plane op een spoor zat om de stadions te veroveren. Grote zaal Paradiso uitverkocht, Pinkpop mainstage; niks leek in die tijd te klein voor het drietal. Maar daarna ging het mis. De formatie ging er zes jaar tussenuit; jongens werden mannen, mannen werden vaders en vaders gingen bardienst draaien op de sportclub. Sumner en de zijnen verkozen – bijna niet los te zien van het leven van Sumner Jr. – het gezinsleven boven het leven van popartiest.

Het resultaat van die sabbatical is wat ambigu. Positief, want waar veel bands rond hun veertigste in een ontegenzeggelijke midlifecrisis van formaat belanden, daar is Fiction Plane nog steeds gezegend van behoorlijk veel aanstekelijk podiumplezier. Maar ook negatief, want de band is er nou niet bepaald actueler gaan klinken en de kritische luisteraar moet ook opmerken dat met name de nieuwe tracks wel erg veel op elkaar lijken.

Conclusie: Fiction Plane is anno 2016 in alle opzichten een volwassen rockband geworden. U mag daarvan zelf denken wat u ervan denkt.