De Britse indierockband The 1975 brak in 2013 plotsklaps door met hun self-titled debuutalbum. Sindsdien lijkt de carrière van het kwartet uit Manchester één grote zegetocht te zijn, die de band vanavond voor de tweede keer in iets meer dan een jaar naar de AFAS Live brengt. Dit opnieuw ter ondersteuning van het populaire tweede album met de ambitieuze titel I Like It When You Sleep, for You Are So Beautiful Yet So Unaware of It.

Bakvissen

Het concert had oorspronkelijk in januari moeten plaatsvinden, maar werd verplaatst wegens conflicterende agenda’s. Fans hebben dus even wat langer geduld moeten hebben, maar het is zover: om klokslag negen uur doven de lichten en klinkt het intro ‘The 1975’, een verlengde versie om extra spanning op te bouwen. Er word luidkeels gegild door de vele tienermeisjes die aanwezig zijn. Veel van hen lagen al uren van tevoren voor de zaal, maar doordat de AFAS verre van uitverkocht is lukt het ook laatkomers nog om een prima plekje in de menigte te vinden.

Zo’n doelgroep heeft z’n voor- en nadelen: enerzijds is het type bakvis door alle hysterie niet altijd serieus te nemen, anderzijds kennen de fans alle liedjes wel woord voor woord en wordt er met ieder nummer leuk meegedaan. Gelukkig begint The 1975 zelf ook lekker met de funky single ‘Love Me’ en het dansbare ‘UGH!’. De jongens hebben podiumsetting uit de videoclip van ‘UGH!’ meegenomen, wat visueel bijzonder aantrekkelijk is. De lichtshow is dik in orde en op de achtergrond worden mooie beelden getoond, wat goed past bij de sfeer van de muziek.

Retro

Muzikaal haalt de band veel inspiratie uit elektronische poprockbandjes uit de jaren ’80 en ’90. Je hoort The Smiths en The Cure, met invloeden van Duran Duran en INXS erdoorheen. Vast niet geheel ontoevallig lijkt frontman Matt Healy, met zijn retro uiterlijk en nonchalante houding, dan ook aardig op een modern liefdeskind tussen Robert Smith en Simon Le Bon. De zanger danst erop los en eist vanavond een hoofdrol op in de podiumpresentatie van de band.

Verder houdt hij zich met name de eerste helft van de show behoorlijk gedeisd. De band stelt zich bescheiden op, laat de muziek voor zich spreken en het concert kabbelt rustig voort. Totdat Healy voor ‘Loving Someone’ een pleidooi over feminisme en seksualiteit houdt, en iemand ineens een bijbel op het podium gooit. “Don’t fucking throw scripture at me while I’m talking,” bijt Healy toe, al voegt hij later toe dat hij de daad wel kan respecteren als het bedoeld was als een “anarchist manifesto”. Healy is zelf namelijk heel uitgesproken over zijn vrouwelijke kant: hij heeft een androgyn voorkomen en schuwt opvallende make-up niet.

Gewoon luisteren

De setlist telt dik 20 nummers en dat is aan de lange kant voor een groep die pas twee volwaardige studioalbums uit heeft, al wordt de tijd ook gevuld met tracks van hun EP’s én één nieuw nummer: ‘Me’, dat moet gaan verschijnen op derde album Music for Cars (gepland voor 2018). Healy verzoekt, zoals altijd, om dit nummer te spelen zonder telefoons in de lucht, opdat een mooie herinnering beter is dan een video op social media. Dat lukt hem goed, al reageert hij geërgerd als het publiek vervolgens begint mee te klappen: “Stop clapping, just listen.” Net als vroeger. Hij lapt het rookverbod aan zijn laars en steekt een sigaret op. Oók net als vroeger.

Toch voorkomen die taferelen niet dat af en toe de aandacht weg valt. Veel nummers lijken toch best wel op elkaar, de in- en outro’s zijn lang en niet alles swingt de pan uit, maar de zaal is weer helemaal bij de les als de groep het energieke ‘Sex’ speelt. Bovendien valt steeds meer op dat hoewel Healy geen begenadigd zanger is, zijn stem wel goed uit de verf komt en de rest van de band ook erg fijn staat te spelen.

Totaalervaring

The 1975 is erop gebrand een totaalervaring te bieden. De muziek, de setlist, de lichtshow, zelfs de dansjes van Healy lijken teveel ingestudeerd. Misschien is dat wat nog het meeste bijdraagt aan de veredelde boybandstatus van de jongens, maar bovenal komt het soms een beetje onnatuurlijk en pretentieus over. Het is allemaal echter een zeer kleine kanttekening bij een verder prima optreden, dat met ‘Chocolate’ en ‘The Sound’ keurig wordt afgesloten. Volgend jaar weer?