“#BREAKING: Chester Bennington of Linkin Park has committed suicide. RIP”, luidde de tweet van TMZ. Ik opende Twitter en dit was het eerste bericht dat ik zag. In de hoop dat het een hoax was, struinde ik snel de socials af, op zoek naar iets of iemand die dit nieuws kon ontkrachten. Maar dat was er niet. Chester Bennington, de frontman van een band die voor mij een introductie was tot de alternatieve muziek, heeft op 41-jarige leeftijd zelfmoord gepleegd.

Nu-metal

Linkin Park behoorde begin jaren 2000 tot de pioniers van de nu-metal. Laat dat nu ook net het moment zijn dat ik me, zo aan het einde van de basisschool, langzaam aan begon te interesseren voor wat hardere muziek. Wat moeten mijn ouders raar hebben opgekeken (ongetwijfeld in positieve zin!) toen ik naast mijn vaste menu aan boy- en girlbands ineens ‘One Step Closer’ en ‘In the End’ op mijn zelfgemaakte mixcd’s wilde hebben. En ik wilde Hybrid Theory hebben, en later Meteora, enzovoorts. Het bleek geen fase te zijn. Linkin Park was één van de bands die mij definitief deed overstappen naar rockmuziek, en ervoor zorgde dat ik mezelf nog meer ging verdiepen in de muziekwereld.

Emoties

Linkin Park was zo’n band waar ik als tiener mijn puberale emoties op kon botvieren. De boze, harde muziek kon soms een enorme uitlaatklep zijn. Maar ik keek ook door het gitaargeweld heen, en hoorde enorm aangrijpende teksten, gezongen door die weergaloze stem van Bennington, en ik voelde met hem mee. Hoewel ik mij niet kon identificeren met de depressies en verslavingen waar hij het over had, bracht hij zijn teksten op zo’n manier dat ik er mijn eigen betekenis aan kon geven. Vooral ‘Numb’ gaat tot op de dag van vandaag recht door mijn ziel heen.

De laatste paar platen van Linkin Park konden mij niet echt bekoren, maar de klassiekers staan nog steeds als een huis. Het laatste album van de band dat ik nog echt veel heb geluisterd is Minutes to Midnight (2007). Die was wisselvallig, maar toch staan er een paar nummers op die nog regelmatig door mijn huis knallen.

Live

Daar komt nog bij dat de liveshows van Linkin Park ongelofelijk strak zijn. In het kader van “beter laat dan nooit” zag ik Linkin Park in 2012 voor het eerst in het echt. Als headliner op mijn lievelingsfestival, Rock Am Ring. Bovenop de geweldige sfeer die daar altijd hangt, werd ik overweldigd door de kwaliteit van het livespel van Linkin Park. Het klonk gewoon zó sterk, zowel muzikaal als vocaal. Maar het meeste was ik onder de indruk van Chester. Hoe zelfverzekerd hij op de bühne stond, hoe fantastisch zijn zang klonk. Hoe hij de ene na de andere meeslepende uithaal moeiteloos haalde. Ik betrapte mezelf erop dat ik de volle anderhalf uur heb staan meezingen. Het klopte gewoon. Ineens begreep ik waarom ook de oude fans, die (tot grote frustratie van Chester) zo uitgesproken ontevreden waren met de nieuwere albums, nog steeds naar de shows van Linkin Park gaan. Ik ging zelf nog twee keer op herhaling: op Pukkelpop en in de Ziggo Dome.

Chris Cornell

Chester was een goede vriend van Chris Cornell, die in mei van dit jaar uit het leven stapte. Hij zong zelfs op diens begrafenis. Vandaag zou Chris 53 jaar zijn geworden. Ik vraag me af of dat nog verband houdt met Chesters overlijden. Het zal voor velen een groot vraagteken zijn. Maar dat het de situatie extra schrijnend maakt, is zonder meer waar.

Icoon

Chester Bennington heeft in de afgelopen 20 jaar toch een dikke stempel gedrukt op de rockscene. Hij was een nu-metal icoon. Een idool voor talloze fans. De klap is voor hen enorm, maar voor zijn familie, vrienden en natuurlijk iedereen in Linkin Park moet het onverdraagbaar zijn. Hoe eenzaam voel je je wel niet, als je zes jonge kinderen achterlaat? Het is niet te bevatten.

 

And the shadow of the day

Will embrace the world in grey

And the sun will set for you

 

Rust zacht, Chester.