Cabaretvoorstellingen, zwembaden en massagesalons. Waar zomerfestivals steeds vaker voor een totaalbeleving gaan, richt hardrock- en metalfestival FortaRock zich nog altijd puur op de muziek. Hier vind je geen reusachtige tenten en fraaie decorstukken, hier gaat het puur om de muziek. En dus trokken afgelopen weekend ruim 20.000 hardrockfans – na een jaar afwezigheid – naar het groene Goffertpark voor twee dagen bier en gitaren.

Je zou wel kunnen stellen dat Fortarock als een feniks uit de as is herrezen. Vorig jaar moest noodgedwongen de stekker uit het festival, nadat het de organisatie niet lukte om twee geschikte headliners te vinden. Nu is het Nijmeegse gitarenfeestje terug van weggeweest, met over de breedte een meer dan prime line-up, een kleiner (en veel gezelliger) terrein, een nieuwe tent en een derde theater(podium), midden in de bossen.

De sfeer op Fortarock is rustig en gemoedelijk. Op zowel de vrijdag als de zaterdag is het in de middag al ‘gezellig druk’ op het terrein. Nergens staan lange wachtrijen of wordt er gedrongen. Wat de dresscode betreft zijn er geen verrassingen: zwarte t-shirts, spijkerbroek met gaten en versleten sneakers bepalen het beeld op het terrein. Kleurige t-shirts zien we zelden.

Toch is het publiek opvallend divers: we zien punks met enorme hanenkammen, oude bebaarde hardrockers, tieners met satanische teksten op hun kleren maar ook jonge gezinnen met kinderen. Het imago dat Fortarock alleen voor bebaarde en getatoeerde mensen is, is achterhaald: gitaarmuziek is van iedereen, voor iedereen.


Daar is de eerste circlepit

Anders dan de vorige edities wordt de line-up nu niet verspreid over twee, maar over drie verschillende podia. Het Amerikaanse metalcollectief Death Angel is de eerste grote naam die het hoofdpodium mag beklimmen. Wie traditionele trashmetal een warm hart toedraagt, kan eigenlijk niet om deze band heen. De Amerikanen genieten al jaren bekendheid om hun brullende teksten, stuwende drums en hoekige riffs.

Frontman Mark Osegueda, wiens uitstraling wat weg heeft van de zanger van Slayer, gromt en krijst dat het een lieve lust is, terwijl zijn gitaristen al headbangend de ene na de andere verwoestende riff uit hun gitaar persen. De uitvoering van het meedogenloze ‘Voracious Souls’, waarbij de fans vooraan een enorme cirkelpit beginnen, vormt het hoogtepunt van de set. Een lekker begin van de dag.

Daar gaan de boxen…

Zo langzamerhand stroomt het Goffertpark vol en als Arch Enemy arriveert heeft zich een behoorlijke menigte rond het hoofdpodium verzameld. De band is, ondanks het afscheid van de originele zangeres, nog altijd mateloos populair. Als bij een bokswedstrijd komen de klappen steeds harder aan naarmate de rondes vorderen: het verwoestende My Apocalypse volgt het meedogenloze The World is Yours op, en het meezingbare Bloodstained Cross vormt een heerlijke voorbode op de ultieme boosmaker The Eagle Flies Alone.

Het zit Arch Enemy alleen bepaald niet mee. Tot twee keer toe valt de muziek uit en is de band genoodzaakt een nummer compleet af te breken. Maar zangeres Alissa White-Gluz, bekend om haar lange blauwe lokken, weigert met de pakken neer te zitten en kan er zelfs wel om lachen. ,,We spelen natuurlijk ook veel te hard voor jullie, Fortarock.” Hard was het zonder meer. En goed.


Confettibommen en rookblazers

Tijd om op adem te komen na Arch Enemy is er niet, want aansluitend beginnen de Duitse metalkoningen van Kreator aan hun concert in de tent, dat pal naast het hoofdpodium ligt. Wie naar een concert van Kreator gaat, weet wat het doorgaans kan verwachten: heerlijke rechtoe-rechtaan metal, wenkbrauwverbrandende vuurspuwers, overdreven rookblazers en oorverdovende confettibommen.

Het bescheiden decor van Watain heeft plaatsgemaakt voor een podium met acht verticale schermen en een doodshoofd in het midden. Meteen vanaf opener Phantom Antichrist verandert Fortarock in een draaikolk. Zanger Mille Petrozza manifesteert zich direct als een ras-entertainer. Voortdurend zweept hij de boel op, speelt hij de fans tegen elkaar uit en moedigt zelfs de mensen achterin de tent aan om mee te doen. Kreator laat er geen twijfel over bestaan wie de baas van deze tent is vandaag.


Tonight we’re killing Gods

Zwaar onder de indruk van hetgeen we net gezien hebben, verkassen we naar het hoofdpodium voor misschien wel de meest controversiele headliner die Fortarock ooit gekend heeft: Parkway Drive, een band die nul ervaring heeft in het headlinen van grote festivals. Pas sinds deze zomer prijken ze in chocoladeletters op menig affiche: van het Duitse Rock am Ring tot het Vlaamse Graspop. Bezwijken Winston McCallen en co onder de druk, of verbazen ze vriend en vijand en worden alle registers op FortaRock opengetrokken?

Het laatste blijkt het geval. De Australische metalcorepioniers spelen een concert met uitsluitend hits en classics en trekken alles uit de kast: oogverblindende lichten, oorverdovende vuurwerkknallen en natuurlijk heel veel lekkere riffs en breaks. Het begint al met ‘Wishing Wells’: veruit het beste nummer van de nieuwe plaat, waarin zanger McCallen met zijn overweldigende brul de hoofdrol opeist. ,,Until I’m dooooooone!”

De boodschap is duidelijk: Parkway Drive is naar FortaRock gekomen om ruim anderhalf uur uur lang alles te geven, en verwacht eenzelfde inzet van de fans. Die zijn werkelijk door het dolle heen. Dat komt voornamelijk door de indrukwekkende setlist die ze voorgeschoteld krijgen. ‘Dedicated’, ‘Karma’ en de aanstekelijke stadionrocksong ‘The Void’ volgen elkaar in snel tempo op.

Vooral brulboei McCallen toont zich onuitputbaar: De Australier rent zich een ongeluk en vuurt de massa constant aan. “Ik wil verdomme hier nu een cirkelpit.” Natuurlijk worden classics als ‘Idols and Anchors’ en ‘Wild Eyes’ met groot enthousiasme ontvangen, maar ook met het nieuwe spul laat Parkway Drive zich van zijn beste kant zien.

Het Machine Head-achtige Absolute Power is met zijn hoekige riffs en die heerlijk break op het einde onmiskenbaar Parkway Drive, evenals het verwoestende ‘Crushed’, waarbij de drummer in zijn cabine zelfs over de kop gaat. En maar door blijven trommelen, wat een baas!

Zodoende steekt Parkway Drive met kop en schouders boven de rest uit op FortaRock en onderstreept het een waardige headliner voor de komende zomerfestivals te zijn.


Metalpoppenkast

Een dag later zijn de weergoden Fortarock gunstiger gezind. Halverwege de middag breekt het zonnetje door en zoeken vele metalheads een lekker plekje in het gras op. Uiteraard is er ook muziek, zoals van Avatar. Op Alestorm na de meest belachelijke act van het festival.

Eén grote metalpoppenkast is het sleutelwoord en Fortarock krijgt dan ook wat het verwacht: eenvoudige metal, geinig theater en een geschminkte frontman die zo uit Monty Python lijkt weggelopen. Hoge hoed, stok in de hand, tong uit de mond. Je moet er van houden, zullen we maar zeggen, maar een ding staat vast: muziek maken kan Avatar wel, en daar draait het ten slotte om.

Gedenkwaardig

Veel serieuzer is de muziek van Baroness. De Amerikaanse band, op tour met een vervangende gitariste, speelt in een klein uurtje het dak eraf. Zanger John Baizley galoppeert voortdurend op en neer, springt op verhogingen en overtuigt vooral met die dijk van een stem. Baroness overrompelt, emotioneert en verslapt geen moment. Absolute hoogtepunt is de toegift met Isak, een festivalklassieker in wording.

Meedogenloos geraas afgewisseld met ingetogen, melodieuze arrangementen en bedwelmende vocalen. De kenners weten wat dat betekent: Opeth is in the building. Op het hoofdpodium walsen de Zweden over de duizenden aanwezigen met bulderende grunts en verpletterende riffs. Het brute geweld begint met het zeven minutende durende ‘The Sorceress’ en het meedogenloze ‘Ghost of Perdition’, totdat Opeth uitmondt in een zee van melancholische klanken en bloedmooie gitaarduels met ‘Cusp of Eternity’.

Opeth sluit (vrijwel ongebruikelijk) alweer na een uurtje af met het genadeloze ‘Deliverance’ en laat bij de bezoekers het kippenvel onbedaarlijk over de armen stromen. Een gedenkwaardige set, grootdeels dankzij een zorgvuldig opgebouwde setlist waarbij vele grote meesterwerken in de geschiedenis van (progressieve) deathmetal voorbijkomen.


Een sprookje

Daar kan Nightwish, de grootste naam dit jaar op Fortarock, best nog overheen, moeten ze gedacht hebben. De Finse metalggigant, met de Brabantse zangeres Floor Jansen als aanvoerster, trekt op hetzelfde podium een epische geluidsmuur open van ongekende proporties. Alsof er een vliegtuig door de geluidsbarriére vliegt, zo bombastisch en pompeus zijn nummers als The End of All Hope, Amaranth en I Want My Tears Back.

Ten aanzien van een bomvol terrein zingt Floor Jansen over verzonnen fantasiewerelden en kleurrijke personages, met die heerlijke, archaïsche operastem, die met gemak over duizenden Fortarockhoofden galmt. Achter haar staat een enorm scherm waarop haarscherpe beelden geprojecteerd worden. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze visuals weinig bijdragen aan het spektakel: de beelden zijn volstrekt willekeurig en leiden eigenlijk alleen maar af van de muziek.

Die muziek is, zoals we van Nightwish gewend zijn, uitzonderlijk goed. Het geheim?Nightwish verpakt hun fantasieverhalen over oorlogen en liefde met lekkere riffs, fijne synthesizers, explosieve drums en het belangrijkste: refreinen die je heerlijk mee kunt brullen. Hoewel sommige nummers erg inwisselbaar (Come Cover Me) zijn, maken de Finnen er één groot feestje van, met lekker veel vuurwerk, vlammenwerpers en een aantrekkelijke podiumpresentatie. Zo is Nightwish de afsluiter die Fortarock verdient.