Counter Culture shorts nummer #52 alweer. Geen zin om complete albumreviews met hele lange lappen tekst te lezen? Dan hebben wij de shorts voor je. In deze tweeënvijftigste editie van shorts vind je zeven mooie microreviews van de nieuwe albums van Raw In Sect, Rebel Wizard, Southern Empire, Wearing Thin, Like A Storm, Iskald en Homesafe.

Raw In Sect – Kitro (51)
Zorba The Greek meets System Of A Down? Het is lastig om het bandgeluid van Raw In Sect te omschrijven. Deze Griekse formatie vermengt traditionele muziek uit hun thuisland met een scheut heavy (nu-)metal. Toegankelijk is dit album niet te noemen. ‘Kitro’ is dan ook een acquired taste, zoals dat zo mooi heet. Dat ligt aan de rauwe, soms onvaste zang en de vreemde combinatie van muzikale genres. Wie de doelgroep van deze band is, blijft een raadsel. De liefhebber van traditionele Griekse muziek zal de metalsaus niet te vreten vinden, terwijl de metalhead deze juist als te soft zal bestempelen. Deze crossover werkt niet, omdat de muzikale stromingen niet op een natuurlijke manier in elkaar overvloeien. ‘Kitro’ klinkt gekunsteld en daardoor niet overtuigend. Doodzonde, want het siert deze gasten dat ze de ballen hebben om wat nieuws te proberen.

Recensent: Frank van de Ven

Rebel Wizard – Voluptuous Worship Of Rapture And Response (83)
Deze rebellerende tovenaar klapt er goed op met ‘Voluptuous Worship Of Rapture And Response’! Rebel Wizard’s energieke en eclectische sonische aanval bundelt gruizige black metal met een dot elektronica. Dit is oermuziek die vanuit de onderbuik gespeeld wordt: heftig, rauw en intens. De overstuurde en bezeten krijszang is overgoten met een dikke laag distortion, waardoor de vocalen bijna demonisch te noemen zijn. De instrumentatie is dan weer behoorlijk melodieus en biedt mooi tegenwicht aan de hysterie. Rebel Wizard roept zowel herinneringen op aan het galopperende gitaarspel van Iron Maiden als aan de zware doemklanken van Black Sabbath. Geen slechte referentiekaders toch?

Recensent: Frank van de Ven

Southern Empire – Civilisation (78)
Dat niet elke EP een tussendoortje hoeft te zijn, bewijst Southern Empire. Deze Australische band deinst er namelijk niet voor terug om tracks met een speelduur van een half uur te maken. Yep, je hebt hier met een onvervalste progrockband te maken. ‘Civilisation’ hint naar de eighties toen bands als Queensryche en Toto de dienst uitmaakten. Ook het wat modernere Karnivool is een inspiratiebron voor deze mannen. Southern Empire maakt bombastische rock waarin heel duidelijk gearticuleerd wordt en nummers lang uitgesponnen worden. Bombast en pathos worden niet geschuwd, maar de band blijft altijd binnen de irritatiegrens. Deze Aussies zijn verdomd goede muzikanten en weten hun muziek lange tijd spannend te houden. Toch is het vrijwel onmogelijk om een nummer van een half uur continu te laten beklijven. Een slimmere dosering had ‘Civilisation’ goed gedaan. Wat rest is een sterke plaat voor oldschool progrockfans die het niet erg vinden om de nodige tijd in een album (en track) te investeren.

Recensent: Frank van de Ven

Wearing Thin – More Than Just A Frame (87)
Sommige albums zijn zo rauw en openhartig dat je het gevoel krijgt een voyeur te zijn in het leven van een artiest. ‘More Than Just A Frame’ van Wearing Thin voelt alsof je stiekem het dagboek van een vreemde leest. Het is een pijnlijk eerlijke egodocument vol opsommingen van twijfels, onzekerheden, relatieproblemen en zorgen over de menselijke conditie. Dit album is zowel muzikaal als tekstueel erg indrukwekkend en beklemmend. Fluisterzang en schreeuwzang worden met elkaar vermengd en dat resulteert in ongepolijste cocktail vol post-hardcore en singer-songwritermateriaal. As Cities Burn dient als referentiekader. Absoluut geen gemakkelijke release, maar wel één die beklijft. Mooi, desolaat en oprecht: muziek als kunstvorm dus.

Recensent: Frank van de Ven

Like A Storm – Catacombs (81)
De liefhebber van stevige rock met een metalen randje kan zijn lol op met Like A Storm. Deze formatie uit Nieuw-Zeeland klinkt als een hardere – en muzikaal en vocaal betere – variant van 30 Seconds To Mars minus het theatrale melodrama. ‘Catacombs’ is bedoeld voor volle festivalweides, uitverkochte bierhallen en gevulde arena’s. Like A Storm klinkt groots en episch, maar verliest zich nooit in overdreven bombast. Een leuke toevoeging is het smaakvolle gebruik van de didgeridoo, wat de kiwi’s de koosnaam ‘Didge metalband’ opleverde. Zowel de schreeuwzang als clean vocals klinken zelfverzekerd. Erg toffe release!

Recensent: Frank van de Ven

Iskald- Innhøstinga (80)
Noorwegen is een koude plaats en dat vertaalt zich naar de muziek van Iskald. Deze band klinkt duister, kil en bij vlagen melancholisch. Weinig opbeurende emoties, maar wel de voedingsbodem voor beklemmende blackmetal. De genrefan heeft er met ‘Innhøstinga’ weer een mooie aanwinst bij. Een intense sfeer, in combinatie met een broeierige onderhuidse dreiging, levert een album op dat nog lang in je gedachten blijft zitten. Strakke riffs en ijselijke vocalen houden je gedurende de heler speelduur bij de les.

Recensent: Frank van de Ven

Homesafe – One (56)
Zangers zijn het visitekaartje van een band en kunnen een groep maken of breken. Een begenadigd zanger kan een ronduit middelmatige band uit het slop trekken, maar het tegenovergestelde is ook waar. Een slechte frontman kan een ijzersterke formatie namelijk de afgrond inslepen. Zo erg is het nog niet gesteld met Homesafe, maar feit is wel dat boegbeeld Ryan Rumchaks een nogal matige stem heeft. Schreeuwen kan hij wel, maar zijn clean vocals missen overtuigingskracht. Jammer, want het betekent in feite de doodsteek voor Homesafe. Deze debutanten weten zich namelijk niet te onderscheiden van de moordende concurrentie. ‘One’ is dan ook een overbodige release. Het is onwaarschijnlijk dat er volksstammen zijn die op deze krachteloze en ronduit vlakke rock zitten te wachten. Dit is braderiemuziek. Misschien leuk om even uit beleefdheid naar te luisteren omdat je boze puberneefje in de band zit, maar verder wil je deze anonieme muzak zo snel mogelijk vergeten.

Recensent: Frank van de Ven