Zelfs de echte fans zullen het met pijn in het hart toegeven: het is een grote puinhoop rondom de band UB40. Door heftige conflicten over geld en vertrouwen stapte de originele zanger Ali Campbell jaren geleden uit de band, om vervolgens een ‘eigen’ UB40 op te richten, samen met twee andere oudgedienden. Er zijn nu dus twee UB40’s actief, met dezelfde naam en min of meer dezelfde tourschema’s. In Eindhoven beklom een van de twee bands afgelopen weekend het podium.

“The dark side of UB40.” Ali Campbell heeft geen goed woord over voor zijn broer Duncan, die op dit moment de leider is van de originele band. Volgens de oude, vertrouwde stem van UB40 maakt zijn broer er een puinhoop van, is hij een verschrikkelijke reggaezanger en verkracht hij het geluid van de band. ,,Ik schaam me voor UB40 als ik weer iets van hen op YouTube zie”, zei hij laatst in een interview.

Als je blind zou afgaan op dit verhaal, dan zou je denken dat het optreden op Strijp-S in Eindhoven alleen maar tegen kan vallen. Maar integendeel: UB40 is ook in deze vorm nog altijd onmiskenbaar UB40. Zanger Duncan legt het qua stem en charme inderdaad af tegenover zijn broer, maar naar onze mening is ook hij prima in staat om een compleet veld in te pakken. Dat doet hij op geheel eigen wijze: ingetogen, bescheiden en uiteraard met die heerlijk warme reggaestem.

Het begin van het concert is al meteen raak: na een swingend intermezzo zetten de muzikanten ‘Food for Thought’ in, een van de grootste reggaeklassiekers die UB40 ooit heeft geschreven. De sfeer op Strijp-S is gemoedelijk: lang niet iedereen gaat uit zijn dak, maar genieten doen de ruim vijfduizend bezoekers zonder meer. Vooral grote hits als ‘Maybe Tomorrow’ en ‘Cherry Oh Baby’ doen het goed zo vroeg in de set.

Toch zijn het vooral de vergeten parels waarmee UB40 het meeste indruk maakt. Het rustig voortkabbelende maar o zo mooie ‘Tyler’ zorgt voor het eerste kippenvelmoment van de avond, en in het daaropvolgende ‘King’ komen bij velen nostalgische gevoelens bovendrijven. Zo lijkt er geen vuiltje aan de lucht, totdat er gastartiesten de vocalen van Duncan overnemen. Zeker drie nummers lang verdwijnt de zanger naar de achtergrond en dat komt het concert niet ten goede.

Vanaf de Al Green-cover ‘Here I am (Come and take me)’ krijgt UB40 weer de aandacht terug en werkt de band alsnog toe naar een spetterend einde. ‘Red Red Wine’ gaat als een hymne over het veld en eindigt uiteindelijk met een kleine regenbui. Een iconisch moment. Bij de toegift klaren de wolken op en schotelt UB40 Eindhoven nog een zinderende finale voor, met ‘Dont break my heart’, ‘Kingston Town’ en afsluiter ‘Can’t help falling in love’.

UB40 is dan misschien niet meer de band die het ooit was, en de vele perikelen tussen de oud-bandleden doen het imago van de band allesbehalve goed, maar op het podium blijkt de muziek van de band krachtiger dan alles. En dat is uiteindelijk het belangrijkste.