Counter Culture shorts nummer #88 alweer. Geen zin om complete albumreviews met hele lange lappen tekst te lezen? Dan hebben wij de shorts voor je. In deze achtentachtigste editie van shorts vind je zes mooie microreviews van de nieuwe albums van Bleed From Within, Horisont, Dance Gavin Dance, Boston Manor, AWOLNATION en Enter Shikari.

Bleed From Within – Fracture (91)
Het Schotse Bleed From Within is gespecialiseerd in venijnige deathcore met een melodisch sausje. Voorganger ‘Era’ flirtte al meer met metalcore en op ‘Fracture’ wordt die lijn verder doorgetrokken. Dat wil overigens niet zeggen dat dit een tandeloze schijf is. Er wordt weliswaar gebruikgemaakt van clean vocals maar dit gebeurt spaarzaam. Deze band slaagt erin om spannend te blijven. Dat doen deze gasten door met het tempo te experimenteren – luister maar eens naar het dreigende en rustige titelnummer – en door melancholische passages in te bouwen. Er wordt soms op de rem getrapt, zodat je wat rust gegund wordt en de sombere teksten harder binnenkomen. Bleed From Within heeft een overtuigende moderne metalplaat afgeleverd. Meer van dit graag!

Recensent: Frank van de Ven

Horisont – Sudden Death (81)
De leden van Horisont zijn overduidelijk te laat geboren. Dat is de enige conclusie die je kunt trekken na het beluisteren van ‘Sudden Death’. Deze in 2006 opgerichte band klinkt namelijk als een moderne variant van bands als Asia en Boston. Als deze Zweden in de seventies hadden geleefd, waren ze wereldsterren geworden. Fijne gitaarmelodieën, smaakvolle piano passages en galmende zang wisselen elkaar op organische wijze af. Frontman Axel heeft een warm stemgeluid dat goed in het gehoor ligt. De productie verdient ook een pluim, omdat alle instrumenten goed naar voren komen.

Recensent: Frank van de Ven

Dance Gavin Dance – Afterburner (86)
Het Amerikaanse Dance Gavin Dance grossiert in spannende post-hardcore. Met Tilian Pearson beschikt deze band over een begenadigd zanger met een bijzonder stemgeluid. Soulvol en krachtig. ‘Afterburner’ is een avontuurlijk album van een groep die buiten de gebaande banen van het genre treedt. Er worden dromerige soundscapes ingelast. Ook progrock komt in het bandgeluid terug. Fans van spannende en opwindende rock kunnen veel plezier beleven aan deze release.

Recensent: Frank van de Ven

Boston Manor – Glue (83)
Het bandgeluid van Boston Manor bestaat uit een mengeling van grunge, post-hardcore en altrock. Deze genremix klinkt zowel fris als vertrouwd. Dit derde studioalbum van deze Britse band bestaat uit broeierige, melancholische muziek met een geheel eigen smoel. Hoe dreigend of somber het ook wordt, dankzij het subtiele poprandje wordt deze plaat nooit topzwaar. ‘Glue’ is toegankelijk en rauw tegelijk. Bands als Boston Manor bewijzen dat er nog steeds originele muziek gemaakt wordt.

Recensent: Frank van de Ven

AWOLNATION – Angel Miners & The Lightning Rider (71)
AWOLNATION kun je bijna als een soort wiskundige formule zien. Enter Shikari meets The Prodigy en de Backstreet Boys. ‘Angel Miners & The Lightning Rider’ is poprock met een electrorandje en gladde vocalen. Dit is een mellow plaat met een fijne sfeer. Lekker zomers. Liefhebbers van afwijkende popmuziek zullen hier vast plezier aan beleven. Verwacht echter geen scherpe randjes, want deze band blijft te braaf. Zo baanbrekend als Enter Shikari ooit was of zo ruig als The Prodigy kon zijn, wordt AWOLNATION echter nooit. Vocaal gezien geven de Backstreet Boys deze groep het nakijken.

Recensent: Frank van de Ven

Enter Shikari – Nothing Is True & Everything Is Possible (63)
Toen post-hardcore nog het hipste genre op aarde was, debuteerde het Britse Enter Shikari in 2007 met ‘Take To The Skies’. vooral hitsingle ‘Sorry You’re Not a Winner’ katapulteerde deze Britten naar de top. Hun crossover tussen post-hardcore en happy hardcore sloeg direct aan en de band werd binnen no time een begrip in de scene. Opvolger ‘Common Dreads’ was maatschappijkritisch en ook fel. Enter Shikari bleef echter geliefd door de uitzinnige live-optredens en het materiaal van de eerste plaat. Dertien jaar later is er nog maar weinig over van de ooit zo vooruitstrevende band. Sterker nog: de Britten klinken wel erg gezapig op dit zesde studioalbum. Denk aan een kruising tussen Klaxons, Bastille en een uitgebluste versie van The Prodigy. De angel is eruit. De gitaren worden niet meer gegeseld, de pit is er eruit en zang is erg glad. Om in stijl af te sluiten: Sorry You’re Not a Winner!

Recensent: Frank van de Ven