Twee zwaargewichten die de handen ineen slaan voor een zo lucratief mogelijke tour. Dat moeten Heaven Shall Burn, toch één van de trendsetters in de metalcore, en Trivium, troonopvolger van hypermelodieuze thrash-metal, gedacht hebben.

In de grote zaal van het Tilburgse Poppodium 013 slaan de bevriende bands de handen ineen voor wat een verpletterende metalavond moet worden. De missie is klip en klaar: de fans overrompelen met duizelingwekkende solo’s, bulderende riffs en rauwe vocalen.

Wat opvalt aan de set van Trivium is dat deze volledig in dienst lijkt te staan van hun Duitse kameraden, die later op de avond het podium beklimmen. De toegankelijke heavymetal en klassieke hardrock van de eerdere platen maakt plaats voor louter meedogenloze deathmetal. Het bulderende In The Court of the Dragon vormt het startschot van een set waarin Trivium amper gas terugneemt. De fans slikken het als zoete koek. Van circlepits, springpartijen tot meegeschreeuw en gebalde vuisten: het lijkt alsof de bezoekers jarenlang op een gig van Trivium hebben gewacht.

Frontman Matt Heafy – met altijd weer die tong uit zijn mond, zó vaak dat het gemaakt aanvoelt en dus irriteert – geniet zichtbaar van de energie in de zaal en weet de hongerige fans telkens nog wat meer op te jutten. Op zijn commando zorgt hij tijdens publieksfavoriet In Waves voor een heuse sitdown die nog lang in Tilburg zal nasidderen.

Het is echter één van de weinige hoogtepunten die naderhand is bijgebleven. Want we hebben Trivium absoluut wel eens beter gezien. Nu is het viertal uit Orlando nooit een échte hoogvlieger geweest als het gaat om de ultieme live-beleving. De muziek van Trivium klinkt strak en de band is perfect op elkaar ingespeeld, maar de écht memorabele liedjes zijn op één hand te tellen. Vanavond is de grote boosdoener het geluid. De mix komt er niet goed uit en de gitaren hebben weinig impact, met als gevolg dat Trivium als het ware verdrinkt in de eigen deathmetal. En wat is er in hemelsnaam gebeurd met de lichtshow? Die enorme koplampen die 70 minuten op het podium gericht staan geven het gevoel alsof Trivium in een tandartsenpraktijk staat te spelen.

Dat laatste doet Heaven Shall Burn toch een heel stuk beter. Het decor achter de band oogt met de vele hoekige led-schermen als de cockpit van een futuristische racewagen. Wie last heeft van epilepsie heeft met deze Duitse machine een probleem, want de lichtshow is werkelijk overweldigend.

Heaven Shall Burn komt waarvoor het op aarde is gekomen. Zoals verwacht wordt er in de grote zaal – die gek genoeg langzaam leegloopt na de set van Trivium – geen enkel moment van de basisformule afgeweken. Venijnige riffs, strakke breakdowns, het donkere gebrul van frontman Marcus Bischoff en het gebulder van Christian Bass achter zijn drumkit.

Heaven Shall Burn klinkt bij vlagen superstrak. Tegelijkertijd razen de Duitsers nogal op de automatische piloot door de weinig gevarieerde setlist. In vrijwel ieder nummer lijkt eenzelfde ritme te zitten: snelle riffs, stuwende drum, breakdown, snelle riffs, stuwende drum, breakdown en zo eindeloos door.

Dat het doffe geluid ook hier parten speelt, zorgt ervoor dat de nummers amper van elkaar te onderscheiden zijn. De riffs van Heaven Shall Burn komen normaal als een sloopkogel binnen, maar vanavond klinken ze alleen hard zónder dat ze dwars door je ziel snijden.

Op papier is de samenwerking tussen Trivium en Heaven Shall Burn om van te watertanden, maar uiteindelijk moet zelfs de grootste fan tot de conclusie komen dat beide bands niet hebben gebracht wat van ze werd verwacht.