Zondag blijft toch misschien wel de minst leuke dag om een concert te bezoeken. Zeker als het een band als Zebrahead betreft, waarbij verwacht wordt dat er zo hard gefeest wordt dat je de volgende dag niet kunt functioneren. De band stond eerder dit jaar al zowel in de Haarlemse Patronaat als in Dynamo Eindhoven, maar dat is blijkbaar niet genoeg: alweer voor de derde keer doen de Amerikaanse pretpunkers de Utrechtse Helling aan, en als kers op de taart is MxPx meegekomen als support.

De set van MxPx is niet onverdienstelijk. Deze ervaren punkrockers weten de zaal lekker in beweging te krijgen, al zal het ongetwijfeld helpen dat veel bezoekers de band waarschijnlijk wel een beetje kennen. MxPx maakt poppy skatepunk met teksten die niet al te serieus genomen moeten worden, à la NOFX, Rancid en ook Blink-182. Dat past goed bij het repertoire van de headliner van vanavond, dus het is niet meer dan logisch dat het optreden van MxPx op een positieve respons kan rekenen.

2015 is een bijzonder productief jaar geweest voor Zebrahead, want naast het feit dat het Californische kwintet zich een slag in de rondte tourt, hebben ze binnen een half jaar twee studioalbums en een split EP (met de Japanse nu-metalband Man with a Mission) uitgebracht. Het vijftal opent hun set vanavond energiek met ‘Hell Yeah!’. Al snel blijkt dat Ali Tabatabaee, die voornamelijk de raps, maar ook hier en daar wat clean vocals en screams voor zijn rekening neemt, vanavond niet goed bij stem is. Hij klinkt schor, maar geeft toch alles, in de hoop dat zijn stem het de hele avond zal volhouden. Medevocalist Matty Lewis klinkt een stuk beter, al heeft hij soms moeite om het hoge tempo van zijn vrienden bij te houden (iets waar Tabatabaee dan wel weer uitstekend in slaagt). Het helpt ook niet echt dat er werkelijk een orkaan van geluid uit de speakers komt.

De band weet in elk geval wel meteen het ijs te breken. “Come closer, you’re too far away! We’re all friends here!” roept Tabatabaee. Hij vraagt om een cirkelpit en krijgt dat natuurlijk direct voor elkaar. Vervolgens eist hij een sitdown; daar wordt ook gehoor aan gegeven. Springen, zingen, handjes in de lucht, moshpits, cirkelpits, een wall of death, de boodschap is duidelijk: bij een show van Zebrahead moet er nonstop bewogen worden. Voor een groep die zo ontzettend veel optreedt zouden al die trucjes intussen moeten gaan vervelen, maar het plezier spat werkelijk van het podium af. Je zou bijna vergeten dat Zebrahead al een kleine twintig jaar bestaat en alle bandleden inmiddels al de veertig gepasseerd zijn.

Zoals het deze partyboys pur sang betaamt, komt natuurlijk ook hun eigen drankliedje ‘Drink, Drink’ voorbij: “Drink, drink, Utrecht / Drink, drink with me / Drink, drink, Utrecht / Until you have to pee”. Dat zal de baromzet van De Helling in elk geval goed hebben gedaan. Met name gitarist Dan Palmer lijkt al aardig beschonken te zijn, maar wie Zebrahead eerder heeft gezien weet dat het er allemaal bij hoort. Sterker nog: de band heeft een eigen minibar op het podium staan. Daar staan twee crewleden paraat, gekleed in Duitse lederhosen, die iedereen op en in de buurt van het podium continu voorzien van drankjes. Het beïnvloedt de kwaliteit van de avond in elk geval niet, want iedereen weet dat Zebrahead geen super originele, kwalitatief hoogstaande muziek maakt, maar wel dondersgoed weet hoe ze een leuke show moeten neerzetten.

Er komt nog even een geinige mashup-cover voorbij van Avril Lavigne’s ‘Girlfriend’ en ‘Who Let the Dogs Out?’ van de Baha Men, terwijl de ene na de andere crowdsufer de lucht in gaat. Tabatabaee vindt het allemaal extra bewonderenswaardig omdat Nederlanders “so goddamn tall” zijn. De afgelopen paar jaar heeft Zebrahead zelden hun grootste hit ‘Playmate of the Year’ gespeeld, maar vanavond komt hij ineens weer voorbij, tot grote vreugde van de oude fans. Na elke “whoo!” moeten zij de handen in de lucht gooien en “kut!” roepen. Hoewel de band dit nummer enigszins afraffelt, blijft de sfeer er goed in zitten. Natuurlijk is ‘Anthem’ de afsluiter van de avond. Nog één keer barst de pit los, nog één keer wordt er gedanst, gesprongen en gezongen, maar dan is het echt gedaan. Zebrahead mag dan niet de grootste naam in hun genre zijn, maar het is bewonderenswaardig hoe de heren met hun ultieme feestpunk keer op keer elke zaal op z’n kop kunnen zetten. Het zal ongetwijfeld een kwestie van maanden zijn tot dit olijke gezelschap weer terugkeert naar Nederland, en dat geeft helemaal niets, want van dit soort shows kun je er niet genoeg meemaken.